Opmerkelijk

Geloof is geen wetenschappelijke kennis. Kennis is iets wonderlijks;
het is als een gids, het bemoedigt. Kennis over hoe iets werkt kan ons
in staat stellen een probleem op te lossen. Kennis over de goede uit-
komst van bepaalde gebeurtenissen is heel fijn als de omstandighe-
den moeilijk zijn. Maar hoe kan iemand dat weten wat hij niet gezien
of ervaren heeft?
Abraham kon niet door simpel redeneren of berekenen kennis hebben
van wat God in de toekomst zou doen. Maar hij kon wel geloven, dat
de dingen die God beloofd had, zouden gebeuren.
Dus: voor de gelovige vervangt het eenvoudige geloof in wat God zegt
de kennis die door ervaring of conclusies trekken opgedaan wordt.
En geloof wordt een basis voor de handel en wandel van de gelovige,
net zoals kennis de basis van handelen in het dagelijks leven is.’

‘Faith, the least and the greatest’ – J. Philip Scranton, UR LXXVIII, blz. 205

Woord vandaag

‘Toch geen gemakkelijk gedeelte, dat Efeziërs 2:11-22.’

Dat niet, en heeft veel onbegrip gekend. Maar om even terug te komen
op vers 19. Daar staat:

‘dus dan zijn jullie niet langer gasten en tijdelijk verblijvenden, maar
jullie zijn medeburgers
van de heiligen en gezinsleden van God’

Werd in vers 12 nog gezegd dat de gojim gasten van de verbonden bij de
belofte
waren, in vers 19 staat dat zij niet langer gasten en tijdelijk ver-
blijvenden zijn. Verder worden zij medeburgers van de heiligen genoemd.
Dat wil niet zeggen, dat zij deel kregen aan het burgerschap van Israël,
maar dat zij gezamenlijk burgers zijn. Van iets nieuws! Paulus noemt dat
in Filippenzen een ‘domein in de hemelen’. Het unieke is, dat al die burgers
vrije toegang tot de Vader hebben, in de geest.

‘Gewoonweg geweldig. Dit is iets om over na te denken en rustig tot je door
te laten dringen.’

Zij zijn Gods woonplaats, in de geest. Machtig, dat Paulus dat onthulde. Er
wordt duidelijk, dat de leden van het lichaam van Christus deel uitmaken
van iets unieks. Een nieuwe mensheid, een nieuwe schepping.
Hieruit kun je nooit de conclusie trekken, dat dit lichaam in de plaats van
Israël gekomen zou zijn. Het heeft een positie in de hemelen, te midden van
de hemelingen. Niet op aarde.

‘Israël heeft haar plaats op aarde, tot zegen voor de gojim?’

Ja, zij hebben de verbonden bij de belofte ontvangen en Yeshua zal hen op
aarde leiden in het nieuwe verbond, met grote zegen. Vanuit Jeruzalem en
Sion zal de Thora en het woord uitgaan tot zegen. Dat begint in de komende
1000 jaar waarin nog een tempel zal staan in Israël (Ezechiël 40-48) en wordt
voortgezet op de nieuwe aarde, waar geen tempel meer zal zijn!

Woord vandaag

‘Nu ben ik nog nieuwsgieriger geworden naar Efeziërs 2:11-22!’

Het is een opmerkelijk gedeelte uit deze fantastische brief van Paulus!
Het in het vlees (wordt twee keer in Efeziërs 2:11 gezegd) wordt nu: in
de geest
(zie vers 18,22), in Christus Jezus (vers 13). Dan zijn alle verschil-
len die in het vlees nog bestonden, weggevallen. Daarmee is ook de vijand-
schap ten einde. Die is door het kruis gedood met Hem (vers 16).

‘Machtig, dat God door het werk van Christus aan het kruis de verzoening
tot stand heeft gebracht.’

Door het kruis is de vijandschap in Zijn vlees, en daarmee tussen de twee
groepen: gelovigen uit de gojim en die uit Israël, gedood. Het is weg! Zij zijn
verenigd in het lichaam van Christus, en daarmee komt de nieuwe mens-
(heid) tot stand (vers 15)! De verzoening van beide groepen is met God, en
zij zijn in vrede met Hem en daardoor ook met elkaar. De totale verzoening
met God heeft een uitwerking in die twee groepen: zij vormen een eenheid
waarin geen sprake meer is van Jood en heiden!

‘Want dat verschil werd alleen in het vlees uitgedrukt, en bestond alleen in
het vlees, begrijp ik dat goed?’

In de geest niet. Het gaat in feite om de rechtstreekse toegang tot God de
Vader, in de geest
. Die weg is vrij! Zij die voorheen twee groepen waren,
worden nu gebouwd tot een heilige tempel in de Heer en samengebouwd
tot een woonplaats van God in de geest! Het punt in dit gedeelte is niet dat
de heidenen tot de Joden genaderd zijn en daarom onderworpen zijn aan
de Thora zoals die op Israël was gelegd, het oude verbond, maar dat God
een nieuwe mensheid schept!

‘En die nieuwe mensheid heeft geen tempel meer nodig, omdat God daar
zelf in woont?’

Dat is het geweldige slot van dit stukje van Efeziërs 2. Het gaat er niet om, dat
heidenen bij Israël gevoegd worden, maar dat de twee groepen gelovigen in
het lichaam van Christus een nieuwe eenheid vormen, een nieuwe schepping.
Het bijzondere dat aan al die gelovigen duidelijk gemaakt moest worden, is dat
de heidenen op gelijk niveau met Israël zijn gekomen. Dat wordt met zoveel
woorden gezegd in vers 19!

Woord vandaag

‘Graag zou ik nog wat willen doorpraten over dat Efeziërs 2:11-22.’

Dit is een gedeelte uit Efeziërs dat helaas nogal eens verkeerd begrepen
wordt. Men mist de diepgang van wat Paulus mocht neerschrijven van
Christus Jezus. Zoals we gisteren hebben gezien, gaat het hier onder
andere om de tegenstelling in het vlees en in de geest. Dat is een aspect
wat belangrijk is, vooral als het om het geheimenis van de Efezebrief
gaat.

‘Je leest het en je bent blij met het feit dat de vijandschap in Zijn vlees
door de werking van het kruis ten einde is. Dan let je er niet zo op, dat
er gesproken wordt over in het vlees en in de geest.

Zo gaat dat soms met lezen en bestuderen van de Schrift. Juist de details
vergeet je en die zijn vaak zo belangrijk. Waar het om gaat, is dat de natiën
geestelijk gezien (in de geest) op gelijk niveau met Israël zijn gekomen.
De bevoorrechte plaats van dat volk geldt in dit beheer van het geheimenis
niet. In deze tijd wordt het lichaam van Christus uitgeroepen en is God niet
direct bezig met Israël en de volkeren.

‘Wacht even, het beheer van het geheimenis, wat is dat?’

Dat is een periode die in de Schriften van de Tenach niet aangekondigd was.
In de profetieën wordt deze periode niet genoemd. Vandaar het woord ‘ge-
heimenis’. Het is een in de profetie verborgen periode. Paulus noemt dit in
Efeziërs 3:9 : ….

en allen te verlichten wat betreft het beheer van het geheimenis, dat vanaf
de eonen weggehouden was in God,  die alles schept ……

Het beheer (een administratie, een vorm van bestuur, letterlijk: huis-wet)
van het geheimenis was dus zelfs vanaf de eonen weggehouden (verborgen)
in God zelf!

‘Oke, dat is me al wat duidelijker nu. In deze 2000 jaar roept God het lichaam
van Christus, een lichaam dat uniek is?’

Absoluut. Uniek in alle opzichten. Omdat het gaat om een nieuwe mens(heid),
gelden er heel andere wetmatigheden dan in deze oude mens(heid)!