Woord vandaag

‘We hebben een groot God, onze Vader.’

Bij Hem is wat Hij spreekt, betrouwbaar. Het is een woord, dat in
de tijd ook een daad blijkt te zijn. We mogen Hem als Vader kennen,
die Zich in de loop van de tijd onthult. Hij laat Zich steeds meer zien.
Zijn woord vertelt erg veel over wie Hij is. En dat blijkt uit wat Hij
doet. Hij is liefde, en uit al Zijn handelen blijkt dat. Ook al denken
mensen vaak negatief over Hem.

‘Dat Hij dan toch mijn Vader is, verwondert mij.’

God werkt alles uit volgens Zijn voornemen. Hij is liefde en werkt
dat grootse plan dan ook uit in en door de Zoon van Zijn liefde. Juist
in Kolossenzen 1 gaat het om Hem. In en door en tot in Hem is het
al geschapen. Hij zal Zijn plan uitvoeren en komen tot volkomen ver-
zoening van het al. Daar gaat het naar toe. Door de Zoon van Zijn
liefde, Die ook de Eerstgeborene uit de doden is.

‘Ja mooi, ga door.’

God heeft alle touwtjes in handen. Hij heeft Zich onthuld in Zijn
woord en in Zijn Zoon. We zijn verwonderd over wat Hij doet. In
Romeinen 9 zien we Hem in verband met Farao als de Barmhartige.
Hij is barmhartig over wie Hij wil en Hij verhardt wie Hij wil. De kri-
tische vragensteller zou willen vragen:

maar wat heeft Hij dan nog aan te merken, want wie heeft Zijn
bedoeling weerstaan?

Het antwoord is: wie ben jij, o mens, dat je God tegenspreekt?

 

Woord vandaag

‘Vader heeft het alles in Zijn hand.’

We hebben vaak nog een te klein idee van hoe Hij is. In Zijn
hand zijn wij geborgen. Hij zorgt voor ons, voor Zijn schepping.
Hij zag om naar Zijn volk, toen dat verdrukt werd in Egypte.
Hij verloste met machtige hand en zette tegelijk de afgoden
van Egypte te kijk. Inclusief Farao zelf, die als een god vereerd
werd in die tijd.

‘Ja en Romeinen 9 spreekt daar ook over.’

Een hoofdstuk dat helaas niet vaak genoeg gelezen wordt.
De kwestie Israël is aan de orde, en dat bezorgt de apostel
voortdurend hartzeer. Het gaat daar om de soevereiniteit van
God. Het gedeelte staat als het ware in spiegelbeeld met het
laatste gedeelte van Romeinen 8, dat óók gaat over diezelfde
soevereiniteit, maar dan individueel, de mens alleen.
Romeinen 9 gaat het om een volk, Israël.

‘We hebben het over de unieke regering van God.’

Ja, God (de Plaatser) heeft alle touwtjes in handen. Hij heeft
alles tevoren bepaald. Dat zie je voor de geboorte van Jakob
en Esau. Toen zei IEUE tegen Rebekka, dat de grotere de min-
dere zou dienen. En Romeinen 9 voegt er nog aan toe, dat het
was toen zij niets goeds of kwaads hadden gedaan. Toen was
hun loopbaan al vastgelegd.

‘Geen aanleiding in een van hen die Gods keuze bepaalde.’

De tekst zegt ons daarover dit:

opdat het voornemen van God, dat overeenkomstig de verkiezing
is, stand zou houden, niet uit de werken, maar uit Hem Die roept –

God kiest uit, en dat is het dan. Jakob is de grotere in de praktijk,
terwijl Esau de eerstgeborene was en recht had op de grote zegen,
kwam dat toch bij Jakob. Zoals voorzegd voor hun geboorte. Dan
hangt het alles van God af, Hij bewerkt het ook. Maar ook het ver-
harden in het geval van de Farao!

Woord vandaag

‘God regeert, dat hoorden we gisteren.’

Het is een belangrijk punt, dat Paulus bidt voor de gelovigen,
dat zij groeien in de erkenning van God. Dat is ook de uitkomst
van de eonen. God, de Plaatser, werkt daar naartoe. De geschie-
denis van de Farao is belangrijk, omdat Romeinen 9 daar over
spreekt. Het wonderlijke is, dat God zelf het hart van de Farao
standvastig maakte.

‘Dat zegt Hij vooraf tegen Mozes, ja.’

In Exodus 4:21 staat het, en in 7:3 eveneens. Daarna gaat de 
geschiedenis lopen van de 10 plagen, die over Egypte komen.
Dan lezen we bij gelegenheid dat het hart van Farao verhard-
de, en wordt verwezen naar de uitspraak uit Exodus 4:21.
En niet alleen daar, maar ook als het gaat om de volkeren.
Toen Jozua het land Kanaän binnentrok, versterkte, verhardde 
Hij de harten, opdat er strijd was, en door IEUE overwinning.

‘Het gaat om de Naam van God.’

Zeer zeker, en die werd verheerlijkt dwars door alles heen.
Daar ging het om in de geschiedenis met Farao. En zo blijkt,
dat God (Onderschikker, Plaatser) alle touwtjes in handen
heeft. Hij is het, die volgens Psalm 33:15 alle harten van de
mensen vormt. En het hart van de koning is in de hand van
IEUE als waterbeken (verdelingen van water); Hij neigt het
tot alles, wat Hem behaagt. (Spreuken 21:1)

 

God en groei

Paulus bidt in Kolossenzen 1:9-14 voor de gelovigen. Dankbaar
voor de vrucht die hij ziet, bidt hij voor groei. Toename in de er-
kenning van Gods wil. Een waardige wandel, en: groeien in de
erkenning van God. Wat is dat? L
uister hier naar de toespraak. 

Woord vandaag

‘God is de Allerhoogste, Hij regeert. Toch?’

Uiteindelijk heeft Hij alle touwtjes in handen. Niets kan Zijn
werken tegenhouden. Ook in het voor ons wellicht ingewikkelde
hemelse bereik, de hemelse regionen. Daar zijn de geestelijke
machten die in Kolossenzen 1 genoemd worden: tronen, heer-
schappijen, soevereiniteiten, gevolmachtigden. Dit geldt voor
de onzichtbare machten.

‘Maar Christus Jezus staat toch boven die machten?’

In Kolossenzen 2:9,10 staat daarvan:

Hem, Die het Hoofd is van iedere soevereiniteit en volmacht

Dat geldt zeer zeker voor de hemelse. In de toekomst zal blij-
ken, als Hij ook blijkt te zijn: Koning van de koningen en Heer
van de heren
. Dat is het aardse aspect van het geheimenis van

Christus. In Efeziërs gaat het om het hemelse aspect ervan.
Daarin heeft de gemeente, het lichaam van Christus, deel.

‘Ja, we kennen ook de boodschappers.’

Een machtige boodschapper is bijvoorbeeld Gabriël. De Heer
zelf wordt in 1 Thessalonicenzen 4:16 de Vorst-boodschapper
genoemd. Het is een bijzonder gegeven, dat de Heer zelf ook

de functie van Boodschapper had, als Profeet. Maar Hij is de
hoogste, de belangrijkste. Dat hebben de hemelse machten
van meet erkend en namen een onderschikkende plaats in.