‘Boeiend wel, die Spreuken, eigenlijk kom je van alles
tegen wat je in de rest van het Woord ook vindt.’
Er is heel wat herkenbaar uit het dagelijks leven, daarom
spreken ze je best aan. Het is niet zozeer van: je mag dit niet
en dat is wel goed, want dan trek je het in de ethiek, en de
bijbel is geen verzameling van 70 boeken om de etiquette
voor het dagelijks leven te leren. Het is veel meer een stuk
levenswijsheid om te overdenken en mee te nemen.
‘Maar er zit ook veel typologie in verborgen.’
Dat zeker, maar daar komen we niet altijd aan toe. Het is
nu Spreuken 18:9 dat aan de orde is:
Ja, wie zich slap opstelt in zijn werk,
die is broeder van de heer van vernieling.
Dit woord is duidelijk, en viel in een volk als Israël dat een
agrarische samenleving was. De boer die niet doorwerkt, en
zich slap opstelt zal de oogst niet binnenhalen of veel minder
zien worden. Dat geldt ook voor de boer die vee heeft: als hij
niet hard genoeg werkt, zullen de beesten achteruit gaan en
zullen ze (veel) minder opbrengen.
‘Ja en het geldt natuurlijk voor iedereen: als je slap en nalatig
in je werk bent, gaat het niet goed.’
In Kolossenzen 3 staat, dat wij al wat wij doen, voor de Heer
doen en niet voor de mensen. Als zo je motivatie is, kan het
niet anders, dan dat je niet nalatig of traag wordt in je werk.
En het tegenovergestelde van dit is de ‘heer van vernieling’.
Voor ‘heer’ staat in de tekst ‘baal’ en verwijst daarmee naar
de afgoderij, waarin de baals en de astartes een rol spelen.
Dan gaat het om ruïnering; afgoderij leidt tot vernieling en
waar wij Christus Jezus in ons leven dienen, zullen wij ook
het werk wat wij te doen hebben, goed doen!