Woord vandaag

5 december 2017
‘We zijn gezegende mensen.’

In Zijn overstromende genade en liefde
zegent Vader ons. Met iedere geestelij-
ke zegen te midden van de hemelsen, in
Christus
(Efeziërs 1:3).

Meer kun je je niet wensen. Je kon het
al niet bedenken wat Vader gereedge-
maakt heeft voor ons.

‘Het is niet te overzien, zoveel.’

Is een grote rijkdom die we zomaar,
om niet, ontvangen hebben. Een kwes-
tie van leren kennen. Daarna erkennen
dat het zo is. Niets kan tussen Vader en
ons komen. Te allen tijde vrij Vader bid-
den, danken. Christus Jezus heeft alles
gedaan.

‘Wij hebben veel, heel erg fijn.’

Stil maakt het je, alles in Hem ons deel.
De vrijkoping door Zijn kostbaar bloed,
de vergeving van de krenkingen in over-
eenstemming met de rijkdom van Zijn
genade
. Ook het zoonschap, de plaats

van zoon, overeenkomstig de overstij-
gende liefde van Vader, Die ons gena-
de schenkt in de Geliefde. Dank U wel!

Woord vandaag

4 december 2017
‘Heerlijk, dat evangelie van genade.’

Het is echt evangelie wanneer het de
genade van God is. Anders is het geen
blijde boodschap. Wanneer ook maar
iets van de mens verwacht wordt is
het geen genade meer. Vreugde is in
het Grieks het grondwoord waar ge-
nade
van afgeleid is.

‘Ja, ik ben er zó blij mee.’

Het kruis is beslissend. Daar werd dat
volbracht wat heel de mensheid niet
kon. De mens: stervend en zondaar.
De Heer Jezus: zonder zonde en werd
tot zonde gemaakt. Zie het Lam van
God dat de zonde van de wereld weg-
neemt.

‘Allesbeslissend?’

Ja, want daarna wekte Vader Hem op
uit de dood. En Hij werd opgewekt om
onze rechtvaardiging, als bewijs dat Zijn
werk volkomen en compleet was. Daar-
na voer Hij op, is door de hemelen ge-
gaan met Zijn bloed en zo kon vanaf dat
moment genade op de troon plaatsne-
men. In deze tijd regeert genade door
rechtvaardigheid (Romeinen 5:20,21)!

Woord vandaag

3 december 2017
‘Mooi, een nieuw leven.’

In Christus leven wij als mensen, die
dood waren maar nu opgewekt zijn.
In nieuwheid van leven wandelen, zo
wordt dat in Romeinen 6 genoemd.
Dat oude leven laten wij achter in het
graf en leven nu opstandingsleven.

‘Dat lukt niet altijd.’

De missers die wij maken, ze zouden
ons niet met een schuldgevoel opza-
delen. Dat wil de aanklager van onze
broeders (Openbaring 12:10) ons wel
aansmeren. Wij kunnen de aantijging-
en pareren met Romeinen 8:1 :

zo is er dan nu geen veroordeling voor
hen die in Christus Jezus zijn

‘Dat moet ik dan opnieuw lezen.’

We zouden ons steeds weer realiseren,
dat de genade van God in deze tijd re-
geert en niet de wet. Vandaar dat Pau-
lus vaststelt in Romeinen 6:14 :

want zonde zal over jullie niet heersen,
want jullie zijn niet onder wet, maar
onder genade.

Wat een rijkdom! Daar kunnen we Va-
der van harte voor danken.

Woord vandaag

2 december 2017
‘We kijken naar de feiten?’

Wanneer het gaat om het één zijn van
de gelovigen met Christus, ja. Dan zijn
het feiten die Gods woord vaststelt.
Het sterven, de dood, de begrafenis,
én het opgewekt en levend gemaakt
worden met Christus. Het zijn feiten.

‘Maar ik voel dat niet altijd zo.’

Daar gaat het niet in de eerste plaats
om. Wij geloven de feiten van Gods
woord. Daar rekenen wij mee. Eerst in
geloof rekenen met de feiten. Daarna
komt het gevoel ook mee. Draai je dat
om, dan kom je met jezelf in de knoop.
Laten we God dankbaar zijn voor Zijn
evangelie van genade.

‘In de praktijk schiet ik tekort.’

Toch zouden we daarmee niet reke-
nen. Feit is, dat onze oude mens met
Christus gekruisigd is. Feit is, dat die
oude mens met Hem begraven werd.
En feit is, dat wij met Hem opgewekt
werden door de heerlijkheid van de
Vader. Daardoor kunnen wij, net als
Hij, wandelen in nieuwheid van het
leven, onder Gods genade.

Woord vandaag

1 december 2017
‘Door het kruis stierven allen.’

God bepaalde dat zo. Met Christus zijn
allen gestorven. Voor God leven de ge-
meenteleden:

en Hij stierf voor allen, opdat zij die le-
ven, niet meer voor zichzelf leven, maar
voor Hem, Die voor hen stierf en opge-
wekt werd
                              2 Corinthiërs 5:15

‘Ons leven is van Hem?’

Dat blijkt hier. God heeft met Christus
de hele oude mensheid gerekend. En
rekent met Hem ook de hele nieuwe
mensheid. De oude is met Hem gestor-
ven, begraven. Daarom rekent de ge-
lovige met deze feiten. En dat heeft ge-
volgen, nogal ingrijpend.

‘Welke gevolgen dan?’

Bij Paulus wordt helder, dat de gelovi-
ge dood is voor de zonde, voor de we-
reld en voor de wet. Afgesneden van
dat oude. In de nieuwe situatie leeft
de gelovige alleen voor Christus Jezus.
Met deze overgang -oud naar nieuw-
hadden de Korintiërs in de praktijk erg
veel moeite.