Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

‘Hoe zit het eigenlijk met al die genezingen die de Heer Jezus deed? Want ik
las gisteren in de krant, dat er op het X-Noizz festival een genezingsdienst
gaat plaatsvinden.’

De Heer verrichtte de genezingen in het kader van het evangelie van het
koninkrijk. Het was door de profeten voorzegd, dat de komst van het konin-
krijk gepaard zou gaan met lammen die gingen lopen, stommen die gaan
spreken, doven die gaan horen en dergelijke. Het waren niet alleen wonderen,
maar ook tekenen die de Heer deed. Daar spreekt met name Johannes over!

‘Maar, gebeuren er in deze tijd geen wonderen, geen genezingen? Er zijn op de
wereld toch heel wat predikers die genezingen doen?’

Dat laatste valt wel mee. Waar men beter gaat kijken en de genezingen gaat
onderzoeken, blijkt het nogal tegen te vallen. In feite heel erg vaak niet de
échte genezingen die geclaimd worden. Laatst was er zo’n situatie in Myanmar
waar door een voorman van statuur in de evangelische wereld van Nederland
een zestal genezingen van blindheid geclaimd werd. Dit werd gemotiveerd door
deskundigen van het blindeninstituut daar weersproken. Het bleek niet waar!

‘Toch claimt de voorganger die op het X-Noizz festival een dienst gaat houden,
wel lichamelijke genezingen.’

Daar heb ik grote twijfels bij. De Heer Jezus kwam en deed wonderen, gene-
zingen, wierp demonen uit. Dat waren de tekenen, die de koninkrijksprediking
begeleidden als onderstreping. Opdat men zou geloven dat Jezus de Christus is,
de zoon van God. Maar men verwierp Hem als koning van dat koninkrijk. Hij
werd gekruisigd en na Zijn opwekking uit de doden ging Hij terug naar Vader.
Opnieuw kwam de koninkrijksboodschap naar voren met genezingen en teke-
nen en wonderen door de handen van de apostelen.

‘Maar ook dat aanbod werd door het volk als geheel afgewezen.’

En daarom zie je, dat de genezingen, tekenen en wonderen minder werden en
op zeker moment zelfs ophielden. God ging een nieuw werk doen: de roeping
van de gemeente die het lichaam van Christus is! Paulus schrijft duidelijk in
Efeziërs 1:3 dat de zegeningen voor dat lichaam geestelijk zijn (niet lichamelijk)
en te midden van de hemelingen (geen aardse). Daarmee ligt er een scheidslijn,
waarna er bij de prediking geen lichamelijke genezingen optreden!

‘De dienaren van de Heer zijn wel regelmatig onderhevig aan extra
kritiek, heeft dat een geestelijke kant?’

Natuurlijk! Denk maar aan Paulus in Efeze. De Heer gaf hem de mogelijkheid
een groot werk te doen, en velen te bereiken met het evangelie. Daardoor keer-
de men zich van de afgoden af en betekende verlies aan inkomsten voor onder
andere Demetrius, een zilversmid, die zilveren Artemistempeltjes maakte.
Hij veroorzaakte een oproer waardoor Paulus naar Macedonië vertrok.

‘Paulus had niets verkeerds gedaan, maar omdat zij hun inkomsten zagen
teruglopen werd hij door de opschudding gedwongen weg te gaan?’

Omdat Paulus hun belangen doorkruiste werden zij boos. Zij werden echter
aangestuurd door geestelijke machten, die de aanbidding en verering van
Artemis zagen verminderen. Dat lokte hun reactie uit en zij zetten mensen
aan om Paulus te verdrijven. De strijd is geestelijk, niet tegen bloed en vlees,
schrijft hij in Efeziërs 6:10-20.

‘Mensen hebben vaak de neiging de andere mens als tegenwerkend te zien, ter-
wijl het de vijandige geestelijke machten zijn?’

Zo gaat het steeds. Naarmate de dag van de bazuin Gods nadert, zullen de machten
zich meer gaan roeren, omdat zij weten dat het lichaam van Christus hun positie
aantast en de overwinning van Christus zal uitwerken. Zíj zijn bij uitstek het toon-
beeld van de overstomende genade van God; zíj zullen Zijn mildheid tentoonsprei-
den te midden van die hemelingen! Die vijandige hemelingen zullen zo veel moge-
lijk nog in het werk willen stellen om de gemeenteleden van de genieting van hun
lotdeel boven af te houden.

‘En daar gebruiken zij het liefst andere mensen voor, maar zelfs ook medegelovigen?’

De tegenwerker wil niets liever dan tweespalt veroorzaken onder gelovigen. Welke
methode maakt niet uit, als het maar gelovigen uit elkaar drijft. En de gelovigen
zouden beseffen, dat de strijd niet tegen bloed en vlees is, maar dat zij standhouden
tegen misleidingen, de strategieën van de tegenstander. Waar we het gister over
hadden: één van die methodes is laster en verdachtmakingen.
Vaak kunnen de dienaren van de Heer dat moeilijk ontzenuwen, omdat geruchten
snel gaan en het oor er graag voor open staat! Gelukkig zal bij de bema (erepodium,
NBG: rechterstoel) van Christus alles blijken; de werkelijke motieven van het hart
zullen openbaar worden!

‘Wij zijn in feite bevoorrecht als gelovigen. Wij kunnen door naar de
Schrift te denken, vrij tegen de dingen aankijken.’

Absoluut. Als je geworteld bent in de Schriften, ben je niet mee te nemen
door  alles wat de media op je af vuren en allerlei wind van leer die rond-
waart en -waait. Daarbij worden er vurige pijlen afgeschoten, waarbij
de tegenwerker poogt de gelovigen te doen afbranden. Eén van zijn meest
succesvolle methodes is die van laster, waardoor dienaren van de Heer in
kwaad daglicht worden gesteld, en dat volkomen ten onrechte.

‘Tsja, daar zeg je wat. Dat gebeurt helaas vandaag de dag nog steeds.’

Probleem is, dat geruchten als waarheid worden aangenomen.
Vervolgens wordt betreffende dienaar van de Heer door gelovigen
gemeden en uiteindelijk eruit gezet. De gelovigen die meegegaan zijn
in het mijden, weten vaak niet hoe de vork werkelijk in de steel zit en
volgen de roddels liever dan dat zij bij de persoon in kwestie zelf gaan
horen hoe het zit.

‘Zo is er heel wat schade aangericht?’

Nou en of, en het gebeurt nog steeds. Als we teruggaan in de tijd kun-
nen we de 12 apostelen als voorbeeld nemen, of Paulus. En wat te denken
van de Heer Jezus zelf? Die werd veroordeeld op valse getuigen! Dat het
met Hem gebeurde, die zonder zonde was, was uiteindelijk wel het plan
van God. Hij werd overgeleverd in de handen van de Romeinen om zelfs
gekruisigd te worden.

‘Maar daardoor komt wel de redding van alle zondaren tot stand!’

Gods bedoeling wordt ermee bereikt. God zal alles in allen worden. Dat
gaat via de weg van de dood en opstanding van Christus. Hij droeg de
zonde van heel de wereld. Daarmee werden alle mensen met Hem mede-
gekruisigd en blijft er niets van de oude mensheid over.

‘Even nog terugkomen op gisteren. Denk jij, dat de moderne massamedia
beheerst worden door één macht?’

Ja, dat denk ik. Daarmee wordt het denken van de mens in een richting gestuurd.
Om een voorbeeld te noemen: de kwestie van het milieu wordt sinds begin jaren
70 van de vorige eeuw genoemd als een van de bedreigingen van de aarde en dus
van de mensheid. Vele maatregelen zijn daaruit voortgevloeid. Dat deze zaak
heel twijfelachtig is voor een gelovige, blijkt uit het feit, dat na deze tijd er een
periode van 1000 jaar volgt waarin deze (oude) aarde blijft bestaan.

‘Daarmee kan het nooit zó bedreigend zijn, dat heel de aarde bedreigd wordt!’

Precies, en Gods woord is de waarheid en niet al die berichten die dagelijks op
ons afgevuurd worden. Omdat de aarde nog 1000 jaar zal bestaan, hoeven wij
ons geen enkele zorg te maken of deze aarde wel zal blijven bestaan. Wij kun-
nen  rustig slapen omdat wij weten dat God zelf zal zorgen voor het behoud van
deze aarde. Al die tijd en aandacht die ook veel gelovigen aan het behoud van
deze aarde hebben besteed, was dat nodig?

‘Ja, als je er zo tegenaan kijkt, ziet het plaatje er wel anders uit!’

Zo zijn er wel meer van dat soort dingen te noemen waardoor men het denken
van de mensen (en dus ook het gedrag!) heeft beïnvloed en veranderd. Je ziet
wel gebeuren dat als er veranderingen plaatsvinden in de maatschappij en
dingen worden geaccepteerd, die voorheen niet aanvaard werden, na verloop
van tijd binnen de christenheid óók aanvaard worden.

‘Aan welke dingen denk je dan? Abortus? Euthanasie?’

Dat niet zozeer, wel denk ik aan zaken als samenwonen voor het huwelijk,
feminisme, evolutie, dat soort zaken. Meestal begint het met de kerken. Eerst
worden dingen door de modern ingestelde kerken aanvaard, en langzaam ver-
schuift de acceptatie naar de orthodoxere. De evangelischen schuiven vervol-
gens ook mee. Dat is wat mij betreft beïnvloeding van de gelovigen door het
denken van deze wereld (of aioon/eon).

‘En het zou in feite andersom moeten zijn.’

Jawel, het denken van ons als gelovigen zou zo door de Schriften beïnvloed en
veranderd zijn, dat zaken als evolutionisme, feminisme en wat voor -ismen je ook
maar kunt bedenken, geen wezenlijke invloed erop kunnen hebben. Je kunt wel
over deze dingen nadenken, maar dat zou in het licht van de Schrift gebeuren en
niet andersom.

..God zette zijn grote plan met de mensheid voort met de christelijke
gemeenten, maar niet op dezelfde wijze als met Israël. Israëls recht-
vaardig voor God zijn was nog voorwaardelijk, het was nog verbonden
aan wetsonderhouding. Want Israël verkeerde nog in de fase van het
onmondig kindschap, dat zichtbare voorschriften Gods nodig heeft.
Wie in Israël de wet van Mozes niet achtte, was een onrechtvaardige.
Jezus Christus had nog niet op Golgotha de zonden van de wereld weg-
gedragen.
De christelijke gemeenten zijn na de verwoesting van de Tempeldienst
gaan menen een nieuw geestelijk Israël te zijn , welks rechtvaardig zijn
nog steeds afhankelijk was van het onderhouden van Israëls vergees-
telijkte wetten. Jezus Christus had op Golgotha Gods wet vervuld en de
zonden van de mensheid weggedragen, hetgeen God met de mensheid
heeft verzoend ’toen zij nog vijanden waren’ (Romeinen 5:10), maar
dat werd niet goed verstaan. De bloedige Tempeloffers waren overbodig
geworden, maar dat nam niet weg dat het op Jezus Christus vertrouwen
van het nieuwe Israël verbonden bleef aan het onderhouden van kerke-
lijke voorschriften. Wie die verachtte, was een goddeloze….
De christelijke gemeenten zijn Gods genade blijven verbinden aan wets-
onderhouding, dat is aan menselijk gedrag. Zij zijn Israëls voorschriften
van Mozes gaan verchristelijken, menende nog steeds als Israëls bonde-
lingen te zijn, leden van het Nieuwe Verbond, in plaats van zonen en
dochters van God de Vader.’

Uit: ‘De Almachtige is de Vader van alle mensen’ – drs. A. Keizer, blz.26,27