Woord vandaag

13 december 2016
‘Hoe gaat het met die ene gelovige?’

Op den duur kwam die zelf onder kritiek.
En moest constateren, dat de an
deren
gelijk hadden:

‘zelf ben ik ook niet foutloos’

Was de hoofdgedachte van het leven ge-
worden. Ernstig probeerde de vrome 
ge-
lovige het beter te doen, er leken echter
steeds meer fouten te ontstaan.

‘‘het lijkt wel, hoe meer ik probeer niet te
zondigen tegen de regels, hoe meer
fou-
ten ik maak, ik word er wanhopig van’’

‘Ik, ellendig mens.’

Daar kwam het op neer. Deze gelovige
kende nog niet de weg die in Romeinen
7:25 gewezen wordt:

Genade doet het! Ik dank God, door
Jezus Christus, onze Heer!

Deze gelovige wilde niet de weg van wet-
teloosheid bewandelen. Vroom probeer-
de deze uit alle (eigen) macht zich aan de
wet te houden. Die
 leek een keurig, voor-
beeldig leven
 als christen te leven.

‘De realiteit was heel anders.’

‘’Ze hadden eens moeten weten, al die
mensen van mijn evangelische gemeente,
hoe ik zondags in de dienst zat, vol met
schuldgevoel dat het wéér mislukt was
de afgelopen week’’, bekende de gelovi-
ge later. Er was heel wat gebeurd.

Door het (her)lezen van Romeinen 5-8
was
 langzaam maar zeker iets doorge-
drongen
 van genade.

Woord vandaag

12 december 2016
‘Werkt goed, Schrift naast Schrift.’

Vergelijken is prima, en het is duidelijk
wat over het vlees gezegd wordt:

want zij die naar het vlees (zijn), zijn ge-
zind op wat van het vlees (is); zij 
die
naar de geest (zijn), op wat van de
geest (is)                 
     Romeinen 8:5

En nu komt het vrome vlees naar voren.
De gelovige wil leven. Onder de 
genade
van God zijn geen regels 
zoals de gelovi-
ge die voorheen in het
vlees wel kende:
de grondbeginselen
van de wereld.

‘Gered in genade, wat nu?’

Dat is de vraag. De gelovige blijft door
de kakafonie aan geluiden én zijn eigen
vlees maar zoeken. Het ligt bijna voor
de hand dat die bij de wet uitkomt:

“dat zijn toch goede leefregels?”

Hoort de gelovige bij heel wat groepen.
En dat steeds meer. D
oor het vrome
vlees geleid gaat de gelovige
flink aan
de slag. Proberen zich aan de 
wet te
houden. Dankbaar voor de ont
vangen
genade.

‘Ja, zo heb ik ook gedaan.’

Na verloop van tijd, terwijl het vlees on-
der de wet ijvert, kijkt
de gelovige steeds
kritischer. Naar anderen. C
onstateert, dat
wat veel mis gaat. Het lukt
niet om zich
aan alle regels te houden. 
Reden om hen
daarop te wijzen. 
Na verloop van tijd gaan
de gelovigen el
kaar steeds meer en om
grote en kleine
dingen bekritiseren. Dat is
gevolg van het 
wetticisme dat veel gelovi-
gen beheerst
. Ze weten niet anders.

Woord vandaag

11 december 2016
‘Voorbeeld Paulus.’

Het vrome vlees is een van de lastigste
hindernissen voor een gelovige. Vlees
heeft veel kanten, in Galaten 5:19-21
is het nodige genoemd. Die reeks is in-
compleet. Mogelijk bedoelde de heilige
geest de duidelijkste werken aan te wij-
zen. Nuttig om te onderkennen voor de
gelovige.

‘De wet houden kan niet?’

Het lijkt goed om het te proberen. Nu is
de wet op zichzelf als woord van God:
heilig, en het gebod is heilig, rechtvaardig
en goed. De wet is geestelijk.
Zegt Romei
nen 7:12-14. We lezen daar:

want wij weten, dat de wet geestelijk is,
maar ik ben vleselijk, verkocht onder de
zonde

Dat woord verkocht is niet wat het feite-
lijk is volgens het Grieks. Het gaat meer
om weggooien, ergens vanaf zijn, mak-
ke
lijk van de hand doen.

‘Dus als een nutteloze slaaf.’

Ja en zodra je weer vanuit dat vlees wil
werken, bezig zijn, geldt dat. Ook
voor
de gelovige die de wet wil gaan
houden.
De lijnen die de gelovige zou
onthouden
als om het vlees gaat, zijn:

wat uit het vlees voortgebracht is, is
vlees; wat uit de geest voortgebracht
is, is geest
                                 Johannes 3:6

de geest is dat wat levendmaakt, het
vlees heeft geen nut
                                 Johannes 6:63

En we vinden meer van die tegenstelling-
en in de Schrift. Morgen meer.

Woord vandaag

10 december 2016
‘God heeft alles in Zijn hand.’

Ook de gang die Saulus maakte vanaf zijn ge-
boorte en opvoeding, zoals hij getuigt:

maar toen God Die mij afzonderde vanaf de
schoot van mijn moeder en riep, door Zijn ge-
nade, het goed achtte Zijn Zoon in mij te ont-
hullen, opdat ik Hem als evangelie verkondig
onder de natiën…..
                                  Galaten 1:15-17a

God had hem op het oog vóór zijn geboorte
en zo was Saulus voorbestemd. Om later 

verkondiger van Gods genade te zijn.

‘Ik vind het prachtverzen.’

God wordt groot gemaakt door het werk dat
Hij doet in het
leven van Saulus. In de verzen
zijn 
vier facetten van Gods genade zichtbaar:

God
1. zonderde Saulus vóór geboorte af;
2. riep hem;
3. onthulde Zijn Zoon in hem;
4. gaf hem kracht de Zoon te prediken

Dit betekende een einde van een leven onder
de wet voor deze begenadigde.

‘En afbraak van zijn vlees.’

Saulus kwam, nadat hij door Christus geroe-
pen werd, in een
proces. Daarin moest hij le-
ren, dat het
ego, het oude ik, het vlees onder
zonde, er
niet toe doet. Voor God.
Het con
trast vlees/geest is leerschool voor el-
ke gelovige. Vroom vlees probeert
de wet te
houden: dat is de grote ‘val
kuil’ voor de gelovi-
ge mens. Velen trap
pen erin.
Dan geldt Romeinen 8:8:

zij die in het vlees zijn kunnen God niet
behagen/welgevallig zijn

Niettemin is God genadig en helpt je door zo’n
periode heen. Om iets te leren. Net als Paulus.

Woord vandaag

9 december 2016
‘Het veranderen gaat soms snel.’

De mens wordt geboren, en is vanaf dat
moment op zichzelf gericht. Opvoeding
kan ervoor zorgen, dat iemand met aan-
geleerd gedrag die vleselijkheid kan ver-
bloemen. Maar ook je achter een masker
verstoppen gaat vroeg of laat een (groot)
probleem opleveren.

‘God kan ingrijpen.’

Wanneer Hij dat doet, gaat alles verande-
ren. Hét voorbeeld bij uitstek is Saulus.
Ook hij was opgegroeid bij de enige gods-
dienst die God aan de mens in het vlees
gaf. In de loop van de tijd waren tradities
belangrijker geworden dan het woord van
God zelf. In zijn proberen God te behagen
diende hij met grote ijver de tradities van
de vaderen.

‘Dat was dus vleselijk.’

Het leek allemaal heel mooi en goed vol-
gens de wet geleefd. En hij stelt later vast:

zij die in het vlees zijn kunnen God niet
behagen/welgevallig zijn
   

                                         Romeinen 8:8

Zijn voorbeeldige leven onder de wet was
niet door de geest geleefd. Op momenten
dat hij niet zondigde hoewel er wel kansen
waren, werd dat toch door God in hem ge-
werkt. Hij werd bewaard door God.