16 juni 2019
‘Ons lotdeel is boven bij Hem.’
In feite zijn wij nu al lotgenieters en
kunnen wij Vader ervoor danken. In
Efeziërs blijkt, dat wij geroepen zijn
om straks lijfelijk boven ons lotdeel
te bezetten en uit te werken. Zo bij-
zonder is het, dat heilige geest Pau-
lus ertoe drong om te noteren:
..verlicht zijnde ogen van jullie hart
opdat jullie zien wat de verwachting
van Zijn roeping is
Efeziërs 1:18
De verwachting van Zijn roeping heeft
alles te maken met het lotdeel boven.
In Efeziërs 1:3-14 is het al beschreven:
1:3-12 spreekt van ons, wij; dit zijn de
Israëlieten die Paulus en zijn evangelie
volgden.
‘En wij, uit de andere volkeren dan?’
In 1:13,14 komen de gelovigen uit de
natiën in beeld, want je leest daar:
in Hem ook zijn jullie verzegeld met de
geest van de belofte, de heilige – die
waarborg van onze lotgenieting is…
Zo zijn de gelovigen uit de natiën die
Paulus en zijn evangelie volgden bij de
gelovigen uit Israël gevoegd die ook de
apostel volgden. Daarom worden die
uit de natiën samen met de gelovigen
uit Israël in Efeziërs 3:6 genoemd:
dat in de geest de natiën gezamenlijk-
lotgenieters zijn
‘Ja, fijn, wij ook. En boven?’
Dat blijkt in Efeziërs uit het vijf keer ge-
bruiken van de unieke uitdrukking:
te midden van de hemelingen
En met betrekking tot het lotdeel wordt
direct bij aanvang van de brief gesteld:
gezegend zij de God en Vader van onze
Heer Jezus Christus, Die ons zegent met
iedere geestelijke zegen te midden van
de hemelingen in Christus
Efeziërs 1:3
Hier worden wij onttrokken aan de aard-
se omgeving en blijkt dat onze zegening-
en geestelijk zijn en te midden van de he-
melingen in Christus.