24 januari 2018
‘Fijn, die helm van redding.’

We ontvangen deze van God. In dit ge-
deelte gaat het om de relatie met God.
Net als Efeziërs 1:3-14. We wandelen
aan Vaders hand, trekken de delen van
de wapenrusting aan en naast de helm
ontvangen we het zwaard van de geest.
Een geestelijk zwaard, in tegenstelling
tot de kruisridders van de kruistochten
die een letterlijk zwaard gebruikten.

‘Het woord van God.’

Het belangrijkste, dat we hebben. Gods
uitspraken vinden we alleen daarin: Zijn
woord. Daarom zijn we ermee bezig en
blijven dat doen, totdat de bazuin gaat.
Dat woord van God is levend, werkzaam,
meer snijdend
en dringt door. Dat geldt

voor dat woord in totaliteit en speciaal
voor de uitspraken in Efeziërs.

‘Moeilijke woorden.’

Vader geeft door Zijn geest inzicht. Zijn
plan kunnen we alleen door dat Woord
kennen. Het werkt in en door ons, geeft
ons zicht op ons hemels lotdeel. En dat
niet alleen, maar ook het genieten van.
Dat is in onze geest, en kunnen we ons
verheugen in blij zijn. Terwijl we in onze
ziel verdrietig zijn en tranen hebben en
lichamelijk pijn lijden. Dat is het wonder
dat God in ons doet, door Zijn uitspraak.