‘Oke, we hebben nu lang naar Petrus gekeken, en hoe zit het dan met
Johannes? Want dat was toch ook een belangrijke apostel?’
Van Johannes’ persoonlijke bediening wordt iets belangrijks
gezegd door de Heer in Johannes 21:
22Â Jezus zeide tot hem: Indien Ik wil, dat hij blijft, totdat Ik kom,
wat gaat het u aan? Volg jij Mij.
23Â Dit gerucht ging dan uit onder de broeders, dat die discipel niet
sterven zou; doch Jezus had niet tot hem gezegd, dat hij niet zou
sterven, maar: Indien Ik wil, dat hij blijft, totdat Ik kom, wat gaat
het u aan?
24Â Dit is de discipel, die van deze dingen getuigt en die deze beschreven
heeft en wij weten, dat zijn getuigenis waar is.
De Heer zei iets bijzonders over Johannes, en in feite over zijn bediening.
Petrus’ bediening werd op zeker moment afgerond, maar die van Johannes
zou ‘blijven totdat Ik kom’.
Petrus volgt zijn Heer in geest en ervaring. Dus niet alleen in de manier
waarop hij stierf (kruisiging), maar ook in de geest van zijn brieven. Die gaan
over het lijden van Christus en zijn geschreven aan hen die verdrukking
ondergaan.
Er is een contrast, een tegenstelling in de bediening van Johannes.
Die is weergegeven in zijn geschriften. Eonisch leven, dat niet door de
dood aangetast wordt, is de kern van zijn verslag van het leven van de
Heer Jezus. Zijn brieven springen vooruit en betreffen vooral hen die
blijven tot de komst van Christus in zijn heerlijkheid. Dit is de sleutel
om die te kunnen begrijpen.
‘Maar hij schreef toch ook Openbaring?’
In het bijzonder blijkt uit het boek Openbaring dat Johannes ‘blijft
totdat Ik kom’, want hij hoorde en zag de grote gebeurtenissen die
gepaard gaan met het komen en arriveren van de Heer Jezus Christus
op aarde bij Zijn volk.
‘Zo heb ik het nog nooit bekeken. Het is wel een verklaring voor de wat
raadselachtige woorden van de Heer in Johannes 21.’
Dat denk ik ook. Het is echter een bediening die los staat van de bediening
én het evangelie van Paulus. Maar daar gaan we morgen verder dieper op in!