Galaten 3:1-7 kwam aan de orde op 4 maart 2014. In dit ge-
deelte onderbouwt Paulus verder het evangelie dat hij on-
der de natiën verkondigt. Hij laat zien welke principes gel-
den: geloof, belofte, genade! Beluisteren: deel A en deel B.
Gods woord is leven
‘De lijnen zijn duidelijk, als je die van de Schrift gewoon volgt.’
Het gezamenlijk-lichaam is hét instrument in Gods hand voor de hele
schepping. Daarom wordt in de brieven van de verlaten apostel zoveel
gezegd over de uitersten van Zijn wegen. De diepe wijsheid waarmee
Hij alles uitwerkt, wordt in die brieven duidelijk. Het gaat heel hoog,
diep, breed en lang. Geen ander evangelie laat dat zien. In het boek
Openbaring zien we beperkt hoe het zal gaan na de dag van verontwaar-
diging (toorn) en die van de Heer. We lezen van de dag van God, nieuwe
hemel en nieuwe aarde.
‘Bij Paulus zie je nog verder en nog meer.’
Wat we mogen zien is erg veel, feitelijk heel Gods plan van eonen. Je
vindt daar in heel de Schrift allerlei aanwijzingen voor. Maar het totale
overzicht werd Paulus gegeven. De plaats voor het gezamenlijk-lichaam is
zonder meer van groot belang. Vandaar dat aan Paulus in een groot gehei-
menis de specifieke waarheden voor dat lichaam worden onthuld.
Maar het derde aspect van het Efeze-geheimenis is, dat de gelovigen van
het lichaam van Christus zijn: gezamenlijk-deelhebbers van de belofte in
Christus Jezus.
‘Dat heeft dus te maken met Efeziërs 2:11-22?’
Jawel. Net zoals het gezamenlijk-lichaam besproken werd in Efeziërs 1:20-
2:10, zo wordt dit derde aspect, dat wij gezamenlijk-deelhebbers zijn van
de belofte in Christus Jezus in Efeziërs 2:11-22 uitgewerkt. Het eerste aspect
is Gods kant, het tweede aspect benadrukt Christus’ kant en dit derde as-
pect spreekt van de menselijke kant van het Efeze-geheimenis. Het gaat
erom, dat gelovigen uit Israël en uit de natiën nauw verbonden zijn tot
een eenheid, en nabij God zijn gebracht in het bloed van Christus en dat
zij een woonplaats van God in de geest zijn!
‘Dat gezamenlijk-lichaam is iets heel bijzonders.’
Als je van het geestelijke lichaam van Christus (want dat is het) de bruid maakt,
dan verlies je alles. Dan stel je je in plaats van Israël, want het gelovige Israël
is de bruid. Als symbool daarvan daalt het nieuwe Jeruzalem als een bruid ver-
sierd neer uit de hemel op de nieuwe aarde. In de Schrift heeft de bruid voor
de huwelijksdag geen gemeenschap met haar man. Als je dus stelt dat het ge-
zamenlijk-lichaam ook de bruid is, dan ontken je de (geestelijke) gemeenschap
die er is tussen Christus en Zijn lichaam. Met andere woorden: je ontkent de
waarheid voor vandaag!
‘Daarom is dat gezamenlijk-lichaam iets heel bijzonders!’
Het is zo anders dan wat men vaak beweert, wij horen niet bij de bruid, maar
bij de bruidegom! Om het maar eens zo te zeggen. Wij maken deel uit van Hem
die ons liefheeft! Hij is ons Hoofd, wij zijn de leden van dat unieke geheel, dat
zo’n belangrijke plaats zal innemen straks, na de bazuin van God. Laat ons dui-
delijk zijn, dat de bazuin van God een heel bijzondere functie heeft. Gelet op
het belang van het blazen van de bazuin (sjofar of zilveren trompet) voor Israël
moet tot ons doordringen, dat het voor heel de geestelijke wereld een groots
moment is.
‘Ik kan me dat nu wat meer voorstellen: heeft te maken met het gezamenlijk-
lichaam.’
Bazuin blazen voor Israël was de inleidende klank of roep tot strijd, tot oorlog.
Dat betekent het straks voor de aarde ook. De bazuin van God, die het gezamen-
lijk lichaam zal horen, betekent voor dat lichaam redding. Een wegrukken van
deze aarde voordat dat losgaat wat in Openbaring beschreven staat. Wij worden
gered voor de komende verontwaardiging (meestal vertaalt men ‘toorn’) en dat
zal echt op tijd zijn. De Heer zal Zijn gezamenlijk-lichaam wegroepen en in veilig-
heid brengen voordat Hij orde op zaken zal stellen in deze wereld die in diepe
duisternis is, geestelijk gezien. Maar ook dat is tot redding, het aanbreken van
een nieuwe dag: die van de Heer zelf!
‘Wonderlijk, die Efezebrief. Weet je, ik ben er zó blij mee!’
Dat is logisch, als je de inhoud ervan leert kennen. Het blijkt dat de gemeen-
te, het gezamenlijk-lichaam, centraal staat in deze fantastische brief van de
verlaten apostel. Het leven van de apostel Paulus illustreert een grote waar-
heid voor deze tijd. Succes is niet de graadmeter voor waarheid. In deze tijd
van genade geldt juist, dat de waarheid niet door de massa wordt aanvaard.
Dat is ook niet wat God beloofd heeft voor deze tijd. Eerder dat mensen van
het geloof af gaan staan. En dat is vandaag de dag nog steeds zo. Zelfs men-
sen die in het evangelie van Paulus hebben gestaan, nemen er soms afstand
van. Ongelooflijk.
‘Ja dat is écht verbijsterend. Ik kan er niet bij!’
Het gebeurde tijdens Paulus’ leven al. Daarom weet je, dat de waarheid in
deze tijd niet succesvol is. Dat was het in de tijd van de Heer Jezus evenmin.
Want Hij kwam om van de waarheid te getuigen en Hij werd gekruisigd, nota
bene door toedoen van de leiders van het volk waartoe Hij behoorde. Zij be-
roemden zich de Thora te hebben, met daarin het licht dat zij onder de volke-
ren moesten laten schijnen. Maar zij schoten daarin tekort, zij droegen de
waarheid niet uit. Toen Hij kwam, bleek dat zij ten diepste de waarheid van
de Schrift niet wilden aannemen. Zij accepteerden Hem niet, om politieke
redenen, en zij waren meer gesteld op de eer van mensen dan op de eer van
God. Dus werd ook daar de waarheid onder gehouden.
‘Ook deze dingen verbijsteren je, als je de evangeliën leest.’
Ook Paulus werd verguisd, de stad uitgegooid, gestenigd, achtervolgd, voor-
al door de Joden. Ook daarin zie je een waarheid geïllustreerd die je ook in
Galaten 4 leest, de bekende allegorie van Hagar en Saraï. Daarin concludeert
hij, dat ook nu de vrije (Paulus, de gelovigen van de gemeente) vervolgd wor-
den door die in slavernij (onder de wet) zijn. Dat is maar al te waar. Ook door
de gelovigen die onder de Thora willen leven, wordt de waarheid van de ge-
nade onder gehouden. Zij willen liever met het vlees bezig zijn (Galaten 3:5)
dan leven uit genade en door geloof, door de geest van God. Ook daar zie je
de tegenstelling vlees en geest!
‘Wat een roeping hebben wij, steeds goed dat je bewust te zijn.’
We zijn bijzonder gezegend in Christus Jezus. Het tweede samenvattende
woord is, dat in de geest de natiën zijn: gezamenlijk-lichaam. Het lichaam
van Christus bestaat uit twee groepen, die op gelijk niveau, zonder onder-
scheid, leden zijn. Geestelijk gezien is het verschil tussen Israël en de vol-
keren weggevallen. Dit wordt uiteengezet in Efeziërs 1:20-2:10, waar zicht-
baar is, dat Christus het Hoofd is en dat Hij als Hoofd boven alles gegeven
is aan het lichaam. Daarom komt in dit gedeelte ook naar voren, dat alle
leden gezamenlijk met Hem gezet zijn te midden van de hemelingen.
‘Nou, het is heel wat. Waar hoor je dit? Nergens toch!’
Het is vrijwel onbekend in de christenheid. Het zou ons diep dankbaar stem-
men, dat wij deze dingen kunnen zien en er iets van kunnen begrijpen. Dat
is ook het gebed van de apostel in Efeziërs 3:14-21, dat wij in staat zijn te
vatten wat de dimensies van dit geheimenis zijn. De unieke plaats die het
gezamenlijk-lichaam met Christus Jezus in het universum heeft, is een van
de wonderlijkste aspecten van het evangelie van de verlaten apostel.
Hier draait Efeziërs in feite om. Het is een diepe, geweldige geestelijke
waarheid die ons hart verlicht en onze handen en voeten in Zijn richting
doet bewegen. Velen vinden Efeziërs echter te moeilijk. Omdat het soms
dramatisch slecht vertaald is en omdat mensen liever horen wat ze wel of
niet moeten doen.
‘Het kost wel tijd ja, die Efezebrief. Maar het is de moeite waard.’
We zijn uitermate gezegend, in genade, voor genade, om niet. We kunnen
er niets voor doen. God kiest uit, Hij zet ons in Zijn richting, Hij bewerkt het
willen en het werken in ons. We zouden in ootmoed onze weg gaan. Hij
heeft ons uitgekozen voor de nederwerping van wereld. Ons was genade
geschonken in Christus Jezus vóór eonische tijden. Wat een ongelooflijke
heerlijkheid! God, de Redder van alle mensen, zet ons in in Zijn plan tot red-
ding van het universum: hemelingen en mensen!