‘Alles was in de hof zoals het plan was?’

Dat kunnen we rustig zo zeggen, ja. De mens was door
God gemaakt tot een levende ziel. Daarmee getuigt de
heilige geest, dat de mens niet geestelijk ingesteld was.
De ziel, het zielse, de gevoelens, wat oren en ogen kun-
nen waarnemen, wat handen en voeten kunnen aanra-
ken, dat overheerste.

‘En het woord dan?’

God had tot Adam gezegd dat zij alle bomen in die
weelderige tuin mochten aanraken. En van alles eten,
behalve van de boom van kennis. Men noemt dat altijd
een ‘proefgebod’. Alsof God hen op de proef stelde en
afwachtte wat zou gebeuren. Dat is in het licht van Zijn
voorkennis niet vol te houden.

‘Het Lam was al bekend.’

God had al voorzien in dat Lam, dat gegeven zou wor-
den voor de zonde van de wereld (Johannes 1:29).
Het was tevoren gekend (1 Petrus 1:19,20). Zo kunnen
we beter begrijpen waarom God het zo deed met de
eerste mensen. Hij had ze zwak-ziels gemaakt, zodat de
vrouw de slang niet kon weerstaan (1 Timotheüs 2:14).

‘Het was geen proef?’

Nee, God had Christus als Lam al voor de zonde. De zonde
moest via de tegenwerker binnendringen in het hemelse
bereik. Daarna ook bij de mensen. Wanneer de mens niet
had gezondigd, zouden God en Zijn Christus alleen gekend
worden in hun scheppende kracht en de daarmee verbon-
den wijsheid. Maar hun liefde, genade en gerechtigheid
hadden dan nooit gekend kunnen worden!