2 februari 2017
‘Wel ingrijpend, die komende gerichten.’

In deze boze eon is alles op zijn kop gezet. Jezus
Christus zal terugkeren. Dan zal alles rechtgezet
worden. Het denken van de mensen is volledig om-
geturnd, verdraaid, zodat zij straks de leugen zullen
geloven. Velen hebben hun gehoor al van de waar-
heid afgekeerd. En ze zijn doof voor wat God zegt.
Dan is het grote genade, dat wij wel kunnen horen.

‘God moet het geloof geven.’

God geeft aan elk lid van het lichaam van Christus
een zekere mate van geloof. Er wordt gesproken,
gericht op opbouw en groei van de gelovigen. Uit-
eindelijk is het zo, dat God de groei geeft. En we
kunnen dankbaar zijn wanneer we dat zien en bij
elkaar constateren. We bidden met Paulus mee,
dat we mogen groeien in de erkenning van God.

‘Dat God werkelijk God is.’

Zeker, en dat blijkt ook uit de studies Openbaring.
Wanneer God ingrijpt via Zijn Christus, Zijn Gezalf-

de, dan is het ook hoog tijd dat het gebeurt. Het
kon niet langer zo doorgaan. Daarom kunnen we
ook danken voor de gerichten, waarin God precies
het nodige doet. Niet te veel, niet te weinig. We
zien, dat Hij doet wat goed is, wat het juiste is, en
het is Gods vreemde werk, dat gericht. Kort, en
uit liefde voor heel Zijn schepping!