Het ene lichaam
‘Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en alle leden van het lichaam, hoewel vele, één lichaam zijn, zo ook Christus. Want wij zijn allen door één geest (naarbinnen) in één lichaam gedoopt; hetzij Joden , hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en wij zijn allen met één geest gedrenkt’ (1 Corinthiers 12:13)
‘Want zoals wij in één lichaam veel leden hebben, en de leden niet alle dezelfde werking hebben, zo zijn wij, de velen, één lichaam in Christus, en elk afzonderlijk leden van elkaar’. (Romeinen 12:4,5)
‘En alles onderschikt Hij onder Zijn voeten en Hij geeft Hem als Hoofd boven alles aan de uitgeroepen gemeente, die Zijn lichaam is, het complement van Hem, die het al in allen compleet maakt’ (Efeziërs 1:22,23)
‘Opdat Hij de twee in zichzelf tot één nieuwe mensheid zal scheppen; vrede makend, en beiden in één lichaam met God door het kruis wederzijds zal verzoenen, de vijandschap erin dodend’. (Efeziërs 2:15,16)
‘..Eén lichaam..’ (Efeziërs 4:4)
‘..en Hij is het hoofd van het lichaam, de uitgeroepen gemeente..’ (Kolossenzen 1:18)
‘…het lichaam echter is van de Christus…’ (Kolossenzen 2:17)
Het doel van het ene lichaam
‘En wekt ons gezamenlijk op en zet ons gezamenlijk te midden van de hemelingen in Christus Jezus, opdat Hij in de komende eonen de tentoon zal spreiden de overstijgende rijkdom van Zijn genade in Zijn mildheid over ons in Christus Jezus’ (Efeziërs 2:6,7)
’..opdat nu door de uitgeroepen gemeente aan de soevereiniteiten en gevolmachtigden te midden van de hemelingen
de veelvuldige wijsheid van God bekendgemaakt wordt,
in overeenstemming met het voornemen van de eonen, dat Hij uitvoert in
Christus Jezus, onze Heer’ (Efeziërs 3:10)
Wie horen bij het ene lichaam?
‘Indien wij geloven, dat Jezus stierf en opstond, zal God zo ook hen, die ontslapen zijn, door Jezus samen met Hem leiden’ (1 Thessalonicenzen 4:14)
‘..namelijk gerechtigheid van God door het geloof van Jezus Christus tot allen en op allen die geloven, want er is geen onderscheid’.. (Romeinen 3:22)
‘..die jullie de geest schenkt en krachten onder jullie werkzaam doet zijn, ontvingen jullie de geest uit werken van de wet of uit het horen van het geloof? Zoals Abraham God geloofde en het hem gerekend werd tot gerechtigheid.’ (Galaten 3:5,6)