Filippenzen 3:1-4 – studie 41


11 september was de avond met Filippenzen 3
aan de orde. Voorbeeld 4: Paulus. Waarom ver-

heugen en waarvoor uitkijken? Betekenis van het
kruis van Golgotha is essentieel.
Luisteren:  deel A   +  deel B

 

Woord vandaag

11 september 2018
‘Boeiend. Johannes 3.’

Een studie waard hoor. Heel de Schrift
is nuttig tot onderwijzing en draagt bij
aan de versterking van je geloof. Speci-
fiek gaat het hier in Johannes 3 wel om
Israël, niet het lichaam van Christus.
We volgen de tekst:

Hij, die van boven komt is over allen.
Hij, die is uit de aarde, is uit de aarde,
en uit de aarde spreekt hij; Hij, die uit
de hemel komt is over allen  
(vers 31)

‘Weer Jezus en Johannes?’

Wanneer we het tekstverband lezen,
is dat de conclusie, strikt genomen. Bij
uitbreiding is op te merken, dat ieder
die uit de aarde is, uit de aarde spreekt.

Daarover een andere keer meer.
Die uit de aarde is, is Johannes.
Degene, Die van boven komt, uit de he-
mel komt 
is de Heer Zelf. Hij kwam uit

de hemel. Op aarde. Wonderlijk.

‘Groot Getuige.’

Dat wordt gezegd in vers 32:

wat Hij heeft gezien en hoort,
dit getuigt Hij, en niemand neemt
Zijn getuigenis aan

De Heer getuigde wat Hij van de Va-
der hoorde. Hij deed de werken die
Hij de Vader zag doen. Tragiek was,
dat niet velen van Zijn volk dit getui-
genis accepteerden.

Woord vandaag

10 september 2018
‘Ik ben benieuwd, Johannes 3.’

Een toch wel opmerkelijk stukje als je
erop inzoomt. Johannes zei verder:

jullie zijn zelf mijn getuigen dat ik ge-
zegd heb: ik ben de Christus niet, maar
ik ben voor Hem uit gezonden
   (3:28)

Hij was zich goed bewust van zijn mis-
sie. Voorloper zijn van de Heer Die wel
de beloofde Messias van Tenach is.
Dan de woorden die de fanatieke aan-
hangers van de-gemeente-is-de-bruid-
theorie niet verstaan en mogelijk niet
goed kennen.

‘3:29, de bruid en de bruidegom.’

Hij, die de bruid heeft is de bruidegom;
de vriend nu van de bruidegom die er
bij staat en Hem hoort, verheugt zich
met vreugde over de stem van de brui-
degom. Dit, mijn vreugde, dan, is ver-
vuld geworden.

De vriend van de bruidegom is Johan-
nes zelf. Bruidegom is de Heer Jezus.
De bruid is (gelovig) Israël. Dit gebeu-
ren speelt zich af in Israël. Betreft alle-
maal leden van het volk Israël: Johan-
nes, zijn discipelen, de Joden (vers 25),
de discipelen van de Heer. In de rest
van de Schrift lezen we nooit dat het
lichaam van Christus de bruid is.

‘Duidelijk, we weten dit.’

En de woorden die de onderschikking
van Johannes aangeven in vers 30:

dat moet groeien, het mijne nu (moet)
minder zijn

Johannes spreekt hier van de Heer en
Zijn volgelingen (de bruid); dat moet
in aantal toenemen (groeien).
Het mijne wijst op de groep die Johan-
nes volgde. Die zouden met de Heer
mee gaan richting het koninkrijk, dat
door Hem opgericht zou worden.

Woord vandaag

9 september 2018
‘Allen gered? Maar hier staat dit?’

Soms wordt in een gesprek een tekst
voor de voeten gegooid. Zo van: ‘Geef
daar maar eens even antwoord op.’ En
soms brengen teksten overtuigde gelo-
vigen aan het twijfelen. Zo’n tekst die
vaak aangehaald wordt, is:

wie in de Zoon gelooft, heeft het eeuwi-
ge leven; maar wie de Zoon ongehoor-
zaam is, zal het leven niet zien, maar
de toorn van God blijft op hem

                                    Johannes 3:36

‘Ja dat bedoel ik nou.’

In het tekstverband zetten zou al ver-
helderend werken. Het is hier Johannes
de doper
die spreekt. Hij zegt het nodi-

ge tegen zijn discipelen, die in discussie
waren met de Joden (3:25) over de rei-
niging (de doop). Johannes doopte en
Jezus doopte ook (3:26). Dan staat er:

Johannes antwoordde en zei: Een mens
kan niets krijgen indien het hem niet uit
de hemel gegeven zou zijn
           (3:27)

‘Dat is wat!’

Een opmerkelijke inleiding van het ant-
woord aan Zijn discipelen op de vraag
wie de Heer eigenlijk is. Want die vraag
lag onder de discussie over reiniging
en de doop. Volgelingen van de Heer
door Hem gedoopt, waren uit de hemel
aan Hem gegeven! God, Zijn Vader, gaf
ze aan Hem!

Woord vandaag

8 september 2018
‘Gods plan is groots.’

Allesomvattend. Dat kun je als gelovi-
ge nauwelijks bevatten. En je bidt met
Paulus, dat je iets ervan kan begrijpen.
Gezegend door Vader met iedere gees-
telijke zegen te midden van de hemel-
sen, in Christus,
dat is wat. Je gaat dan,

dat is logisch, onderzoeken wat dat al-
lemaal betekent.

‘Hoge plaats.’

Als leden van het lichaam van Christus
hebben al de gelovigen dezelfde positie
als Hij zelf. Aan de rechterhand van de
Vader
. Dat is boven de machten, boven
de hemelse geestelijke wezens.

Met zeker doel; meewerken aan Gods
plan, de schepping tot onderschikking
te brengen aan de voeten van Christus.

‘Uitgekozen.’

Jawel, in Hem uitgekozen van vóór de
nederwerping van de wereld. Daarom
tevoren gekend en tevoren bestemd,
zoals Romeinen 8 heel mooi aangeeft.
Dat was het raadsbesluit van God, dat
wekt verwondering in je. Het is niet te
wijzigen; je kunt jezelf niet uit je posi-
tie in Christus 
zetten. Daarom is het:

alleen Gods genade.