‘He laatst las ik in Efeziërs 1 over die uitverkiezing, dat is binnen kerken
een beladen onderwerp. Daardoor hoor je er in evangelische gemeentes
eigenlijk weinig over spreken, denk ik.’
‘Maar ik kan me voorstellen, dat mensen er over lezen in de bijbel en met vragen
daarover zitten. Zo van: wanneer weet je of je uitverkoren bent? En: moet je dan
iets ervaren of iets voelen of zo?’
dat hele fijne woorden: ‘…zoals Hij ons uitkiest in Hem vóór de nederwer-
ping van de wereld, opdat wij heiligen en smettelozen voor Zijn aangezicht
zijn’.
‘Even kijken, betekent dit, dat wij omdat wij uitgekozen zijn, heilig en smet-
teloos moeten leven? Anders klopt het toch niet?’
Nee nee nee, laten we even bij het begin beginnen. Paulus schrijft, dat wij
uitgekozen zijn in Hem (Christus, zie vers 3). Wanneer? Was dat toen wij
al geboren waren en opgroeiden en heel goed ons best deden, zodat God
dat opmerkte en ons uitkoos?
Niets daarvan! Er staat: ‘vóór de nederwerping van de wereld’. Wanneer dat
was? In elk geval heel lang geleden, heel lang voordat wij geboren werden.
‘Ah, het heeft dus niets te maken met wat wij deden? Goed of slecht, zonden,
overtredingen, noem maar op?’
Liefde! Het is helemaal voortgekomen uit Gods liefde! Eigen werken? Nee!
Zijn werk? Ja!!