Woord vandaag

‘We kijken weer naar een Spreuken 18 tekst vandaag?’

Waar een goddeloze binnenkomt, komt ook verachting,
en met schande komt ook smaad. Spreuken 18:3

Je kunt ook vertalen:

Waar slechtheid komt, komt ook verachting
met oneer (komt) schande

Het woord voor ‘slechtheid’ (rasja) wordt vaak vertaald met
‘goddeloos’. Daar zit vanzelfsprekend een verband tussen.
Dat zien wij ook in de lijn die Romeinen 1:18-32 laat zien.
Waar mensen God niet langer als God erkennen, wordt dat zicht-
baar in levensstijl en gedrag. Het uit zich in allerlei daden, die
met name in de verzen 28-32 duidelijk geschetst worden; alle-
maal daden en werken, die te maken hebben met slechtheid, en
afwijken van God.

‘De gevolgen van het niet erkennen van God zijn ernstig!’

Er staat in Romeinen 1 zeer duidelijk, dat God overgeeft aan…
en je ziet ook in de lijn lopen van ‘dwaasheid’ (Romeinen 1:22)
naar de ‘slechtheid’ van vers 28-32, net als hier in Spreuken 18
vers 2 en 3. Opmerkelijk.

De slechte of goddeloze zal de eerbiedige (degene die God wel er-
kent) verachten of minachten. Als we de lijn even doortrekken van
de vorige dagen, dan zien we dat ook in de houding van de farizeeën
tegenover de Heer Jezus; uiteindelijk moest Hij gedood worden.
Later zijn talloze gelovigen een martelaarsdood gestorven door toe-
doen van de handen van goddelozen (de Romeinen bijvoorbeeld).

‘Dat zijn de feiten, zo zien we dat Spreuken de waarheid spreekt.’

De tweede regel van dit vers wijst ook op wat met goddeloosheid
of slechtheid gepaard gaat: oneer, schande. De goddelozen of slechte
mensen brengen oneer, niet alleen aan degenen die God vereren,
maar over zichzelf. Zij onteren daarmee ook zichzelf; want ook zij
zijn mensen, door God geschapen om tot Zijn eer te zijn; door hun
wandel en handel zijn zij tot oneer. Ten eerste eren zij God niet, en
daardoor onteren zij zichzelf, dat is tegelijk hun schande.
Uiteindelijk kan alleen God zelf hen door Zijn Zoon redden, en men-
sen die tot geloof komen, worden onttrokken aan deze verdrietige
gang van zaken, en zijn in hun leven wel tot eer van God, die hen
-en allen- liefheeft! 

Woord vandaag

‘Bijzonder, wat in zo’n Spreuk van gisteren naar voren kwam.’

Voor vandaag kijken we naar Spreuken 18:2 :

Een dwaas vindt geen vreugde in inzicht,
maar in het blootgeven van zijn hart.

Het woord voor ‘dwaas’ heeft hier te maken met ’traag (dikkig)
zijn’ met bijbetekenis ‘dom’. Het komt regelmatig in Spreuken
terug, dit woord dat vaak met ‘dwaas’ vertaald is. Deze heeft
geen welgevallen in ‘inzicht’; een woord dat afgeleid is van een
van die andere bekende woorden uit Spreuken, het Hebreeuwse
‘binah’ dat te maken heeft met ‘onderscheidingsvermogen’ en
van daaruit: ‘inzicht’.

‘Dus een dwaas, een trage, wil zich liever niet inspannen om tot
inzicht en dergelijke te komen?

Ja, dat kun je eruit opmaken. Als we kijken naar de afgelopen
90 jaar, dan zien we dat de gemiddelde mens er niet in inzicht
op vooruit is gegaan. In de maatschappij zie je dat er van leer-
lingen qua prestaties minder verwacht wordt. In Amerika heeft
een mevrouw, Charlotte Thomson Iserbyt, dat verschijnsel be-
schreven in een boek, dat zij schreef na zorgvuldig onderzoek:
‘The deliberate dumbing down of America’. Daarin toont zij aan,
dat de Amerikanen omgevormd werden van pure individualisten,
probleem oplossende mensen, tot slaafachtige, onnadenkende
mensen die alles -zonder zelf te denken- doen wat hun wordt opge-
dragen.

‘Ongelooflijk, waarom horen we daar nooit iets over?’

Dat maakt deel uit van het hele plan. Het werd allemaal erg in
het geheim ontwikkeld en doorgezet.
Maar goed, het tweede deel van de Spreuk vult aan en zegt dat
een dwaas zijn of haar mond niet kan houden en alles maar
(luidruchtig) zegt wat in het hart opkomt. Een sektarisch mens
verkondigt uit het eigen hart wat als waarheid beschouwd wordt
en maakt dat wereldkundig. Daarmee zet zo iemand echter de
eigen leegte te kijk.

Beter is het, te luisteren naar Zijn woord en daaruit te putten als
het gaat om wijsheid, leiding en uitzicht, voor nu en morgen!

 

 

 

 

Woord vandaag

‘Zeg, ik vond die Spreuken wel fijn. Dat was een hele serie.’

Misschien is het goed, ons daar nog een keer in te verdiepen.

Spreuken 18:1 zegt:

Een zelfzuchtige zoekt naar zijn eigen verlangen,
hij barst los tegen alle wijsheid.

‘Zelfzuchtige’ – het woord heeft in het Hebreeuws (parad) iets
in zich
van ‘afzonderen’, dus ‘hij die zich afzondert’. Dat kan te
maken hebben met iemand, die sektarisch denkt dat hij het al-
lemaal beter weet dan anderen. Vaak zijn dat diegenen, die zich
alleen opstellen en tegelijk zoeken hun verlangens te vervullen.

‘Tsja, je had heel wat jaren geleden ene Lou de palingboer die
allerlei profetieën kreeg.’

In de tijd van de Heer Jezus waren dat de farizeeën, waar ook
Paulus bij hoorde. Dat was een soort sekte, we weten het. Dat
sektarisch zijn een werk van het vlees is, stelt Paulus later in
Galaten 5:19-21. Deze mensen getuigen in hun handel en wan-
del niet van de gezindheid van Christus Jezus (Filippenzen 2).

‘En dat: ‘barst los tegen alle wijsheid?’

Je kan het woord dat in het Hebreeuws voor ‘wijsheid’ staat, ook
met ‘inzicht’, ‘scherpzinnigheid’, ‘vernuftigheid’ of ‘pienterheid’
vertalen. Buber/Rosenzweig vertaalt in het Duits een woord, dat
wijst naar ‘bezinning’ of ‘scherpheid’. Dus degene die zich afzon-
dert, zal zich verzetten tegen al wat hem tot bezinning kan brengen
om weer terug in de realiteit te komen. Zo zien we dat in scherpste
tegenstelling bij de Heer Jezus tegenover de farizeeën. Zij wezen Zijn
woorden af, Zijn Messiasschap af. Zij wilden hun positie handhaven,

en desnoods offerden zij Hem daarvoor op.

‘Dat was inderdaad wel de scherpste tegenstelling. Hij botste voortdu-
rend met de schriftgeleerden en overpriesters.’

We lezen er veel over in Johannes. Hij deed tekenen waarmee Hij Zijn
Messiasschap onderstreepte en dat leidde steeds tot botsingen met de
Joodse leiders van Zijn dagen. Steeds wees Hij hen op de Tenach, die
zij goed moesten kennen. Zij hadden echter hun eigen uitleg en veel
extra wetten en regeltjes aan de Thora toegevoegd, waardoor de ware
betekenis ondergesneeuwd raakte!
Hij zei zelfs tegen hen: ‘Onderzoek de Schriften’ (Johannes 5:39)! En
dat is iets wat wij ook zouden doen.

 

 

Daniël – 13 – de dag des Heren

Op 3 mei 2012 werd gesproken over ‘de dag des Heren’ dat een
belangrijke uitdrukking is in het Profetisch Woord. Aan de hand
van hiervan werd gekeken naar diverse tekstverbanden waarin
de dag van de Heer (of: Jahweh) genoemd wordt.
In Openbaring 1:10 gaat het niet over de zondag, maar over deze
bijzondere dag die in het Profetisch Woord regelmatig genoemd wordt.

Luisteren kunt u hier: deel A en deel B van deze avond.

Daniël – 12 – mannelijke zoon

Op 29 februari 2012 werd gekeken naar Openbaring 13 als vervolg
op de bespreking van 1 februari 2012 waarin Openbaring 12,
de mannelijke zoon, petra/sela en dergelijke aan de orde kwamen.
De twee wilde dieren (beesten) – wie zijn dat? Let op: deze studie was
eerst geplaatst onder Het Profetisch Woord – 11, maar is in feite een
vervolg op die avond waarvan de juiste geluidsbestanden ook heden
(23-11-2012) geplaatst zijn. Het is misschien goed nu eerst de studie
onder Het Profetisch Woord – 11 te beluisteren, en daarna opnieuw
deze bestanden: deel A en deel B.