‘Bij die twee woorden is er dus wel degelijk een belangrijk verschil.’

Bij het woord verzoenen (neer-veranderen) gaat het om de hele wereld en zijn
alle barrieres tussen de mens en God weggehaald. Er klinkt in 2 Corinthiërs 5 na-
dat de verzoeningsboodschap geklonken heeft: wees verzoend met God.
Als jij/u dan God gaat danken voor Zijn genade (zonder iets te doen want het is
al gedaan), dan ben jij verzoend. Er is volkomen vrede tussen jou en God. Wan-
neer jij je dat volkomen bewust bent, is er sprake van wederzijdse verzoening.

‘Het verzoenen is algemeen en wederzijds verzoenen geldt voor hen die zich dat
bewust geworden zijn?’

Zo kun je dat heel eenvoudig samenvatten. Bij beide is het kruis essentieel. De
wederzijdse verzoening is door het kruis. Het betekent, dat wij of andere schep-
selen niets hebben kunnen doen om met God verzoend te zijn. Dit breekt onze
trots. Het vernederende van het kruis treft ons, en het raakt ons hard. Wanneer
wij zien wie wij werkelijk zijn in het licht van het kruis, dan gaan we beseffen dat
wij niets in te brengen hebben. Het kruis laat zien wat in de mens is: vijandschap.

‘Dat is het. Hij heeft toch de vijandschap gedood?’

Ja, zowel in Efeziërs 2 en Kolossenzen 1 klinkt, dat de vijandschap aan en door
het kruis gedood werd. In Efeziërs 2 wordt dat wel letterlijk gezegd, en in Kolos-
senzen 1 komt het daarop neer. In vers 21-23 van Kolossenzen 1 staat, dat ook
wij vijanden waren in onze manier van denken en dat Hij ons wederzijds verzoent,
door(heen) Zijn dood. Het is een bijzonder fijn gegeven, dat wij die verzoend zijn,
heilig en smetteloos en onbeschuldigbaar voor Zijn aangezicht zijn!