Woord vandaag

‘Fijn weer, dat we zo met Kolossenzen 1 bezig zijn. Het is ons evangelie.’

Het is een geschenk van Vader als we die vrede in ons hart gelegd hebben gekre-
gen door dit evangelie van verzoening en genade. Als je je bewust wordt van de
geweldige vrede die als resultaat van Zijn werk aan het kruis tot stand gebracht
is, krijg je die vrede ook echt van binnen, in je hart. Het is echter wel mogelijk,
dat je in je ervaring als gelovige die vrede kwijt kan raken. Dan heb je je positie
als gelovige in Christus niet verspeeld, want dat is onmogelijk.

‘Maar je kunt je laten verplaatsen van de verwachting van het evangelie?’

Paulus heeft het dan over je praktische beleving als gelovige. Wanneer je een
waar gelovige bent en je hebt de diepe vrede in je hart gekregen door het horen
en geloven (wat Gods werk in je is) van de boodschap van verzoening, dan kun je
die vrede wel voor wat betreft je ervaring kwijtraken. Dat is als je een andere
boodschap, een ander evangelie gaat omarmen –wat geen echt evangelie is- en
je hoort een andere dan de paulinische verwachting en je gaat dat ook geloven.

‘Het is dus zaak om te blijven bij het geloof, gefundeerd en bestendig.’

Nu stelt Paulus dit niet zo voorwaardelijk, alsof wij heel krampachtig moeten
proberen bij de boodschap van de apostel te blijven. Het gaat om geloof, en
dat is geen kramp. We blijven blij met het evangelie wat wij horen en als dat
in je hart is, wil je niets anders meer. Het is de heerlijke zekerheid, dat niets
ons kan scheiden van de liefde van God die in Christus Jezus is! Want dát is het
ervaren van de wederzijdse verzoening elke dag!

Woord vandaag

‘Bij die twee woorden is er dus wel degelijk een belangrijk verschil.’

Bij het woord verzoenen (neer-veranderen) gaat het om de hele wereld en zijn
alle barrieres tussen de mens en God weggehaald. Er klinkt in 2 Corinthiërs 5 na-
dat de verzoeningsboodschap geklonken heeft: wees verzoend met God.
Als jij/u dan God gaat danken voor Zijn genade (zonder iets te doen want het is
al gedaan), dan ben jij verzoend. Er is volkomen vrede tussen jou en God. Wan-
neer jij je dat volkomen bewust bent, is er sprake van wederzijdse verzoening.

‘Het verzoenen is algemeen en wederzijds verzoenen geldt voor hen die zich dat
bewust geworden zijn?’

Zo kun je dat heel eenvoudig samenvatten. Bij beide is het kruis essentieel. De
wederzijdse verzoening is door het kruis. Het betekent, dat wij of andere schep-
selen niets hebben kunnen doen om met God verzoend te zijn. Dit breekt onze
trots. Het vernederende van het kruis treft ons, en het raakt ons hard. Wanneer
wij zien wie wij werkelijk zijn in het licht van het kruis, dan gaan we beseffen dat
wij niets in te brengen hebben. Het kruis laat zien wat in de mens is: vijandschap.

‘Dat is het. Hij heeft toch de vijandschap gedood?’

Ja, zowel in Efeziërs 2 en Kolossenzen 1 klinkt, dat de vijandschap aan en door
het kruis gedood werd. In Efeziërs 2 wordt dat wel letterlijk gezegd, en in Kolos-
senzen 1 komt het daarop neer. In vers 21-23 van Kolossenzen 1 staat, dat ook
wij vijanden waren in onze manier van denken en dat Hij ons wederzijds verzoent,
door(heen) Zijn dood. Het is een bijzonder fijn gegeven, dat wij die verzoend zijn,
heilig en smetteloos en onbeschuldigbaar voor Zijn aangezicht zijn! 

Woord vandaag

‘Zeg, nu spreek je over verzoening en wederzijdse verzoening. Is dat niet ver-
schillen zoeken op universitair niveau?’

De Schrift maakt in de grondtekst onderscheid. Het woord katallasso is anders
dan het woord apokatallasso. Dit lijken alweer twee moeilijke woorden, maar
het eerste woord betekent eigenlijk: neer-veranderen en het tweede woord:
vanaf-neer-veranderen. Het eerste woord wijst op een verandering die door God
tot stand is gebracht als het gaat om toegang tot Hemzelf.
Hij was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenend en rekent hun de krenking-
en niet aan.

‘Dat staat in 2 Corinthiërs 5. Is dat dan neer-veranderen?’

God is in Zijn liefde voor Zijn Zoon Degene die handelt. Hij zorgde ervoor, dat de
Zoon van Zijn liefde naar deze aarde kwam en mens werd. Daardoor zijn alle ver-
hinderingen weggedaan tussen God en mens. Wij kunnen als mens na het horen
en geloven van het evangelie (Paulus: mijn evangelie) vrij naar Vader gaan en met
Hem spreken. Die vrije toegang, dat is door het handelen van God en Zijn Zoon
tot stand gebracht.

‘En vanaf-neer-veranderen, dat staat alleen in Efeziërs 2 en Kolossenzen 1?’

Jawel. Dan gaat het om twee groepen, die met elkaar in vrede omgaan. Dit woord
vertelt over diegenen die eerst in vijandschap waren tegen God en Zijn Zoon.
Er bestaat volkomen waardering voor de vrede die het gevolg is van het verwijde-
ren van elke vorm van vijandschap. Bij wie? Bij de schepselen! De Schepper was
niet vijandig tegen Zijn schepping. De schepselen die verzoend zijn, die genieten
volop van deze vrije toegang en de vrede die gekomen is! 

Woord vandaag

‘Het kruis spreekt dus van diepe vernedering.’

Het bijzondere is, dat deze vernedering in feite de achtergrond blijkt te zijn voor
de onthulling van Gods liefde voor Zijn Zoon! Het kruis maakte de weg vrij voor
de verhoging van Christus boven alle overheid en macht, boven alle heren, tronen
en zelfs soevereiniteiten. Maar ook boven alle gevolmachtigden en alle naam
die genoemd wordt (Efeziërs 1:20-23). Een ongelooflijke verhoging, maar Hij is
daar door Vader gezet.

‘Ja heerlijk, dat wij dat steeds meer gaan erkennen.’

De schande van het kruis was nodig als voorbereiding voor de regering in heer-
lijkheid van Christus. Maar dan als de geliefde Zoon. Hij is nu dé regeerder van
een nog verborgen (geestelijk) koninkrijk. Het bijzondere is weer, dat wij met Hem
verheerlijkt zijn en worden in die positie. Zijn vernedering was daartoe nodig.
Degene die de zonde niet kende, werd door God voor ons tot zonde/zondoffer
gemaakt, opdat wij Gods gerechtigheid in Hem worden.

‘Is er meer, zijn er nog meer aspecten van het kruis?’

Zijn vernedering of verootmoediging draagt nog meer vrucht. Aan en door het
kruis werd alle vijandschap weggedaan. Niet alleen tussen de twee groepen, de
gelovigen uit de besnijdenis en die uit de voorhuid. Maar ook tussen de mens
en God. De mens stond vijandig tegenover God. Van de kant van de mens was
er veel vijandschap tegen God. Ook die werd gedood aan het kruis. God was niet
vijandig tegen Zijn schepselen, andersom wel.
Het was wel Gods liefde voor Zijn Zoon die het kruis voorbereidde, zodat Hij de
wederzijdse verzoening tot stand kon brengen!