Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

‘Zo dat was wel bijzonder gisteren. Gods trouw, het is goed je dat steeds
te herinneren. Israël ontrouw, toch blijft Jahweh trouw!’

Ja, de tijd van het nieuwe verbond zal binnenkort aanbreken voor het
geliefde volk. Dan zal er eenheid zijn, zoals Ezechiël zegt van de twee en
de tien stammen, dat het zal worden: één kudde, één Herder!
Hij heeft het nieuwe verbond in feite al ingewijd met Zijn discipelen, op
die avond voor de dag van de kruisiging. Hij zal de goddeloosheden van
Jakob afwenden.

‘Dat is mooi toekomstmuziek. We zien wel de weëen al komen voordat
het volk verlost gaat worden.’

Het spitst zich allemaal steeds verder toe. Jahweh zal ál zijn beloften aan
het volk vervullen. Dat is zijn liefde, die zit er achter en zal uiteindelijk alle
tegenstand en vijandschap overwinnen. We leven in een uitermate span-
nende tijd waarin heel veel aan de hand is, en uiteindelijk draait het weer
om Israël. Vandaag begint het Purimfeest, en daarbij herdenken ze de grote
uitredding die Jahweh door Esther en Mordechai gaf.

‘De boekrol Esther blijft een prachtige geschiedenis, waarin Jahweh hen
zo wonderlijk redde. Geweldig.’

Heel bijzonder, hoe de Agagiet Haman op zijn nummer werd gezet en zelf
op de paal werd gespietst, die eigenlijk voor de Joden bestemd was.
Hij is een type van de wetteloze, die straks het verbond met velen zal inlui-
den en zorgen dat het tot stand komt. Dan zal Israël door een grote benauw-
enis gaan en door veel verdrukking het koninkrijk binnengaan!

‘Er staat de wereld nog heel wat te wachten, als je Openbaring leest!’

Zeker. Nochtans staat boven dit alles de trouw van God. Hij zette ook bij
Zijn volk Israël gerichten in, die leidden tot ballingschap. En Paulus stelde
de indringende vraag in Romeinen 3:3 :

Wat is dan het voordeel van de Jood en het nut van de besnijdenis?
Veel, in alle opzichten. Want in de eerste plaats zijn hun de woorden van
God toevertrouwd.Want wat is het geval? Als sommigen ontrouw zijn
geweest, zal hun ontrouw de trouw van God toch niet tenietdoen?

‘Het antwoord erop lijkt mij duidelijk.’

Volstrekt niet! Of: Moge dat niet gebeuren! God echter, is wáár. En in Zijn
licht blijkt elk mens leugenaar. Zo bleek ook in Israëls geschiedenis. Israël
bleek niet waar ten opzichte van God, desondanks ging God door. Hij is namelijk
trouw aan Zijn beloften. Hij heeft gesproken en zal het ook doen. En zoals een
professor eens opmerkte: Israël is Gods proefpolder!

‘Dan is er absoluut zeker hoop, verwachting voor heel de wereld!’

Nou en of! Als Hij trouw is aan Israël, zal Hij het ook aan de rest van de
mensheid zijn. Hij zal ál zijn beloften waar maken! Trouw aan Israël betekent
ook trouw aan heel de mensheid. Hij heeft die immers geschapen in Adam.
Zijn liefde ging uit naar die eerste mens, al was het alleen al omdat het werk
van zijn handen is. En in en door Adam heeft Hij heel het menselijke geslacht
lief.

‘Ja altijd heel fijn om je deze dingen weer te herinneren.’

En in Abra(ha)m zullen álle geslachten van de aarde gezegend worden.
Abraham is ook onze vader, als het om geloof gaat. Daarom worden en zijn
wij ook gezegend. Ons betreft niet aardse, materiële zegen, maar wij ontvangen
hemelse, geestelijke zegen.  Wij zijn in Christus Jezus geschapen, wij zijn Zijn
maaksel! Dat gaat zelfs verder dan Adam! Hoewel Adam vanzelfsprekend onze
voorvader is, in Christus Jezus zijn wij begunstigd met duizelingwekkende
genade Wat een bewijs van Gods trouw!

‘Voorafgaand aan de terugkeer van Jezus Christus, komen er toch
ook allerlei natuurrampen?’

Als we het boek Openbaring erop naslaan, lees je over heel wat grote natuur-
rampen zoals aardbevingen, tekenen aan zon, maan en sterren en dergelijke.
Je ziet in de afgelopen eeuw een toeneming van natuurrampen en het lijkt de
laatste tientallen jaren nog meer te worden. Maar dat loopt gelijk op met de
spanningen rond Israël en de vorming van het beest, waarvan nu de eerste
trekken te zien lijken te zijn.

‘Dat is heel wat. Het draait om het Midden-Oosten, dat is zeker. Daar is inder-
daad sinds begin januari dit jaar heel wat gaande.’

Jawel, en vooral de snelheid valt op. Dat stemt overeen met Openbaring 1:1-3
waar staat, dat de dingen die in Openbaring beschreven staan, snel zullen ge-
beuren.
Met andere woorden: áls het gaat gebeuren, gaat het snel! Daar hebben we tot
nog toe iets van gezien, dit jaar. En er staat heel wat in dit boek Openbaring.
In Openbaring 16, maar dan zitten we echt in de eindtijd als de gemeente al enige
tijd weggerukt is van de aarde, wordt geschreven over een enorme aardbeving!

‘Kunnen we iets van de uitwerking nu in Japan zien?’

Dat was een hele grote aardbeving met de verschrikkelijke gevolgen de wij nu
zien. Openbaring 16:18-20 schrijft het volgende:

En er kwamen stemmen, donderslagen en bliksemstralen. En er kwam een
grote aardbeving, zo een als er niet is geweest sinds er mensen op de aarde
geweest zijn: zo’n aardbeving, zo groot
En de grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van de heidenvolken
stortten in. En het grote Babylon kwam bij God in gedachtenis, en Hij gaf
haar de drinkbeker met de wijn van Zijn grimmige toorn.
En alle eilanden zijn op de vlucht geslagen, en bergen waren er niet meer te
vinden.

Berichtgeving zegt, dat het hele eiland Japan zo’n 2,5 meter verschoven is
als gevolg van de aardbeving. We lezen in Openbaring 16 wereldwijde gevolgen
die nog veel verder gaan dan wat we nu gezien hebben.

‘Nou, dat is nogal wat! Er staat de wereld nog heel wat te wachten!’

Degenen, die het Openbaring niet serieus genomen hebben en/of wegge-
redeneerd hebben als was het symboliek en dus niet letterlijk waar, zullen
-naarmate de tijd voortgaat- hierop wel moeten terugkomen. De grote
natuurrampen die geschreven staan, zullen ook zo gaan plaatsvinden. Dat
is misschien niet prettig vast te stellen, maar het staat wel geschreven!

‘Vind je dat niet wat lastig, Gods woord zo letterlijk nemen?’

Hoezo? We nemen God op Zijn woord. Dat is heel wat beter dan mensen op
hun woord te moeten nemen. Precies volgen wat er staat geschreven levert
meer rust in vrede in je hart op dan ooit mensenwoorde
n je kunnen geven.
Het woord van God is levend en krachtig en bouwt je op, het vertelt van de
grote God en Vader, die liefde is!

‘De nieuwe schepping in Christus, eigenlijk moeilijk voor te stellen
dat wij dat al zijn.’

Het is de geweldige geestelijke waarheid die over ons gezegd wordt
in 2 Corinthiërs 5:14-17. Wij zijn dat voor God in Christus. Daarmee
is de oude mensheid in feite niet langer onder de wet, want zij zijn
gestorven. Eén stierf  voor allen, dus zijn allen gestorven.

‘Maar dan kan het oude verbond niet meer van toepassing zijn!’

Goed beschouwd leeft niemand meer onder dat oude verbond, nu de
hele mensheid met Christus medegekruisigd is, én begraven. Alleen
de gelovigen leven nu, voor God. Dit is de situatie vanuit God bezien.
De mensen die onder een religie (Joods of niet-Joods) leven, doen dat
vaak om beter voor hun god (of God) te zijn, of dichter bij hun God te
komen.

‘Maar de werken die zij dan doen, zijn dat de dode werken waar Hebreeën
over spreekt?’

Ja. Voor de gelovigen geldt dat hun gewetens gereinigd zijn van dode wer-
ken. Zij zijn het, die leven. Paulus geeft aan, dat zij die leven, niet langer
voor zichzelf leven, maar voor Christus. Dat leven is in en door Gods genade.
Voor Israël zal binnen afzienbare tijd het nieuwe verbond aanbreken als
hun Messias Jezus komt. Hij zal hun zonden (o.a. ongeloof) wegnemen en
zij zullen Hem aanvaarden, eindelijk breekt de échte vrede aan!

‘De geestelijke nieuwe schepping, je hoort er niet zoveel over spreken
en/of preken.’

En als het wel genoemd wordt, worden de consequenties, de gevolgen niet
verteld. Men verbindt er niet de gevolgen aan, zoals Paulus die in zijn brie-
ven schrijft. Met het feit, dat wij in Christus een nieuwe schepping zijn, is
voor God de oude echt voorbij. Het is alles nieuw geworden!

‘Daarmee zijn alle verschillen in het vlees weggedaan?’

Dat is de strekking van Efeziërs 2. Als je het gedeelte 2:11-22 leest, gaat het
van in (het) vlees (twee keer in vers 11 genoemd) naar in (de) geest (dat staat
in vers 18 en vers 22). In het gedeelte wordt duidelijk gemaakt, dat de vijand-
schap is weggedaan, teniet gedaan, door het kruis. Daardoor is er verzoening
van twee kanten: de mensheid met God verzoend en Jood en heiden daardoor
met elkaar verzoend!

‘Er is nu sprake van volkomen vrede?’

In Christus Jezus is er harmonie, vrede. Hij is onze vrede, schrijft de apostel.
Hij heeft beide (twee groepen) in één lichaam met elkaar verzoend. In dat li-
chaam van Christus is er geen sprake meer van Jood en heiden. Verschillen
in het vlees doen er helemaal niet meer toe! Besnijdenis heeft daarom geen
enkele waarde meer. In Christus Jezus is er die geestelijke eenheid, en het is
heel mooi, als dat uiterlijk op aarde gestalte krijgt.

‘Efeziërs 4 gaat ook over die geestelijke eenheid. Ik vind dat een mooi gedeelte.’

Zeker. Het gaat erom, dat die geestelijke eenheid er is. Die hoeven wij niet te
maken. In onze wandel houden wij daar rekening mee, oftewel: wij rekenen er-
mee, dat die eenheid van de geest er eenvoudigweg is, vervolgens beijveren wij
ons, die ook te bewaren met de band van de vrede.