27 februari 2017
‘Je eigen redding uitwerken.’
Gisteren was het citaat uit vers 13 en 14 van Fi-
lippenzen 2. En dat omgedraaid; het gaf dezelfde
teneur weer als de tekst. Die zegt in vers 12:
werkt je eigen redding met vrees en beven uit…
Is de aanmoediging die Paulus de geliefde Filip-
penzen geeft. Zij hadden gehoor gegeven aan
het goede nieuws, dat zo vol is van Gods genade.
‘Je redding is helemaal genade.’
Dat is helemaal Gods werk. God is Redder van al-
le mensen, inzonderheid van de gelovigen. Dat al-
le redding uit God is, staat duidelijk in de Schriften.
De gelovige in het lichaam van Christus ontvangt
kracht uit God om de redding vervolgens te kun-
nen leven. Ook dat is genade. De mens kan nooit
eigen prestatie in rekening brengen.
‘Als dat goed duidelijk is, kun je dit begrijpen.’
Paulus onderstreept de zekerheid, dat alles uit
God is, doordat hij –net als inhoofdstuk 1– God
als de alles bepalende naar voren brengt:
want God is het, Die in jullie zowel het willen als
het werken voor Zijn welbehagen bewerkt.
Niet alleen het werken, dat in vers 12 genoemd
is, maar óók het willen werkt God in de gelovige.
Als je dan vraagt: ‘is (n)iets van mijzelf?’, dan is
dit het antwoord.