Opmerkelijk: PKN-commissie ziet geen alverzoening

Het Nederlands Dagblad meldt vandaag (17 oktober 2012),
dat een commissie advies heeft uitgebracht aan de synode van
de PKN, dat er geen grond voor alverzoening bestaat.
Kerklid Daaf Bokhout uit Haarlem maakt ernstig bezwaar
tegen artikel 37 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Hij
bestrijdt in zijn bezwaarschrift (gravamen heet dat in kerkelijk
jargon) de tekst van artikel 37 over het laatste oordeel.
Hij bestrijdt dat er -volgens artikel 37 NGB- twee soorten men-
sen zijn: ‘Zij die van eeuwigheid verkoren zijn en de anderen‘.
Hij baseert zich op Psalm 65:1-4 (God vergeeft iedereen) en op
1 Johannes 2:2 (Jezus Christus is het boeteoffer van de zonden
van de hele wereld). In zijn bezwaarschrift roept hij de PKN op
een aanvullende verklaring op te stellen dat God ieder mens
vergeeft.
De commissie heeft, zoals te verwachten viel, daar afstand van
genomen. De commissie stelt dat het kerklid slechts twee kern-
teksten uit de Bijbel nam en als meetlat gebruikte waarlangs
alle andere teksten (die zijn overtuiging tegenspreken) gelegd
moeten worden. Interessant genoeg stelt de commissie verder,
dat de Bijbel wel spreekt over de vergevende liefde van God, maar
altijd verbonden met de oproep tot geloof en bekering.
Daarom adviseert de commissie het bezwaarschrift af te wijzen.

We zien hier, als we op de tekst van het krantenbericht afgaan,
dat het uiteindelijk van de mens afhangt. God is wel een verge-
vende God, maar de mens moet iets doen (geloven, zich bekeren)
om de vergeving te kunnen ontvangen. God is kennelijk onmach-
tig als het om het doen van de mens gaat. Dus gaat eenieder ver-
loren, en dat voor eeuwig, die zich niet bekeert en/of niet gelooft.
Daarmee wordt duidelijk, dat de PKN in de leer (als men het ad-
vies van de commissie overneemt in deze kwestie) religieus is.
Men houdt het erop, dat de mens moet geloven of zich bekeren en
anders gaat het met die mens voor eeuwig mis.
Waar het kerklid met zijn tekstverwijzing wijst op het werk van
Jezus Christus (helaas heeft hij geen teksten uit de brieven van
Paulus gebruikt), wijst de commissie op het werk van de mens
(geloof, bekering) om de vergevende liefde van God te kunnen ont-
vangen.
Als het kerklid zich uitgebreid had georiënteerd op de brieven van
Paulus en de PKN naast al die teksten van de apostel had gewezen op
het boek ‘Het ene doel van God’ van dominee Jan Bonda, dan had hij
heel wat meer bijbelse fundering kunnen aanreiken voor de God, die
allen met zich verzoent door de dood en opstanding van de Zoon van
Zijn liefde: Christus Jezus!

Woord vandaag

‘Wat is het een bijzonder iets, dat zo’n toekomst ons wacht.’

We kunnen ernaar uitzien, het is onze heerlijke verwachting. Het is
geen Grieks-achtige ideeënwereld die wij geloven; het is puur de
Schrift zelf die wij geloven. Gewoon, wat er staat geschreven. God heeft
Zijn woord zevenvoudig gefilterd (Psalm 12:7). Er is niets mis met de
grondige woord-voor-woord bestudering van de Schriften. Dat wat er
staat gewoon geloven. Simpel.

‘En het is Zijn geest, die ons leidt in alle waarheid, Zijn woord.’

Dat is een bijzonder genade-geschenk: Zijn geest in ons, waardoor wij
verzegeld zijn, die geest van de belofte, de heilige. We zijn geweldig
dankbaar voor zo’n rijke gift. Wat bijzonder, dat Hij dat geeft. We kun-
nen ons door die geest, door Zijn woord, laten leiden. Deze periode van
Gods reddend handelen kenmerkt zich door een overmaat aan geest.
Dat maakt het vaak voor gelovigen lastig, het is onzienlijk, ontastbaar,
maar wel heel veel rijkdom: geestelijke zegen te midden van de heme-
lingen.

‘En dat alles in Christus Jezus, wij zijn in Hem.’

Wij zijn gelovigen in Christus Jezus, Efeziërs 1:1, dat beschrijft onze
geestelijke status en positie. Een paar verzen verder lezen we over de
ongelooflijke liefde en genade die ons deel is geworden. Als gelovigen
ziet Hij (God, de Vader) ons als heilig en smetteloos voor Zijn aange-
zicht. Wanneer? Altijd! Van meet af aan, toen wij in Zijn gedachten
er al waren, wonderlijk!

Woord vandaag

‘Wat een uitzicht he, als je even Efeziërs 1:4 tot je laat door-
dringen!’

Met name in de daarop volgende verzen komt de liefde van God
zo naar je toe: ‘In liefde ons tevoren bestemmend tot het zoon-
schap door Christus Jezus voor Zichzelf
‘….
Wat denk je daarvan? Dat ’tevoren’ verwijst naar ‘vóór de neder-
werping van de wereld
‘; dus vóór Genesis 1:2! En als we daarbij
denken aan 2 Timotheüs 1:9-11, waar het gaat om genade, ons ge-
schonken vóór eonische tijden, dan lijkt het er op, dat dit vers in
Efeziërs ook heel ver in de tijd terugwijst.

‘Ja, wat is dat toch geweldig he. Wij waren al in Gods liefde besloten
toen heel Gods plan nog moest beginnen!’

Het is ongelooflijk, dat wij de plaats van zoon toen al toegewezen kregen,
en dat staat absoluut helemaal los van onze eigen prestaties. Het heeft
daar niets mee te maken. God gaf het ons en in de tijd riep Hij ons en wij
hebben -achteraf gezien- niet anders gekund dan Zijn roepstem beant-
woorden, die in het goede nieuws van genade van God naar ons toe kwam.

‘Ja, die plaats van zoon, dat houdt heel veel in.’

Wij zijn als zonen inzetbaar voor Hem, op de plaats waar Hij ons neerzet.
Daar ontkomen wij niet aan. Straks, te midden van de hemelingen, als
wij daar ook lijfelijk zijn, zal Hij ons gebruiken. Ook nu al, dat is zeker.
En wat we zullen doen is Zijn genade tonen, door het licht dat wij dan let-
terlijk uitstralen en wat wij door onze woorden aan hen kenbaar maken.
Zij zullen door het ‘getuigenis’ van het lichaam van Christus uiteindelijk
tot onderschikking aan de Zoon van God, Christus Jezus, gebracht worden.

‘Klinkt bijna als iets dat onmogelijk is.’

We zullen het mee gaan maken! We zijn niets voor niets leden van het li-
chaam van Christus. Dat betekent nu een weg van lijden en verdrukking
gaan, en straks de heerlijkheid gaan ervaren als hen die Christus Jezus
compleet maken. Hij heeft ons nodig als instrument om die hemelingen
onder Zijn voeten te brengen. Dat brengt eer aan Hem, aan ons en vooral
en bovenal: aan de Vader van de heerlijkheid!

Woord vandaag

‘We zijn nu al even bezig met de oorsprong van het kwaad en het
is voor mij helemaal duidelijk.’

Goed om te horen, Gods woord spreekt helder ook over deze moeilijke
dingen, van een lezer kwam een bijzonder woord uit Klaagliederen
naar voren en het lijkt goed daarmee deze overwegingen af te sluiten:

Komt niet uit de mond van de Allerhoogste voort
het kwade en het goede?
Wat klaagt dan een mens die leeft? (Klaagliederen 3:37,38a)

En het woord van onze grote God, die werkelijk alle touwtjes in handen
heeft, zal in ons leven als gelovigen ook de doorslag geven. Geen woord
dat van God komt zal krachteloos zijn.

‘Voor mij is het volstrekt duidelijk geworden, het spreken van filosofieën
over deze dingen houdt geen stand!’

De alleen wijze God geeft wijsheid die nodig is. Als wij wijsheid tekort
komen (en dat komen we), dan zal God die geven als we Hem vragen en
raadplegen. De enige norm daarbij blijft Zijn woord, niet de redene-
ringen van mensen.
Dat geldt voor alles in ons leven. Zien wij het licht van God erop
schijnen, dan ziet het er ineens anders uit. Het is opvallend, hoe rijk
de boodschap van de Schrift is, als wij daaruit komen tot een juist
beeld van God. Hij is liefde en daar komt al Zijn handelen uit voort.

‘Het is onvoorstelbaar hoe verkeerd het Godsbeeld is van mensen.’

Velen hebben helaas -en zij zijn gelovigen- een verkeerd beeld van
wie God is. God heeft door Paulus een geweldig evangelie bekendge-
maakt dat helemaal los staat van menselijke inspanningen.
God heeft de gelovige van vandaag uitgekozen, niet op grond van
het al aanwezige geloof en al helemaal niet op grond van gedane
arbeid. Het uitkiezen is al vóór de nederwerping van de wereld
gebeurd, volgens Efeziërs 1:4. Wat is de basis? Zijn liefde!