Woord vandaag

12 juni 2017
‘Mooi gisteren, over Maria.’

Zij was het, die het beste deel had gekozen.
Het vele dienen van Martha was op zich niet
verkeerd, zij verzorgde het eten voor de
Heer en maakte schoon. Toch is wat Heer
Jezus zei, een aanwijzing hoe belangrijk het
horen van het Woord is in Zijn ogen. Regel-
matig gebeurt dit: wel bezig zijn, maar niet
luisteren.

‘Dan klopt er iets niet.’

Dan gaat het geloof verflauwen, onherroe-
pelijk. Door horen komt en groeit geloof, en
wordt het geestelijk leven gevoed. Uit de ho-
rende houding dienen, dat is de juiste volg-
orde. Als er alleen dienen is zonder voeding
uit het rijke evangelie van genade, heb je in
feite alleen de uiterlijke vorm over. En dat
leidt heel snel tot heersen, en niet dienen.

‘Dat is niet ootmoedig.’

En luisteren in geloof zal leiden tot een oot-
moedige, dienende houding. Niet heersen
over anderen, maar de lage, onderste weg
willen gaan. Zo ging de Heer Zelf de weg via
het kruis. En daarna wekte Vader Hem op
en verhoogde Hem uitermate hoog, opdat
in de Naam van Jezus alle knie buigt en alle
tong van harte belijdt: Heer is Jezus.

Woord vandaag

11 juni 2017
‘Dat woord was leidend voor de Heer.’

Zoals Hij Zelf zei, dat Hij bezig zou zijn in dat
wat de Vader betreft. Zo was Hij al op jonge
leeftijd in de tempel te vinden om daar met
anderen het Woord van de Vader te overwe-
gen en te bespreken. Het Woord, dat voor
hem zo leidend zou zijn. Het Woord, dat Hij
zelfs aan het kruis reciteerde (Psalm 22).

‘Ja, wat geweldig is dat.’

Als we nadenken over de passie van de Heer
Jezus, dan was dat het Woord dat Hij van de
Vader hoorde. Dat sprak Hij. Dat wilde Maria
aan Zijn voeten horen. Zij had het beste deel
uitgekozen, volgens wat de Heer Jezus toen
Zelf zei tegen Martha, die bezig was met het
vele dienen.

‘Het horen is belangrijker.’

Het is de volgorde die de Heer Zelf aangeeft.
Het deel dat Maria had gekozen was het bes-
te. Eén ding is nodig, en daarin weerklinkt
Psalm 27:1 :

Eén ding heb ik van Jahweh verlangd
dát zal ik zoeken:
dat ik mag wonen in het huis van Jahweh,
al de dagen van mijn leven
om de lieflijkheden van Jahweh te zien
en te onderzoeken in Zijn tempel

Maria is een beeld van de ware gelovige, die
tijd neemt om het Woord van Hem te horen,
Die het Leven is.

Woord vandaag

10 juni 2017
‘Het evangelie is Gods kracht.’

Zeker, en dat zou klinken in deze tijd. Dat is
het licht, dat nu schijnt. We leven bij het hel-
dere licht, dat –net als de kandelaar in de ta-
bernakel en de tempel– schijnt in een duiste-
re plaats (de aarde). Dat is óók het licht van
het profetische Woord, waar ook een Petrus
van getuigt.

‘We hebben nogal wat licht.’

In het Midden-Oosten stond de olijfboom
voor licht, want de olijfolie werd in de lam-
pen gebruikt om licht te geven. Daarom zal
men in de Menorah die nu nog in de straten
van Jeruzalem staat, straks olijfolie doen om
licht te geven. Het woord is leven en dat
leven is het licht van de mensen, Johannes 1.

‘Het schijnt in ons hart.’

Uw woord is een lamp voor mijn voet en een
licht op mijn pad. Dat zegt de Psalmist in 119
vers 105. Deze woorden kunnen we gerust in
de mond van de Heer Jezus leggen. Voor Hem
was het zo, dat het woord van Vader de lamp,
het licht was waardoor Hij wandelde met vas-
te voet en zeker. Zijn aangezicht was gezet in
de richting van Jeruzalem. Dat was Zijn gang,
omdat Hij daar gekruisigd moest worden.

Woord vandaag

9 juni 2017
‘Verwondering, dat is gebleven.’

Elke keer raak je onder de indruk, wanneer
je iets beseft van wat God aan het doen is.
Hij is bezig, in Zijn grote plan, alles te onder-
schikken. In onze tijd zien we, hoe de mens
zichzelf centraal stelt en God wil buitenslui-
ten. Zelfbeschikking noemt men een groot
goed. Geloof zegt echter, dat God beschikt.

‘Daarover ben ik verwonderd.’

Geloof rekent met Gods woord. Zijn uitspra-
ken Zijn geest en leven. Mensen in pinkster-
en volle evangeliekringen bidden om kracht
en dat de heilige geest over hen zal komen.
Wanneer dat volgens hen gebeurt, ervaren
zij een verandering. Het wachten op de hei-
lige geest
is dan beloond, denkt men.

‘Dat is gerekend met Handelingen 2.’

Toen, in die speciale situatie met de aposte-
len, op grond van de belofte die de Heer aan
hen
gegeven had, toen kwam de kracht om-

dat de geest op de gelovigen kwam. Men re-
kent dus met iets, dat niet aan hen, maar aan
de apostelen van de Besnijdenis beloofd was.
Later schreef de apostel van de natiën echter:

want ik ben niet te beschamen aangaande
het evangelie, want het is Gods kracht tot
redding voor ieder die gelooft, eerst de Jood
en ook de Griek
                     Romeinen 1:16

Dát zou verkondigd worden, opdat mensen
de kracht van het evangelie van God ervaren
in hun leven. Door dat evangelie te horen.
Niet door wachten op geest.