Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

6 april 2017
‘Mensen geloven mythen?’

Eén van de meest verschrikkelijke is die van
de eeuwige pijn. Staat nergens in de Schrift
maar is wel officiële leer volgens artikel 37
van de nederlandse geloofsbelijdenis.
Lange tijd heeft de leer van een eeuwige hel
over het leven van veel mensen gelegen, als
een donkere schaduw.

‘Heeft mensen gebonden in angst.’

Mensen konden soms weken lang niet ster-
ven, uit angst en twijfel over de eigen red-
ding. Ja, want als je niet gered was, wacht-
te de eeuwige hel.
Een demonische leer, dus. Het begrip aion
betekende altijd tijdperk, maar werd ver-
vormd tot eindeloze eeuwigheid. De knop
werd definitief omgezet in 553 AD door
toedoen van keizer Justinianus.

‘Het is verschrikkelijk.’

God is liefde, er bestaat niet zoiets als een
eeuwige hel. Die is fictief. Bestaat niet. Dat
is gebeurd, mensen keren zich af van de
waarheid. Ze werden afgewend naar de
mythen, met alle verschrikkelijke gevolgen.
Daardoor kregen de mensen een totaal ver-
keerd beeld van God. Terwijl Die liefde is.
Wat wel waar is? God zal alles in allen zijn.

Wat is tot heerlijkheid en lofprijs
van God? Dat blijkt op en bij de
bema van Christus in de dag van
Christus. Hoe zit dat met de ge-
vangenschap van Paulus? Dat 
moet een terugslag in de versprei-
ding van het evangelie betekend 
hebben. Of toch niet? 
Luisteren kan: deel A en deel B

5 april 2017
‘Paulus liet alles achter.’

Voor wat betreft zijn vleselijke positie in
het Jodendom, ja. De tradities van het ju-
daïsme waren voorbij. Dat alles achtte hij
als afval. Zo schrijft hij in Filippenzen 3.
Als gevangene in Rome bevestigt hij, dat
zijn omstandigheden niet beperkend wa-
ren als het gaat om het evangelie.

‘Wonderlijk, hoe God werkte.’

Je zou menen dat een deur dicht ging, hij
als gevangene. Maar het woord van God
bleek niet geboeid te zijn in ketenen! In
Timotheüs schrijft hij er over. De laatste
bekende brief is die tweede aan zijn gees-
telijk kind. Daarin valt op, hoeveel nadruk
de apostel legt op juiste verkondiging van
het woord van de waarheid.

‘Dat zou nauwkeurig moeten.’

We leven in de tijd, dat mensen hun oren
afkeren van de waarheid. Niet, dat ze ‘in
de wereld’ of ‘opzichtig naar het vlees’
gaan leven. Maar de brief stelt vast:

maar naar de mythen zullen zij afgewend
worden              
                                      2 Timotheüs 4:4

Mythen, christelijk/joods of anderszins, in
plaats van wat het woord van God zegt.
Komende dagen meer daarover.

4 april 2017
‘Woord van God doet je goed.’

Het is ons leven. Woord van God is als letter-
lijk licht: het verdrijft de geestelijke duisternis
uit je leven. Geeft zicht op wie God is. Hij is
het, die sprak in begin, toen er overal duister-
nis, chaos en water was. Zijn woord:

het worde licht                           Genesis 1:3

had zoveel kracht in zich, dat direct volgt:

en het werd licht                        Genesis 1:3

‘Ik ervaar dat als ik het Woord hoor.’

Steeds weer geeft dat woord van God per-
spectief dat we nodig hebben. Het laat zien
wie God is. En de waarheid komt naar voren,
als je de grondtekst volgt. De fundamentele
waarheid is, dat God wérkelijk God is. Het is
dan ook de leugen, dat God niet alles in Zijn
hand heeft, dat Hij wel zou laten varen wat
Zijn hand begon.

‘We vertrouwen Hem volledig.’

Dat is het geloof van Jezus Christus, Hij ver-
trouwde Vader volledig, tot in de donkerste
uren van Zijn leven. Vader beschaamde dat
vertrouwen niet. Vader wekte Hem op, en
die kracht van Zijn opstanding werkte in de
apostel, waarvan hij getuigt in zijn brieven.
Ook in Filippenzen 3, waar hij zijn leven en
verlangen beschrijft:

Hem te kennen, en de kracht van Zijn op-
standing
                                 Filippenzen 3:10

Paulus achtte alles wat hij aan opvoeding
en kennis in het Jodendom had, verbeurd,
en achtte het afval te zijn:

opdat ik Christus zou winnen
en in Hem gevonden word  
                                 Filippenzen 3:8, 9a

3 april 2017
‘Heerlijk, dat evangelie.’

Het is en blijft geweldig goed nieuws. Niet
de mens is de baas over de eigen redding.
Gelukkig niet zeg. We hebben een paar da-
gen terug nog gelezen: Romeinen 3:9-19.
Daar laat Paulus –door God geïnspireerd–
geen onduidelijkheid bestaan. De mens is
een doelmisser en wijkt af van God. Een
zondige positie, niet in staat eigen redding
te bewerken.

‘De Zoon deed goed.’

Hij is door God ingezet om alle zondaren te
redden. Christus Jezus kwam daartoe als de
Zoon van Adam in de wereld. En als zodanig,
als de grote Losser kon Hij de mensheid los-
kopen. Dit losser kunnen zijn was in de Thora
al geregeld, uiteraard met het oog op Hem,
die komen zou. Die regeling verwees typolo-
gisch naar de Zoon van de mens. Niet ons
geloof, maar dat van de Zoon is beslissend.

‘Het is een en al genade.’

Jawel, degene die niet werkt, maar zijn of
haar geloof vestigt op Hem, Die de godde-
loze rechtvaardigt, wordt geloof gerekend
tot rechtvaardigheid.

Dat principe was bij Abraham zo, en het is
nog steeds zo. Voor de oude aartsvader be-
tekent het een toekomst in het aardse konin-
krijk, met een stad met fundamenten als ul-
tieme belofte. Voor ons betekent het
lid zijn van het lichaam van Christus, met
een toekomst boven, te midden van de he-
melse machten en krachten (Efeziërs 2:6,7)!