Woord vandaag

3 april 2018
‘De verhoogde Heer.’

Aan Hem is gegeven alle macht in de
hemel en op aarde. Nu oefent Hij die
volmachten nog niet uit. Hij heeft wel
veel boodschappers tot Zijn beschik-
king, dat was al zo toen Hij op aarde
wandelde te midden van Zijn volk:

of denk je dat Ik Mijn Vader nu niet
kan bidden, en Hij zal Mij met meer
dan twaalf legioenen boodschappers
bijstaan?
                    Mattheüs 26:53

Ook daarvóór, Hij was in de vorm van
God en had de hoogste positie van de
hele schepping. Myriaden stonden di-
rect voor Hem klaar.

‘Hij was en is de hoogste.’

Nog steeds, de Hebreeënschrijver zegt
dat wij (de gelovigen van Israël) Jezus
zien met eer en heerlijkheid gekroond.
Zo zien wij Hem ook, als ons Hoofd. We
zouden ons aan Hem als Hoofd houden.
Onze verwachting, gebaseerd op de le-
vendmaking van Christus, is alleen nog
heerlijkheid, ons lichaam gelijkvormig
aan Zijn heerlijkheidslichaam.

‘Wat een verwachting!’

In deze tijd geldt voor heel het lichaam
van Christus één verwachting; dat is de
bazuin van God van 1 Thessalonicenzen
4:15-18. Wij verwachten niet de grote
verdrukking, wij zijn niet gesteld tot ver-
ontwaardiging. Wij zijn gesteld om de
redding te ontvangen door onze Heer
Jezus Christus
(1 Thessalonicenzen 5:9-

11). Einde van het beheer van de gena-
de van God (Efeziërs 3:2). Dáár zouden
we naartoe leven.

Woord vandaag

2 april 2018
‘Paulus had Hem laatst gezien.’

We lezen in de eerste Korintebrief:

als laatste van allen werd Hij ook door
mij, als door een ontijdig geborene,
gezien                  1 Corinthiërs 15:8

De apostel zag Hem in Zijn heerlijk-
heid. Eerst verblindend en later nog
enkele keren. Naast alle andere oog-
getuigen die hij naar voren brengt.
We hebben zoveel bewijs niet nodig.
Voor ons als gelovigen is het verslag
van Mattheüs-Marcus-Lucas-Johan-
nes voldoende. Wij geloven dat.

‘Onderbroken geschiedenis.’

Het verslag werd geschreven door de
4, zij werden geleid door heilige geest.
Dat maakt het zo bijzonder. We letten
op wat er wél en wat er niet staat. De
opstanding van Christus is waarheid;
een feit. Dat staat dus los van ons ge-
loof of overtuiging. Ons wordt het me-
degedeeld, en de mensen zullen van-
zelf de uitwerking ervan zien. Zoals de
discipelen eerst niet en later wel aan-
vaardden dat het zo is.

‘In Korinte twijfelaars.’

Paulus wil ze overtuigen door allerlei
ooggetuigen op te voeren. En laat de
gevolgen zien als het theoretisch zo
zou zijn dat Hij niet is opgewekt. Dan
kunnen we wel ophouden met het be-
lijden van ons geloof. Dan zijn we nog
in onze zonden. Et cetera. Het tegen-
deel is waar: Hij is opgewekt en dat
houdt in, dat wij niet langer in onze
zonden zijn, maar verlost, bevrijd, in
genade levend. En we kennen de le-
vende Heer Die Gods rechter(hand) is
en die positie bekleedt.

Woord vandaag

1 april 2018
‘Hij werd opgewekt!’

Ook een geweldig feit, geheel in over-
eenstemming met de Schriften. Aan-
gekondigd door Hemzelf: Vader wek-
te Hem op – op de derde dag. Discipe-
len waren verbijsterd, de vrouwen als
eersten bij het graf, ook. Petrus en Jo-
hannes maakten er een wedstrijd van,
zó benieuwd waren ze. Johannes arri-
veerde als eerste bij het graf. Petrus
ging als eerste het graf in.

‘Merkwaardig, ja.’

Historisch gezien totaal onbelangrijk
om te vermelden. Een onderbroken
geschiedenis
. Eerst Maria (Johannes

21:1,2a), vervolgens Petrus en Johan-
nes (Johannes 21:2b-10), weer Maria
(Johannes 21:11-18). Dit is de historie
van Israël, die onderbroken werd door
de roeping van het lichaam van Chris-
tus. Petrus staat als type voor de ge-
lovigen uit Israël en Johannes voor de
gelovigen uit de natiën die gezamen-
lijk het lichaam van Christus vormen.

‘Mirjam (Maria) = Israël?’

Als type hier van het hele volk Israël.
Dat volk was als eerste getuige van
Zijn opstanding, maar kreeg daar nog
geen deel aan zoals de gemeente dat
wel heeft
. Uitgebeeld door Petrus (en-

kelen van Israël) en Johannes (gelovi-
gen uit de natiën). Nadat zij het graf
ingingen (beeld van de dood) en uit-
gingen (beeld van de opstanding) en
verdwijnen zij (in zekere zin). Daarna
lezen we de verdere geschiedenis van
Mirjam (het volk Israël), dat de Heer
alsnog erkent als: Rabboeni, Meester
van Israël, wanneer zij zien Wie zij
doorstoken hebben (Zacharia 12:10)!

Als u een eerder gehouden studie over
deze dingen opnieuw wil beluisteren,
volg dan deze link

Woord vandaag

31 maart 2018
‘Hij werd begraven.’

Dat is net zo’n feit als dat Hij stierf.
Hij werd in een nieuw graf gelegd,
in de tuin van Jozef (…..) van Arima-
tea (Mattheüs 27:57-61). Jozef was
een rijk man, zodat Jesaja 53:9 ver-
vuld werd: Hij was bij de rijke in Zijn
dood
. Als typologische aanduiding

van de grote rijkdom die Zijn werk
zou opleveren.

‘Paulus zegt dat ook?’

De apostel geeft aan, dat Hij in over-
eenstemming met de Schriften
stierf

voor onze zonden. En dat Hij begra-
ven werd
en opgewekt op de derde

dag (1 Corinthiërs 15:3,4). Dat geldt
niet alleen Hij, maar ook voor ons:

of weten jullie niet, dat wij allen, die
in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn
dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met
Hem begraven door de doop in de
dood….                   
Romeinen 6:3,4

‘Wij met Hem het graf in.’

Als het gaat om de oude mens(heid)
wel, ja. Wat dat betreft: zand erover.
Wat aan Jezus Christus gebeurde, is
in Gods rekenen met heel de mens-
heid gebeurd. Wij zouden dan ook re-
kenen zoals God rekent. Zo ook elkaar
aanzien in Christus. Zo ziet God ons en
zo kijken we naar de ander. We zijn in
Christus
een nieuwe schepping. Oude

mens is dood en begraven. Voorbij.
Zoals de Schriften aankondigden, zou
Hij op de derde dag opgewekt worden.

Woord vandaag

30 maart 2018
‘We denken aan Zijn dood.’

Zoals de Psalmen het hebben voorzegd
was Hij verdrukt, veracht, vernederd en
bespot. Terwijl Hij zonder zonde was,
de Schrift getuigt dat:

omdat ook Christus….geleden heeft….
Hij, Die geen zonde gedaan heeft, en
in Zijn mond is geen bedrog gevonden;
Die, toen Hij gescholden werd niet te-
rugschold, en toen Hij leed, niet dreig-
de, maar het overgaf aan Hem, Die
rechtvaardig richt
     1 Petrus 2:21-23

‘Indrukwekkend.’

Het is het lijden tijdens Zijn aardse le-
ven en dienst. Naar de kruisiging toe
werd het intenser. Aan het kruis ging
het in de diepste diepte. Hij droeg de
zonde van de wereld. Zijn bloed, dat
later, nadat Hij gestorven was door de
lansspits in Zijn zij uitkwam, getuigt
ervan. De vrucht is groot:

veel meer dan zullen wij, nu wij ge-
rechtvaardigd zijn in Zijn bloed, door
Hem gered worden van de veront-
waardiging
                 Romeinen 5:9

‘Heel fijne woorden.’

We beseffen iets van het diepe lij-
den
, dat Hij doormaakte. De Vader

leed mee. Het bloed van Christus;
rechtvaardiging is voor zondaren. Al-
le Adam-mensen (u en ik) vallen on-
der die woorden. Maar de dood van
de Zoon
is voor vijanden, om die te

verzoenen. Dat waren u en ik. En zo
werden en worden wij gered in Zijn
leven. Dát is gevolg van Zijn werk!