Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

15 oktober 2018
‘Genade van God regeert.’

Dat is wat we lezen aan het einde van
Romeinen 5. Opvallend is de uiterst
sterke uitspraak (vers 21):

opdat, evenals de zonde regeert in de
dood, zo ook de genade zou regeren
door gerechtigheid, naarbinnen het
eonische leven, door Jezus Christus,
onze Heer

En zou regeren drukt uit de grondtekst
geen onzekerheid uit. Integendeel. Er
staat opdat en dan krijg je een gevolg
dat zeker zo is, het is geen wens.

‘Duidelijke taal, dus!’

Jawel, het staat boven hoofdstuk 6, 7
en 8, waarin uitvoerig verteld wordt
hoe dat werkt in de praktijk. Paulus be-
antwoordt vragen die ook toen gesteld
werden. Feit is dat wij gedoopt zijn in
Zijn dood (van Christus Jezus). Zo ook
met Hem begraven. Daarmee is het ou-
de voorbij. Wij kennen niemand meer
naar het vlees, van nu af aan. Wij reke-
nen daarmee.

‘Met Hem opgewekt.’

Om in dat nieuwe leven te wandelen,
dat Hij in ons uitwerkt. Mooi is hoe we
lezen in Romeinen 9, dat het niet ervan
afhangt of iemand wil of iemand rent,
maar van God, Die Zich ontfermt. Dat is
Gods plan en wil en bedoeling met een
leven van een mens. Het evangelie van
genade door Paulus is in deze tijd het-
geen klinkt. Daardoor laat God woorden
van leven uitgaan en kan Hij ook geloof
geven in het hart.

14 oktober 2018
‘Titus 2, er zit veel in.’

Zeker, in de verzen 1-10 staat ook
genoeg voor je hart en leven. Het is
onderschikking waar het om draait in
dat stukje. De noodzaak van de gena-
de staat in vers 11 en 12. Eerst de ge-
nade van God ontvangen, daarna pas
de wandel die tot Zijn eer is. Het gaat
om leven door de geest nadat de
werking van het kruis is begonnen.

‘De kruisiging van het vlees.’

Daar gaat het om. In de praktijk vol-
strekt negeren, dat begeren. Er zijn
gewone, natuurlijke verlangens. Be-
geerte gaat daar bovenuit. Op Golgo-
tha werd het vlees afgesneden, dat
zegt de apostel in Kolossenzen 2, in
dat bekende elfde vers:

In Hem ook werden jullie besneden
met een besnijdenis, niet met handen
verricht, in het afstropen van het li-
chaam van het vlees in de besnijde-
nis van Christus

‘Daarmee rekenen.’

Het is een bijzondere manier van spre-
ken. Een beeldspraak die erg duidelijk
maakt waar het om gaat. Het menselij-
ke vlees–als van God afgekeerd- werd
afgesneden. In het vlees maakt het goe-
de geen woning. Daarom: in de praktijk
negeren, die begeerten uit het vlees.
Dat is kruisigen van het vlees waar de
apostel Paulus op wijst in Galaten 5:24.

13 oktober 2018
‘We zijn rijk.’

Van ons standpunt uit gezien, wel. In
feite is het maar het hoe je kijkt. Kijk
je met andere ogen, dan is het bezit
van veel geld en goederen het hoogst
haalbare. Maar het zal toch een leegte
in het hart blijven geven. Alleen God,
Zijn woord, Christus Jezus, kunnen je
leven echt vullen.

‘Dat is het, dat is het.’

We weten ons buitengewoon bevoor-
recht. Andere mensen zoeken en vin-
den vaak niet. Maar we hebben woor-
den van leven voor degenen die graag
waarheid willen horen. Fijn is het, als
je aan mensen iets kwijt kan van dat-
gene wat jouw hart zo blij maakt. Dat
is de reden waarom we zo intens Zijn
woord bestuderen. Om anderen iets
van de heerijkheid van Zijn liefde te la-
ten proeven en smaken.

‘Smaakt altijd naar meer, vind ik.’

We leven in het besef, dat God alles
doet samenwerken tot wat goed is.
Hij heeft lief, Hij laat niet los wat Zijn
hand begon in jouw leven. Het is een
grote genade, dat wij dit alles horen,
erdoor opgebouwd worden. Groeien
en verdiepen in de genade van God
is het waar het in ons leven om draait.
Niets is beter dan dat, in ons aardse
leven: op Hem gericht leven.

12 oktober 2018
‘Hem toegewijd leven.’

Dat is geen moeten, het is uitwerking
van de genade van God in ons leven.
We leven voortaan op God gericht. In
Paulus’ brieven komt dat steeds naar
voren, niet opgelegd, maar uit de ge-
nade van God voortvloeiend. Dan heb
je belangstelling voor God en Zijn lief-
de. En keer je automatisch je rug naar
de oneerbiedigheid en wereldse be-
geerten.

‘Zo is het, dat ervaar ik.’

Een leven dat van Christus is. Zonder
dat je bang hoeft te zijn voor veroor-
deling. Die is niet in Christus Jezus te
vinden. We leven door Hem, Zijn ver-
mogen komt in plaats van ons onver-
mogen. Waar het bij ons ophoudt, be-
gint Hij. Een leven van genade, vrede
en heerlijkheid. We veranderen van
binnen, van heerlijkheid tot heerlijk-
heid en soms zie je dat aan gezichten.

‘De innerlijke schat in aarden vaten.’

Daar gaat het over. Gods woord is de
grootste schat van de mensheid. Be-
ter en rijker is er niet. Dat woord in
je hart verlicht je en brengt innerlijke
heerlijkheid. Daardoor neemt de ken-
nis van Christus Jezus toe. Danken in
je gebed betekent veel, we hebben
erbij stilgestaan dinsdag. Filippenzen.
Een kostbare brief. We delen dan het
woord, er is blijdschap bij bezoekers.
Wonderlijk, dat God dat geeft.

11 oktober 2018
‘Titus 2 is mooi stukje.’

Dat zou gelezen worden in plaatselijke
gemeentes. Met de oren open voor de
opbouwende info die we daarin lezen.
De rode draad is onderschikking. God
geeft door Paulus aanwijzingen, die in
wezen de ootmoedige houding van ge-
lovigen aanmoedigen. De verzen 11-12
die we gister citeerden, zijn een samen-
vatting en kern van wat eerder in deze
korte brief geschreven staat.

‘De genade van God verscheen.’

Dat is overstromende genade, sinds
het grote werk van Christus gedaan is.
In Titus 2 staat dan: die traint ons. Het
Griekse woord wat daar staat heeft als
grondbetekenis: slaan / slag. En heeft
niets met klappen uitdelen te maken.
De genade heeft in ons leven een aan-
moedigend en opbouwend karakter.
In de zin van: opvoedend. De genade
van God gaat met ons aan de slag.

‘We zijn er dankbaar voor.’

De genade van God maakt een mens
blij (vreugde/genade) + dankbaar (ge-
nade/dank-doen). Woorden waar zo’n
duidelijk verband in zit. We lezen ook
het gevolg van de genade in ons leven:

opdat wij verstandig en rechtvaardig
en toegewijd leven in deze tegenwoor-
dige eon

We zien uit naar de bazuin van God,
terwijl we aan Hem toegewijd leven.