Woord vandaag

17 oktober 2017
‘Goed om verschillen te zien.’

Een gelovige is eerst zuigeling, daarna
onmondige en kind. Vervolgens zou het
groeien naar volwassenheid komen. Bij
veel gelovigen stopt de groei eerder. En
komt het nooit tot volwassenheid in het
geloof. Velen blijven steken in het voor
hen zo belangrijke hier en nu.

‘Dat merk je wel, ja.’

Men leeft dan in feite net als de wereld.
Onder allerlei inzettingen, leringen en
geboden van mensen. Of de Mozaïsche
wetten worden voor een deel gevolgd.
Maar zulke dingen doet iedereen. En
getuigt zeker niet van geestelijke groei.

‘Daarom weinig volwassenheid.’

Om Galaten 3:23-25 aan te halen: Pau-
lus laat zien, dat ook hij voorheen verze-
kerd bewaard werd onder de wet. Hij
noemt die dan 2 keer kindergeleider
(vers 24,25). Terugkijkend zegt hij dus,
dat hij in die fase nog een kind was. On-
der de wet ben je in feite als een kind,
dat begeleiding nodig heeft tot aan de
volwassenheid. In die fase ben je eigen-
lijk onmondig. Hoewel dat wellicht de
eerste fase van het echte kind-zijn (on-
der de wet of geboden) is.

Woord vandaag

16 oktober 2017
‘Kinderen en volwassenen.’

In het geloof, ja. Deze kennen we uit
het dagelijks leven. In geestelijk op-
zicht telt dat ook. Het woord onmondig
is een goede weergave van het Griekse

woord. Dat is letterlijk: niet-spreken, en
verwijst naar een klein kind dat (nog)
niet iets goed kan zeggen.

‘Zij zijn nog aan de melk.’

Daarom is de vergelijking met kleine
kinderen die nog niet kunnen spreken,
treffend. Het betreft gelovigen die nog
niet het woord van de waarheid kunnen
verwerken. Zij kunnen iets van de basis
van het evangelie verstaan, niet meer
dan dat.

‘Duidelijk.’

Paulus geeft aan, dat hij alleen aan de
volwassenen, de gerijpten in het geloof
de verborgen wijsheid van God bekend
kon maken. In 1 Corinthiërs 2:7 zegt hij:

…maar wij spreken Gods wijsheid in een
geheimenis, die verborgen was, die God
tevoren bestemde, vóór de eonen, tot
onze heerlijkheid

                                    1 Corinthiërs 2:7

‘Unieke roeping van de gemeente.’

Daar lijkt het wel naar te verwijzen. De
heerlijkheid, die ons wacht. Dat is: te
midden van de hemelingen, dat zegt de
Efezebrief in elk geval. De waarheden
die daarmee te maken hebben, vormen
het vaste voedsel voor de volwassenen
in het geloof.

Woord vandaag

15 oktober 2017
‘Verhelderend, die Korintebrief.’

We kunnen er veel van leren. In tegen-
stelling tot de onmondigen in Christus
lezen we over volwassenen of gerijpten
in het geloof. In 1 Corinthiërs 2:6 staat:

wij nu, spreken wijsheid onder de volwas-
senen, een wijsheid echter niet van deze
eon, ook niet van de oversten van deze
eon, die teniet gedaan worden

‘Daar lees je wat zeg.’

Deze volwassenen (of gerijpten) worden
genoemd tegenover de onmondigen in
1 Corinthiërs 3:1. Aan de laatsten kan
alleen de melk van het woord gegeven
worden, de basisbeginselen. Daarom
wilde Paulus onder de Korintiërs niets
anders verkondigen dan Jezus Christus
en Die gekruisigd.

‘Dat hoort bij de basis?’

Het hoort bij de beginselen van evan-
gelie voor nu. Jezus Christus werd ge-
kruisigd, begraven en opgewekt. Dat
is de kern, die in 1 Corinthiërs 15:1-3
naar voren komt. Daarin komt wel de
wijsheid van God naar voren, zoals 1
Corinthiërs 1:24,25 dat zegt. Maar dat
is nog niet de verborgen wijsheid van
God
, die Hij tevoren bestemd had tot

onze heerlijkheid.

Woord vandaag

14 otober 2017
‘Vleselijk en ziels.’

Dat waren de Korintiërs. Vleselijk en dat
bleek uit de diverse groepen die tegen-
over elkaar stonden. Verdeeldheid. Dat is
altijd in het vlees. De geest van God geeft
eenheid. De geest uit de wereld zet het
vlees aan tot afsplitsing van de rest. Zo
is het vandaag de dag nog steeds.

‘Er zijn ook zielse gelovigen.’

1 Corinthiërs 2:14 identificeert deze ge-
lovigen, de tekst geeft dit aan met:

de zielse mens nu, ontvangt niet wat van
de geest van God is, want die zijn dwaas-
heid voor hem, en hij kan ze niet weten,
omdat ze geestelijk beoordeeld worden
.

Dat geldt –helaas– voor nogal wat men-
sen die zeggen gelovigen te zijn.

‘Waar zijn ze op gericht?’

Op het zielse, dat wil zeggen: mooie
kleuren, klanken, muziek, gevoel. Zij zul-
len een spreker waarderen, die op het
gevoel en de emoties inspeelt. Die niet
met wat geschreven staat komt. Wel-
licht wordt heel mooi en zalvend gespro-
ken over eigen ervaringen, maar feitelijk
staat dan Gods woord niet centraal.