15 juni 2017
‘We hebben toekomst.’
Het is heerlijkheid die ons wacht, het
geeft troostvolle woorden in zo’n rijk
gedeelte als 2 Corinthiërs 1:3-12. Het
lijden en de verdrukkingen kwamen in
het leven van de apostel vaak voor.
In het gedeelte wijst hij op wat hem in
de provincie Asia overkwam. Hij was
bijna overleden, maar Vader was nabij.
‘De steniging bij Lystra.’
Daar moet hij op gedoeld hebben, dat
kan niet anders. God bleek de God van
alle vertroosting en de Vader van het
medelijden te zijn. Het lijden werkte op
verschillende manieren uit. Doordat er
diepe vertroosting was gekomen, kon
de apostel zelf anderen aanspreken in
troostvolle woorden.
‘Dat lezen we terug in de brieven.’
Hij was de dood nabij, en God had hem
bij wijze van spreken daaruit gewekt.
Dat was opdat hij niet op zichzelf zou ver-
trouwen, maar op God, Die de doden op-
wekt. Want ook daarin zit rijke bemoedi-
ging. Het blijft niet bij lijden en sterven;
er komt gegarandeerd opstanding, we
zullen allen die ons ontvallen zijn, weer
terugzien!