Woord vandaag

‘Vast voedsel is onderricht uit latere brieven?’

Dat is het wel, zo blijkt. Paulus wijst in 1 Corinthiërs 13:8-12
naar ‘de volmaaktheid’ of ‘het volmaakte’. Meestal wordt
gezegd dat het verwijst naar als wij bij de Heer zijn, boven.
Maar dat is niet zo wanneer je het tekstverband leest.
De tekst laat een tegenstelling zien tussen ‘onmondigheid’
of ‘kind zijn’ tegenover ‘het volmaakte’.

‘Dat lees je, en het wordt bijna nooit zo uitgelegd.’

De echte verschillen zijn tussen de onmondigheid en wat
je het beste met de volwassenheid of de rijpheid kan ver-
talen. Het verwijst naar geloofsgroei nu en niet naar nu
en straks bij de Heer. Dan wordt het duidelijk. De volwas-
senheid in het geloof zou later ná het schrijven van de
beide Korintebrieven komen.

‘Met de brieven in gevangenschap geschreven?’

In Efeziërs 4  wordt duidelijk over de volwassenheid ge-
sproken. Dát is ‘de volmaaktheid’ uit 1 Corinthiërs 13!
Daarmee hielden profetieën op en verstomde het spre-
ken in tongen. Dat was in de tijd vóór de geestelijke vol-
wassenheid nog bevorderlijk en nuttig. Nu Paulus het
woord van God compleet gemaakt heeft (Kolossenzen
1:25), is dat woord van God zelf voldoende en zijn spre-
ken in tongen, profetieën, allerlei openbaringen over-
bodig geworden. Tekenen en wonderen begeleidden
het evangelie van het koninkrijk, niet het evangelie dat
Paulus verkondigt.

Woord vandaag

‘We hebben een machtig evangelie.’

Het evangelie van de heerlijkheid van Christus, die het Beeld
van de onzichtbare God is
, geeft uitzicht, licht in je hart en

in je leven. Het brengt een grote stap verder dan het blijven
bij alleen –en dat is al heel veel- het lijden, de dood, de be-
grafenis en opstanding van Hem. Dit maakt het verschil uit
tussen Romeinen en Efeziërs.

‘Hij is aan de rechterhand van Vader?’

Zijn verhoging en verheerlijking ná Zijn hemelvaart is heel
belangrijk in Efeziërs en komt daarin groots naar voren.
Heel anders dan Romeinen, waarin het niet zo genoemd
wordt, alleen dat Hij bidt voor ons bij Vader. Dat laatste is
bijzonder, maar zegt niet veel over Zijn positie. Die hemel-
se positie van Hem is uiterst belangrijk in latere brieven.

‘Paulus kon die boodschap in Korinte niet kwijt?’

Men verzette zich in Korinte hevig tegen die boodschap.
Paulus kon hen slechts melk geven, dat is dat hij onder hen
niets anders wilde weten dat Jezus Christus en Die gekrui-
sigd. Misschien lijkt het merkwaardig dat dat bij melk hoort,
maar zo stelt de apostel het. Zij konden vast voedsel niet
goed verdragen. Daarom kon hij de wijsheid van God die
verborgen was niet aan hen kwijt. Dit dateert wel van vóór
de eonen (1 Corinthiërs 2:6-9) en is tot onze heerlijkheid

Woord vandaag

‘Het is zo ongewoon, Gods plan, dit hoor je nergens.’

Het is ook ongebruikelijk, te spreken van de hemelse as-
pecten van Gods plan. Men is al zo gewend om alleen van
de aardse dingen te spreken, er over na te denken, ermee
bezig te zijn. Wanneer men dan al een toekomst voor Israël
en de volkeren ziet, tenminste. Velen zien niet eens de 1000
jaar die nog komt voordat de jongste dag aanbreekt.

‘En dat Hij de gemeente uitroept in deze tijd.’

De hemelse machten hebben steeds een belangrijke ‘stem’
in het gebeuren op aarde. Vandaag de dag staan belangrijke
regeerders op aarde onder invloed van hen. Het zijn niet de
heersers die we op de foto’s en in reportages zien, die de
dienst uitmaken, maar anderen achter de coulissen. En die
staan op hun beurt onder invloed van machten die ressor-
teren onder de grote rode draak van de eindtijd. 

‘En de gemeente dan?’

Daar hoort die oude slang geen vat op te hebben, maar
heeft dat wel. Allerlei wind van leer gaat rond, waardoor
gelovigen zich laten afleiden van waar het werkelijk om
gaat. Vele machten zetten zich in om ook gelovigen te ver-
blinden, opdat zij niet het evangelie van de heerlijkheid
van Christus (het Beeld van de onzichtbare God) zien,
waarderen en ernaar leven.

Woord vandaag

‘De gemeente is belangrijk in Gods plan.’

Niet alleen de mensheid is belangrijk in Gods plan. De
mens is op zich al een bijzondere schepping. De hemelse
machten maakten in de eerste eon (tijdperk) een revolutie
mee. Dat was toen de tegenwerker geschapen werd en
zijn rebelse werk inzette. Velen gingen met de satan mee.

‘Die eon eindigde met chaos en duisternis.’

Dat lezen we in Genesis 1:2 ja. Dat was de uitwerking van
een gericht dat volgde op de rebellie. De neerwerping van
de wereld, de kosmos, het systeem van toen.
Daarna ging God een herstelwerk doen, dat Hij in zes dagen
voltooide. Op de zesde dag maakte Hij de mens uit de boven-
laag van de aarde. Daar hebben de machten verwonderd
naar gekeken. Wat nu?

‘De diepere bedoeling met Adam konden zij niet weten?’

Nee, dat lag al vast in de raadsbesluiten van God. Daar kon-
den zij niet van weten. De satan moet wel gehoord hebben
dat nageslacht (zaad van de vrouw) beslist zou komen. Hij
probeerde dat keer op keer te verhinderen, maar mislukte
steeds in zijn opzet. Uiteindelijk werd de ooit Hoogste van
alle machten in Bethlehem geboren: als Mens