Woord vandaag

‘Vol betekenis, de verheerlijking?’

Wanneer je het leest in Mattheüs 17, zie je dat Hij wel licht
uitstraalde. Van Mozes en Elia wordt dat niet gezegd. Je kunt
daarin de grote waarheid zien:

het getuigenis van Jezus is de geest van de profetie

Zijn licht straalde af op Mozes en Elia. En zo ontvang je pas
echt licht op de Tenach (Thora en de Profeten) door Hem, die
de Christus, de Messias, de Gezalfde is.

‘Ja, fijn dat dat zo is.’

Zo legde Hij aan de Emmaüsgangers uit al wat in de Wet en de
Psalmen en de Profeten op Hem betrekking had. Hij gaf hen het
licht erop. Hij is Zelf het Licht van de wereld. En zo klinken de be-
kende woorden als muziek in de oren van de gelovige:

de wet werd door Mozes gegeven, de genade en de waarheid
zijn door Jezus Christus geworden

‘Daardoor meer heerlijkheid.’

Het schenken van genade gaat ver uit boven het opleggen van
de Thora. Het ene gaf een zekere heerlijkheid. Dat was echter
een verdwijnende, terwijl de bediening van de geest ging van
heerlijkheid tot heerlijkheid
. Het ene (de wet) leidde tot ergere

vorm van slavernij (onder de zonde); het andere leidt tot vrijheid.
De angst voor God verdwijnt; Hij betoont je genade.   

Woord vandaag

‘We gaan de weg die gegaan moet worden?’

De mens is, door God bedoeld. Iedereen is door Hem gewild
en gewenst. Zo kon de eerste mens in leven blijven, fysiek ster-
ker worden door het eten van de boom van leven. Dit was ech-
ter niet naar Gods plan. God bedoelde, dat Hij, de laatste Adam
moest komen. Daarvoor was nodig, dat zonde doordrong in de
mens(en).

‘En dat de Zoon van Adam moest komen.’

Tegen de donkere achtergrond van de zonde was Zijn leven
op aarde een groot getuigenis. Van de God, die Hij Zijn Vader
kon noemen. Hij was in heerlijkheid bij Vader:

de heerlijkheid die Ik had, eer de wereld was, bij U (Joh. 17:5)

En werd Mens op aarde. Hij verdiende het, om de eer te ont-
vangen van de anderen. Dat blijkt in feite, toen Hij veranderde.

‘Wanneer was dat dan?’

Op de berg van verheerlijking. Hij ontving daar eer van Mozes
en Elia, en werd voor het oog van de drie latere steunpilaren
van de Besnijdenis, verheerlijkt. Er ging sterk licht van Hem uit.
Veel sterker dan van Mozes en Elia. Je zou in een beeld kunnen
zeggen, dat Hij daar de Thora en de Profeten ontmoette. 

Galatenbrief studie 50

Deze laatste studie was wellicht voor u niet te vinden,
inmiddels staat deze op de juiste plek. Wanneer u bij de
links klikt op ‘Galatenbrief’ dan kunt u deze beluisteren
en volgen via de presentatie.

Woord vandaag

‘Mooi om zo verschillende aspecten van Gods plan te zien.’

De mens was bedoeld om uiteindelijk beeld van Christus
te zijn. De mens zou worden zoals Hij nu is. Om dat doel
te bereiken, schept God de mens. Met het doel voor ogen,
dat deze echt op Christus zou gaan lijken. De mens werd
door God volkomen geschapen. Dat wil zeggen: in die om-
standigheden, in de oude schepping.

‘Ja en we zien nu: volkomen, voor die situatie.’

De schepping van de mens was volgens plan. God had tevoren
bedoeld, dat die op Christus zou lijken. Daarvoor was het nodig,
dat de mens door een periode van beproeving en testen zou
gaan. Zo werd hij heel bewust onderworpen aan beperkingen
en regels, zodat zijn eigen wilskracht beproefd werd.

‘En dan blijkt de mens tekort te komen.’

De gelijkvormigheid aan het beeld van de Zoon kan alleen in
de opstanding een feit zijn. Dat was tevoren bij Vader bekend,
maar niet bij ons mensen. Daarom werd dit in de Schrift ont-
huld. En daarom werd de mens, zo zagen wij gisteren, gescha-
pen met de uitdrukkelijke mogelijkheid tot sterven.

‘Zodat hij in de opstanding wél op Hem lijkt.’

Dat geldt eerst voor de gelovigen van het lichaam van Christus.
Voor anderen zal dat pas later komen. De mens, door Vader in
de hof geplaatst, kon eten van elk geboomte in de hof. Alleen
de boom van kennis van goed en kwaad, daar mocht de mens
niet van eten. Van de boom van het leven wel. Daardoor had
de mens kunnen gaan leven op hoger niveau, lichamelijk dan.
Dat ging niet zo, Vader had vanzelfsprekend voorzien, dat de
mens zou (moest) zondigen. Dat was de weg, die God bepaal-
de: door lijden, verdrukkingen en dood. Daarna: heerlijkheid.