‘Het is goed, dat wij steeds eraan herinnerd worden wat er allemaal
in de nabije toekomst gaat gebeuren.’
De vrijkoping van ons lichaam (Romeinen 8:23) is iets heel groots.
Wij zijn dan van het lijden verlost. Wij zullen verdrukkingen en lijden
ondergaan, totdat die grote dag aanbreekt. Het zal vermoedelijk heel
snel gaan, die verandering. Het is in een ondeelbaar ogenblik. Hoe lang
het bazuinen duurt, weten wij niet. Misschien zullen wij de tijd krijgen
om ons ergens te verzamelen, misschien niet.
‘Dat zou wel heel bijzonder zijn, als wij ons zouden kunnen verzamelen
en dan de verandering en opwekking van de doden afwachten.’
Misschien eens goed om daarover na te denken. Het zijn grote dingen
die ons staan te wachten. Goed om je daarin te verdiepen aan de hand
van Zijn woord. De vervulling van zoveel beloften in Christus Jezus
staat ons te wachten; onze verwachtingen kunnen daarvan niet hoog
genoeg zijn!
‘Zou Paulus iets van die heerlijkheid gezien hebben? Hij was er heel erg
vol van.’
Hij ontmoette de Heer op weg naar Damascus. Hij was drie dagen blind
van het licht, dat de Heer uitstraalde. Dus hij heeft toen al die heerlijk-
heid gezien. Ook daarna verscheen de Heer aan hem. Die heerlijkheid
was groter dan de heerlijkheid die Mozes zag, bij de verbondssluiting
van het oude verbond op de Sinaï. Paulus wijst daarop in 2 Corinthiërs 3.
‘Dus de hemelse heerlijkheid was al een aanwijzing in Paulus’ leven?’
Dat kunnen wij wel hieruit aflezen. Zoals de Heer in grote heerlijkheid
verscheen, geen aardse, maar een hemelse heerlijkheid, zó zou de ge-
meente die Zijn lichaam is, ook die heerlijkheid later ontvangen. Hij is
immers het hoofd, en wij de leden. Dan is het logisch, dat de leden net
zo’n heerlijkheid ontvangen als het hoofd zelf!