10 juni 2017
‘Het evangelie is Gods kracht.’

Zeker, en dat zou klinken in deze tijd. Dat is
het licht, dat nu schijnt. We leven bij het hel-
dere licht, dat –net als de kandelaar in de ta-
bernakel en de tempel– schijnt in een duiste-
re plaats (de aarde). Dat is óók het licht van
het profetische Woord, waar ook een Petrus
van getuigt.

‘We hebben nogal wat licht.’

In het Midden-Oosten stond de olijfboom
voor licht, want de olijfolie werd in de lam-
pen gebruikt om licht te geven. Daarom zal
men in de Menorah die nu nog in de straten
van Jeruzalem staat, straks olijfolie doen om
licht te geven. Het woord is leven en dat
leven is het licht van de mensen, Johannes 1.

‘Het schijnt in ons hart.’

Uw woord is een lamp voor mijn voet en een
licht op mijn pad. Dat zegt de Psalmist in 119
vers 105. Deze woorden kunnen we gerust in
de mond van de Heer Jezus leggen. Voor Hem
was het zo, dat het woord van Vader de lamp,
het licht was waardoor Hij wandelde met vas-
te voet en zeker. Zijn aangezicht was gezet in
de richting van Jeruzalem. Dat was Zijn gang,
omdat Hij daar gekruisigd moest worden.