‘Geweldig, die eerste verzen van de Hebreeënbrief. God heeft aan de
Zoon die zeer hoge plaats toebedeeld!’
Na lijden kwam de alles overstijgende heerlijkheid van de Zoon. Hij is
Zoon en dus erfgenaam en lotgenieter. Hij is de Zoon van Adam, de Zoon
van Abraham en de Zoon van David. Hij is ook de Zoon van Jozef, maar
zeer zeker de Zoon van God! De Heer Jezus Christus heeft álle troons-
rechten en Hij is koning-hogepriester naar de ordening van Melchizedek.
‘Enorm, dat al die lijnen bij Hem uit komen. Als je zoveel geestelijke rijk-
dom hebt ontvangen, kun je Hem niet langer alleen Jezus noemen.’
Daar zeg je iets. Hij is voor ons Christus Jezus, of de Heer Jezus Christus.
Paulus zegt ook, dat al de schatten van wijsheid en kennis in Hem verbor-
gen zijn. Daarom joeg hij er naar, Hém te kennen en de kracht van Zijn
opstanding. Petrus zegt ook, dat God Hem tot Heer en tot Christus stelde
nadat Hij door Hem opgewekt was uit de doden.
‘Vind je het dan gek, dat de wereld van het Midden-Oosten in beroering is;
we horen Zijn voetstappen!’
Nee, natuurlijk niet! De satan heeft zijn zetel in Babylon en Jeruzalem is
de stad van de grote koning. Dat is de grote tegenstelling. Maar als de Heer
komt zal Hij de wetteloze buiten werking stellen door Zijn woord!
De profetie zal tot op de laatste letter vervuld worden door Hem. De wereld
kent geen rust, sedert de tweede wereldoorlog is er altijd ergens oorlog ge-
weest, er is geen dag geweest waarop wereldwijd vrede was.
‘Ja, de wereld verlangt naar de vrede die Hij alleen kan geven.’
Daarom is het zo geweldig, dat Paulus schrijft, dat Hij onze vrede is, en
dat in Hem alle vijandschap beëindigd is. Wij hebben deel aan Hem; daar-
om juichen wij en hebben vrede – met God, en met elkaar!
En die vrede zal doorwerken en uiteindelijk ieders deel zijn, opdat God
alles in allen zal zijn. Daar waar de wereld in feite -zonder het te weten-
naar snakt. Het zal komen, en binnen zekere tijd vanuit Jeruzalem op
aarde (en door het lichaam van Christus bij de hemelingen) zal de grote
Vredevorst gaan beginnen Zijn rijk op te richten!