Woord vandaag

‘We zijn heel dankbaar voor het goede nieuws.’

Het goede nieuws is dan ook echt goed. God is de Redder van alle mensen,
inzonderheid van de gelovigen. Dat laatste sluit het eerste vanzelfsprekend
niet uit. Het versterkt en bevestigt het evangelie juist. De gelovigen springen
er in deze tijd uit als geredden. Geestelijk gezien dan. Zij zijn de eerstelingen,
de eerstgeborenen in de Eerstgeborene: Christus.

‘Eerstelingen waren van de gersteoogst.’

In Israël moesten van die oogst de eerstelingen bewogen worden voor het
aangezicht van Ieue. Gerst heeft te maken met regering, koningschap. Toen
Naomi, Ruth en Orpa in het land kwamen, was dat bij de gersteoogst
(Ruth 1:22) en zij kwamen natuurlijk in Bethlehem, het broodhuis.
En dat is
 de stad van David.

‘Ja mooi zeg, dat verband van gerst met koningschap.’

Zeker, het Hebreeuwse woord voor gerst houdt verband met Sarah, de vorstin.
Maar ook met haar, Simson was de heersende richter toen hij lang haar had.
Toen hij dat kwijtraakte, was ook zijn kracht, en dus ook macht, weg. Eerste-
lingen (die waren van de gerst) hebben daarom te maken met regering. Zo
bezien zijn ook wij eerstelingen, het geestelijke gerst. Dat is een garantie dat
heel de oogst komt
! Vandaar: God is de Redder, inzonderheid van de gelovigen.

Woord vandaag

‘Was boeiend, gisteravond over dat zuurdesem.’

We hebben de Schrift nagelopen over dat belangrijke begrip. Dan kom je
heel wat tegen. Het is nooit positief, ook niet in Mattheüs 13:33 als het gaat
om die vrouw die zuurdesem verborg in drie maten fijn meel. In de uitleg in
sommige kringen wordt dat als positief gezien, het evangelie of zelfs de kerk,
maar daarvoor heb je geen enkele steun in de Schrift. Wanneer we zien hoe
de Schrift over dat zuurdesem spreekt, dan kun je het niet als positief zien.

‘Het zure in de schepping wijst meestal op verderf.’

Dat is wat het is. Dat blijkt ook geestelijk zo te zijn. Als je kijkt naar de woor-
den in 1 Corinthiërs 5 en Galaten 5, dan blijkt ook –als je geestelijk ziet- dat
het door de apostel niet positief wordt gezien. Hij wijst tegenover het zuur-
desem, het verderf, naar oprechtheid en waarheid. Dan zie het verschil. Het
is goed om zelf in alle rust, kijkend naar wat de Schrift zelf zegt, te zien wat
zuurdesem inhoudt en waarom dat in deeg een in feite vreemd element is.

‘Paulus zal best veel kritiek gehad hebben.’

Dat kreeg hij, en dat vrijwel altijd uit religieuze achtergronden. Met name de
orthodoxie van zijn dagen verfoeide hem. Ze wierpen hem voor de voeten,
dat hij afval van Mozes zou onderrichten. Dat was een valse aantijging. Hij
volgde in de praktijk ook het evangelie van de genade van Christus. Hij geeft
aan, dat de gelovige in de praktijk van het leven staat en leeft onder de genade
van God
, en dus niet in wet (Galaten 5:1-4). Daar gaat het in Galaten om.


Voor de vrijheid maakt Christus ons vrij! Staat dan in de vrijheid en laat jullie
niet weer in het juk van slavernij vastzetten
!

Woord vandaag

‘Er zal zeker nog heel wat rechtgezet moeten worden als Hij komt.’

We hebben gezien –op de avonden van het profetisch woord- dat het
nog even zal duren voordat het koninkrijk over heel de aarde gevestigd
is, vanaf het moment dat Hij komt volgens Mattheüs 24:29-31. Net als
het gericht begint ook het koninkrijk van de Messias bij het huis van God,
Israël. In feite moeten dan ook eerst de beide huizen, Juda en Efraïm,
samengevoegd worden tot één huis.

‘Er zal op aarde nog heel wat weggedaan worden, gezuiverd worden.’

In de Schrift wordt duidelijk, dat het volk, toen het uit het diensthuis, uit
Egypte, uitgeleid werd, het zuurdesem uit de huizen moest verwijderen.
Zo zal ook heel wat boosheid en ongerechtheid van de aarde moeten ver-
dwijnen als Hij Zijn koninkrijk vestigt. Gerichten over Israël staan in de
Schrift altijd model voor de gerichten over de volkeren. Eén groot model-
gericht is dat over Sodom en Gomorra.

‘Ook in Galaten wordt daarover gesproken, zuurdesem.’

Ja, een belangrijke les is die van het zuurdesem in de Schrift. We zullen
vanavond in de studie van Galaten daarmee bezig zijn. En het is een be-
langrijke! Anders zou de apostel dat niet noemen, door God geleid, want
ook voor de Galatenbrief geldt, dat die God-geademd (2 Timotheüs 3:16)
is! De kwestie: leven onder de Thora (van Mozes) óf onder de genade van
Christus Jezus is in deze brief waar het om draait. De apostel is bijzonder
stellig en duidelijk: genade van God, dát is waar wij onder leven!

Woord vandaag

‘Hem ontmoeten op de bladzijden van de Bijbel. En straks echt in de lucht!’

Dat uitzicht kregen ook de Thessalonicenzen mee. Zij waren later nog ver-
ontrust en dachten dat de dag van de Heer al gekomen was. Niets was ech-
ter minder waar. De dag van de Heer is nog steeds niet gekomen. Die is nu
wel erg dichtbij. We leven nu in toppunt van de dag van de mens. Alles
draait om de mens, die zichzelf een goddelijke status heeft toegekend.

‘Daaruit blijkt de dwaasheid van de mens.’

De mens zal alleen nog een ander mens als heerser, als despoot accepteren.
Dat zal de wetteloze zijn, die zichzelf zal laten aanbidden alsof hij de ware
God is. Dat zal niet lang duren, de Heer gaat komen en als Hij bezig is te
komen, komen er ook gerichten over de aarde. Het zal starten bij het huis
van God, Israël (1 Petrus 4:17).

‘Daarna over de volkerenwereld?’

Dat is het gevolg, ja. Voordat het zo ver is, wordt het lichaam van Christus
weggerukt van deze aarde. Dat staat in 1 Thessalonicenzen 4:13-18. Anders
is het niet. Men doet pogingen dat weg te redeneren, maar laat daarmee
zien het niet eens te zijn met hoe Vader dat doet. Soms lees je de meest
merkwaardige gedachtespinsels om er onderuit te kunnen komen. In feite
is dat vreemd en verdrietig tegelijk. Vreemd, omdat de Schrift het zo uit-
drukkelijk stelt. En verdrietig omdat men daarmee de liefde van de Vader
afwijst, Die Zijn geliefden weghaalt om zo Zijn verontwaardiging te kunnen
tonen aan de wereld en de geestelijke machten. Er moet inmiddels heel
wat rechtgezet worden! Dat zal eerst gebeuren, voordat het koninkrijk
van Christus op aarde opgericht kan worden!

Woord vandaag

‘Op hem gericht leven, Zijn woord heb je nodig.’

Gods woord is het kostbaarste bezit van de mensheid. Zonder dat zouden we in
totale duisternis zijn. Kunnen we ons niet voorstellen. Mensen die uit de volsla-
gen geestelijke duisternis komen, weten van dat enorme licht, dat Gods woord
verspeidt. Het evangelie van de heerlijkheid van Christus verlicht ons hart. Het
is iets, dat niemand ons ooit kan afnemen, hoewel de tegenstander, de god van
deze eon, gelovigen ervoor probeert te verblinden.

‘Heb je dan ook ongelovige gelovigen?’

Dat is een tegenstelling. Maar als je luistert naar wat de Heer tegen de Emma-
üsgangers zegt, dan waren zij dat ook. Ongetwijfeld waren het gelovigen, maar
ze waren verdrietig. Emotioneel. Daarom drong onvoldoende tot hen door, dat
Hij ook opgewekt zou worden op de derde dag. Dat had Hij gezegd, en dat had
hen niet bereikt, of zij begrepen het eerst niet.

‘Zij geloofden niet alles.’

Nou, daar heb je het. De Heer zegt tegen ze, dat zij ongelovig en traag van hart
waren te geloven al wat de profeten gezegd hadden. Hij legde hen verder de
Schrift uit, al wat op Hem betrekking in heel de Tenach (OT). Zowel de Thora,
de Profeten als de Psalmen spreken over Hem, die komen zou. En dat is in één
woord: ge wel dig!

‘We ontmoeten Hem op elke bladzijde van de Bijbel?’

Ja en dat is toch heel erg fijn? Wie kun je beter ontmoeten? Hij komt naar ons
toe, steeds weer wijst de Schrift, in beelden, typen en profetieën naar onze
Redder en Heer: Christus Jezus. Hij, die mens werd en in nederigheid en oot-
moed diende. Hij, die zonder zonde was en toch gekruisigd werd. Hij, die aan
het kruis om vergeving voor Zijn vijanden bad. Hij werd opgewekt door Vader
op –inderdaad- de derde dag. Dat houdt dus een belofte in, dat allen zullen
leven, wat Hij ís de Opstanding en het Leven!