Woord vandaag

‘Als de Heer komt voor Zijn volk, worden dan de gelovigen weggenomen
of ligt dat anders?’

Het ligt anders. Bij het aanbreken van het koninkrijk over Israël worden
de gelovigen juist achtergelaten. De ongelovigen worden dan weggenomen.
Dat blijkt uit Mattheüs 24:38-41 :

38 Want zoals zij in [die] dagen vóór de zondvloed waren, etende en drinkende,
huwende en ten huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de ark ging,
39 en zij niets bemerkten, eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal
ook de komst van de Zoon des mensen zijn.
40 Dan zullen er twee in het veld zijn, één zal aangenomen worden en één
achtergelaten worden;
41 twee vrouwen zullen aan het malen zijn met de molen, één zal aangenomen
worden, en één achtergelaten worden.

Dat ‘aangenomen’ uit vers 40 en 41 kan ook met ‘weggenomen’ en ‘meegenomen’
vertaald worden. Het gaat dan om degenen, die het niet overleven van Israël. Zij,
die achtergelaten worden blijven in leven en gaan het koninkrijk in.

‘Dan is het precies andersom dan bij de komst voor het lichaam van Christus!’

De heerlijke verwachting die wij koesteren gaat aan Zijn komst voor Israël
vooraf en is alleen genade. Wij kijken ernaar uit!

Woord vandaag

‘Het verschil in de twee wederkomsten zit ook in wat er gebeurt,
niet alleen de tijdstippen waarop het gebeurt?’

Er bestaat een verschil in wie achterblijven en wie weggehaald worden.
Bij de bazuin van God (1 Thessalonicenzen 4:13-18) wordt heel het lichaam
van Christus weggerukt van de aarde en blijft de rest (ongelovigen) achter.

daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken
in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó
zullen wij altijd met de Here wezen.
1 Thessalonicenzen 4:17

‘Het is genade, want in onszelf zijn wij niets beter dan de anderen. Het is dat
God ons Zijn geest gegeven heeft, anders zouden wij net als de rest zijn.’

God kiest het onedele, het zwakke en het door de wereld verachte uit, zegt
Paulus in 1 Corinthiërs 1:27-29. Er was in ons dan ook geen enkele reden om
ons uit te kiezen. ‘Opdat geen vlees zou roemen voor God’.
Maar op basis van Gods verkiezing vóór de nederwerping van de wereld van
het lichaam van Christus (Efeziërs 1:4) worden al die leden van dat lichaam
bij de bazuin weggerukt en de rest, al die andere mensen blijven op aarde
achter en gaan daarna de laatste jaarweek van Daniël 9:24-27 in.

Woord vandaag

‘Wat een fijne woorden zijn dat toch he, in 1 Thessalonicenzen 4:13-18.

In de Angelsaksische landen spreekt men van ‘The blessed hope’, en dat
is het zeker.
Wij kunnen wel zeggen: onze heerlijke verwachting.
Het is zo iets bijzonders wat er gaat plaatsvinden, in één klap worden
alle gelovigen van het lichaam van Christus verzameld. Geweldig.

‘Er zijn heel wat gelovigen, die zeggen dat wij na een zekere periode weer
terug zullen keren op aarde. Hoe zit dat?’

Men beweert dat. ja. Eerst naar boven, weggerukt en daarna weer met de
voeten op aarde, om ons dan aan te sluiten bij Israël en in een ondergeschikte
positie aan hen deel zullen hebben aan het koninkrijk op aarde.
Naar de boodschap van Paulus in Efeziërs 2:6,7 klopt die gedachtegang niet.
De gemeente, het lichaam van Christus, zal in de komende eonen de over-
stijgende rijkdom van Zijn genade in Zijn mildheid over ons in Christus Jezus,
tentoonspreiden te midden van de hemelingen.

‘De komende eonen zijn de 1000 jaren en de nieuwe hemel en de nieuwe aarde?’

Precies. Al die tijd zal het lichaam van Christus niet op aarde, maar te midden
van de hemelingen het verzoeningswerk van de zoon van Gods liefde uitdragen
en de hemelse machten en krachten brengen tot onderschikking aan Christus.

‘Groots, zo’n toekomst. Het overtreft al wat je zelf maar zou kunnen bedenken!’

Woord vandaag

‘Mooi, dat Israël in de toekomst verlost zal worden door hun Messias,
Jezus Christus. Zij hebben een ontmoeting met Hem als Hij op de Olijfberg
zal staan. Maar, het lichaam van Christus? Waar ontmoeten wij Hem?’

Wij ontmoeten Hem niet op aarde, maar in de lucht. Dat is weer een op-
merkelijk verschil met Israël. Paulus schrijft daarover in zijn naar alle
waarschijnlijkheid eerst geschreven brief, 1 Thessalonicenzen (4:13-18):

15 Want dit zeggen wij u in een woord van de Heer: wij, levenden, die
achterblijven tot de komst van de Heer, zullen in geen geval de ontslapenen
voorgaan,
16 want de Heer zelf zal neerdalen van de hemel, in de bevelende roep, bij de
stem van de engelenvorst en bij de bazuin van God, en zij, die in Christus
gestorven zijn, zullen het eerst opstaan;
17 daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, tegelijk samen met hen
in wolken in een oogwenk weggerukt worden, tot ontmoeting met de Heer
in de lucht, en zó zullen wij altijd samen met de Heer zijn.
18 Vertroost elkaar dus met deze woorden.

In vers 17 lezen we, dat er ontmoeting met de Heer in de lucht zal plaatsvin-
den, en wat een ontmoeting zal dat zijn! Het hele lichaam, alle leden, ze zul-
len daar zijn, niet één zal ontbreken! Geweldig he.

‘Hoe langer je er over nadenkt, hoe meer verlangen krijg je naar dat moment.
En dan te beseffen dat de Heer zelf naar dat moment intens verlangt.’

Dan gaat het bijna duizelen in je gedachten. Wat een bijzondere troost hebben
wij, als we lezen dat de gestorvenen in Christus eerst zullen opstaan en wij
allemaal samen tegelijk weggerukt worden van de aarde en Hem (en elkaar)
in de lucht ontmoeten. Wat een grandioze genade!