‘Ja, Hij riep uit: het is volbracht! En toen was het reddingswerk gebeurd.’
Hij nam de zonde op Zich en zo kon Vader Hem opwekken uit de dood en tussen
de doden uit. Hij was met de zonde en al –als het ware- begraven in een nieuwe
uit de rotsen uitgehouwen graf. Dat op zich zegt al iets: dat het een nieuw graf was.
Daarmee is een stille hint aanwezig, dat Hij als nieuwe mens, als de Eerstgeborene
uit de doden opgewekt zou worden.
‘Dat betekende alles voor Vader, toch?’
Vader heeft het alles in Zijn hand. Er kan nooit iets Hem uit handen lopen. Ook toen
de Zoon gestorven was en in het graf lag, had Vader alles volledig onder controle.
Het was voorzegd: Hij zou opstaan uit de dood, want Hij is de Opstanding en het
Leven. Dat lijkt dubbel op gezegd, maar opstanding wijst op Zijn lichamelijk opstaan
uit de dood. Maar de term leven verwijst naar de levendmaking. Dat is in feite leven
ontvangen dat niet meer kan sterven.
‘Machtig. Hij is toch de Eersteling volgens 1 Corinthiërs 15:22-23?’
Nou en of. Dat is een woord dat met de oogst te maken heeft. Als Vader gaat oogsten,
dan komt vanzelfsprekend heel de oogst. Als eerste is het lichaam van Christus aan de
beurt, daarna de heiligen uit Israël (opstanding van de rechtvaardigen) en als laatste de
rest van de mensheid. Dan is ook de tweede dood opgeheven, buiten werking gesteld.
Dat doet Vader, Hij heft de dood op door middel van Zijn Zoon, Christus Jezus.
Zo zien we, dat ook het al tot (naar binnen) Hem (God) is!