Woord vandaag

14 april 2017
‘Het wasvat kwam na brandofferaltaar.’

Op dat altaar werden de dagelijkse offers
gebracht. Lammetjes werden daar geofferd:

en dit is het wat u op het altaar moet berei-
den: elke dag twee lammeren van een jaar
oud, en dat voortdurend
       Exodus 29:38

En van de lammetjes werd gezegd:

het ene lam zul je in de morgen bereiden en
het andere lam zul je tegen het vallen van
de avond bereiden
                Exodus 29:39

Een jong lammetje ‘tegen het vallen van de
avond’. In feite staat er weer net iets anders.

‘Typologie natuurlijk.’

Jawel, het spreekt van Christus, Die het ware
was. De uitdrukking is –als je de tekst volgt:

het andere lam zul je bereiden (doen/maken)
tussen de avond(ur)en

Dat herinnert aan de uittocht uit de slavernij
van Egypte. Toen werd de zonen van Israël
opgedragen om een lammetje te nemen en
het bloed ervan op de deurposten te strijken
opdat de verderver over sprong (Hb:pasach).

jullie zullen een lam zonder enig gebrek heb-
ben, een mannetje van een jaar oud. Jullie
zullen het van de schapen of van de geiten
nemen                                     
Exodus 12:5

Het voorschrift was:

jullie zullen het in bewaring houden tot de
veertiende dag van deze maand, elke groep
van de vergadering van de zonen van Israël
zal het slachten tussen de avond(ur)en

                                               Exodus 12:6

‘De Heer werd ook de 14e gekruisigd.’

Hij gold als Vervulling van deze typen.
De lammetjes bij de uittocht én later in de
dienst bij de Tabernakel waren een vooraf-
schaduwing van Hem, Die zou komen.
Hij werd tussen de avond(ur)en gedood. 
Precies op de 14e nisan. Zoals Johannes
ge
roepen had:

Zie! Het Lam van God, dat de zonde van de
wereld wegneemt!
               Johannes 1:29

En: Zie! Het Lam van God!  Johannes 1:36

Woord vandaag

13 april 2017
‘Bijzonder weer, de Tabernakel.’

Prachtige typen en beelden zitten erin ver-
borgen. Koperen wasvat: type van Christus.
Hij schenkt het levende water: Zijn woord
tot heiliging en reiniging.

mannen, hebt je vrouw lief zoals ook Chris-
tus de uitgeroepen gemeente liefheeft en
Zichzelf overgeeft ter wille van haar, opdat
Hij haar heiligt, haar reinigend in het water-
bad (met Zijn uitspraak)
     Efeziërs 5:25,26

Hij zorgt Zelf voor de reiniging van de ge-
meente, die Zijn lichaam is. En kan de leden
zo inzetten in Zijn dienst.

‘Gereinigd tot dienstwerk.’

Bij de dienst aan en in de Tabernakel was
wassing bij het wasvat verplicht. Anders zou
de bewuste priester/leviet sterven. Voor het
dienstbetoon van de heiligen van de gemeen-
te geldt de dagelijkse reiniging door de uit-
spraken van onze Heer. Het is geen verplich-
ting
voor de gelovige van vandaag. Het kan

niet anders, dan dat de gelovige die dienst-
werk verricht het woord tot zich neemt, daar-
door leeft.

‘Ja, fijn, ik heb het elke dag nodig.’

We kunnen niet zonder dat dagelijkse voed-
sel. Zoals Israël in de woestijn (wildernis) niet
zonder dagelijks manna en water kon, zo kun-
nen wij niet zonder het eten en drinken uit
Hem. Christus is immers het ware Brood en
Gever van levend water. Israël leefde op wat
zij uit de hemel ontvingen; prachtig type van
de gelovigen van vandaag, die leven op wat zij
uit God ontvangen: het hemelse manna en wa-
ter dat van boven (God/Christus) neerdaalt en
de gelovige die dat eet en drinkt.

Woord vandaag

12 april 2017
‘Moordenaar niet direct in de hemel.’

Alleen aan de gemeente die het lichaam van
Christus is, is een plaats in de hemel toebe-
deeld:

en wekt ons gezamenlijk op en zet ons geza-
menlijk te midden van de hemelingen in Chris-
tus Jezus
                                     Efeziërs 2:6

want ons domein behoort aan de hemelen
toe, waaruit wij ook de Redder verwachten,
de Heer Jezus Christus
         Filippenzen 3:20

De gemeente werd geroepen vanaf de roe-
ping van Saulus van Tarsus. Daarvoor waren
er alleen beloften voor hen, die een aardse
verwachting hadden: het koninkrijk van de
Messias Jezus.

‘Die moordenaar stierf al eerder.’

Of hij ook op de dag (14 nisan) stierf dat de
Heer Jezus uitriep:

Vader, in Uw handen beveel ik Mijn geest!
                    Lucas 23:46; Johannes 19:30

is niet duidelijk. Misschien stierf hij wel veel
later, de 15e of de 16e. Gekruisigden hingen
soms dagen lang aan het kruis, een vreselijke
marteling. Hoe dat ook gegaan is, een belof-
te direct met de Heer (op dezelfde dag) in de
hemel te zijn, kón de Heer niet bedoelen.

‘Waarom niet?’

Omdat Hij, toen Hij inmiddels opgestaan was
uit de dood, tegen Maria zei:

raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opge-
varen naar Mijn Vader; maar ga naar Mijn
broeders en zeg hun: Zie! Ik vaar op naar
Mijn Vader en jullie Vader, naar Mijn God
en jullie God
                                           Johannes 20:17

Dus Hij was daar nog niet geweest. Hij was
nog niet bij Vader geweest. Niet op die op-
standingsdag tot Hij Maria ontmoette, en
evenmin in de dood. Eerst moest Hij Zich
aan Vader presenteren in de hemel, en pas
daarna mochten Maria en Thomas en an-
deren Hem aanraken. Het heden dat Hij uit-
sprak op de dag van Zijn kruisiging tegen de
moordenaar, hield dus geen belofte in, dat
de Heer én die moordenaar op die dag (14
nisan) in de hemel zouden zijn.

Woord vandaag

11 april 2017
‘Soms lijkt de Schrift anders te zeggen.’

Op het punt van de ‘tussentoestand’ wordt
door vertalingen soms een andere indruk
gewekt. Bijvoorbeeld bij de moordenaar,
die onderging hetzelfde als de Heer. Die ge-
loofde en de Heer zei tegen hem volgens
vertalingen:

Voorwaar Ik zeg je, heden zul je met Mij in
het paradijs zijn  
                                             Lucas 23:43

‘Lijkt te wijzen op bewustzijn in de dood.’

De tekst staat doorgaans extra in de belang-
stelling rond goede vrijdag. Vertalers heb-
ben meestal de komma na heden gezet. De
Griekse grondtekst heeft geen leestekens;
we worden door vertalers in een bepaalde
richting gestuurd. Gelet op wat de rest van
de Bijbel zegt over ‘de toestand van de do-
den’, is het heel erg vreemd dat de Heer
hier een andere indruk zou wekken over
deze ’tussentoestand’.

‘Die dag van de kruisiging was cruciaal.’

Daarom voegde de Heer aan Zijn ernstige
woorden het heden toe:

Voorwaar Ik zeg je heden: je zult met Mij
in het paradijs zijn

En gaf hem zo een geweldige belofte, dat
hij met Hem in het koninkrijk zal zijn.
Want in Jesaja 51:3 wordt gezegd:

want de Heer zal Sion troosten, Hij zal al
haar puinhopen troosten, Hij zal haar
woestijn maken als Eden, haar wildernis
als de hof van IEUE (Ik ben)

In de Griekse vertaling van deze tekst staat
twee keer paradijs; voor zowel Eden als hof.
Dit paradijs staat ook in Ezechiël 28:13 +
31:8,9 voor hof of tuin (Hebreeuws: gan).
In alle vier aangehaalde teksten uit het OT
gaat het om een plaats
op aarde. De Heer
Jezus beloofde hem
een zegenrijke plaats
in het aardse konin
krijk; geen directe opne-
ming in de hemel.