Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

12 mei 2017
‘Na bewust besef groei?’

Wanneer de boodschap van gezamenlijk
met Christus gekruisigd zijn doordringt.
Dan kan geestelijke groei komen. Dan is
ook vrucht mogelijk. Dat is de volgorde
in het gebed, Kolossenzen 1:9-11 :

…dat jullie vervuld worden met de erken-
ning van Zijn wil in alle wijsheid en gees-
telijk inzicht

Deze diepere wijsheid gaat verder dan
de wijsheid van God in het woord van het
kruis (1 Corinthiërs 1:18).

‘Dat kun je pas later verstaan?’

Deze wijsheid van God klinkt werkelijk in
volheid door in de brieven Efeziërs, Filip-
penzen, Kolossenzen en 2 Timotheüs.
Daarin klinkt de overstijgende rijkdom van
Gods genade en wordt het Efeze-geheime-
nis, samen met alle dimensies van de lief-
de van Christus onthuld. Dan gaat het ver-
der dan in de andere brieven van Paulus.
En ver, heel ver voorbij aan wat ooit aan
de Besnijdenis ooit onthuld was.

‘Daar moet je wel jaren over doen.’

Groei gaat in het geestelijk bereik niet zo
snel. In de natuur heb je ook niet van de
ene op de andere dag een perenboom die
jaarlijks veel peren oplevert. We zijn wel
enorm bevoorrecht als we dat onderricht
van de apostel Paulus goed in waarheid
leren kennen. Dan is dat gebed uit Kolos-
senzen 1 en Efeziërs 1 steeds nodig. Op-
dat de groei doorzet en we voorbij de eer-
ste, elementaire beginselen komen.
En dus in de praktijk gegroeid zijn, waar-
door we verder gaan, na gegroeid te zijn
in de erkenning van Gods wil.

11 mei 2017
‘Verschil tussen geest en ziel.’

In de praktijk lastig te onderkennen, wij
hebben Gods woord daarin als enige bron.
Als je met name de brieven 1+2 Korintiërs
leest, zie je hoe ziels (beheerst door emo-
ties, gevoelens, eigen denken) gemeente-
leden waren. Daardoor ontbrak het aan
juist zicht. Paulus kon aan hen niet de wijs-
heid kwijt die hij aan anderen wel schreef.

‘Ze bleven hangen in het begin.’

Om die reden sprak Paulus onder hen al-
leen over Jezus Christus gekruisigd. Om
te groeien in erkenning van wat God wil
is eerst een juist besef van de diepe be-
tekenis van de Gekruisigde nodig. Dat
heel de wereld gezamenlijk met Hem ge-
kruisigd werd. Dat was zichtbaar in de 4
(2 rovers, 2 misdadigers) die naast Hem
aan weerszijden hingen.

‘Dat gaat verder dan je vaak hoort.’

Er wordt slechts hier en daar nog iets ge-
zegd over de diepere betekenis van het
kruis. Alleen zo kun je groeien in de er-
kenning van Gods wil. Daartoe moet het
eigen ik van de mens opzij, uit de weg:
aan het kruis. Dan komt er ruimte voor
de erkenning van de wil van God bij en
in de gelovige(n).

10 mei 2017
‘Groeien in het geloof.’

Het gebed van de apostel is dat wij zou-
den toenemen in de erkenning van wat
God wil. Dat is ook een van de vele func-
ties van Gods woord. Zo geeft Romeinen
12:1,2 dat aan. Veranderd worden door
de vernieuwing van ons denken. We zijn
wat dat betreft zeer dankbaar voor het
onderricht uit Zijn woord.

‘Het is levend en krachtig.’

Scherper dan een tweesnijdend zwaard.
Het dringt diep door, zo dat het verschil
tussen ziel en geest aan het licht komt.
En dat niet alleen, het is om het zielse
langzaam maar zeker (of heel snel) on-
derschikkend aan de geest (van God) te
doen zijn of te maken. Dat is de volgor-
de van leren: van ziel(s) naar geest.

‘Hé zo is het ook in de opstanding.’

Paulus formuleert het in 1 Corinthiërs
15:46 zo:

maar niet eerst het geestelijke,
maar het zielse,
daarna het geestelijke

Dit is de orde in Gods plan. Er zou groei
zijn. Wat betreft het lichaam van de mens
gebeurt dat ineens door opstanding. Dat
heeft Paulus al opgemerkt in vers 44:

er wordt een ziels lichaam gezaaid
een geestelijk lichaam wordt opgewekt

De Heer Jezus Christus heeft dat al.

Groei in het geloofsleven is te zien wan-
neer we als gelovigen niet langer vanuit
de ziel (emoties, gevoelens, eigen den-
ken) reageren. We zouden ons laten lei-
den door

de geest van het zoonschap

9 mei 2017
‘We kijken uit naar die dag.’

Ja, en het lijden dat we meemaken, ver-
sterkt dat verlangen. Dat is logisch. Niet
te onderschatten, we lijden verdrukking-
en en dergelijke. Paulus noemde dat de
lichte last van verdrukking van een ogen-
blik als hij dacht aan de heerlijkheid die
gaat komen.

‘God bewerkt de heerlijkheid.’

Net zoals het lijden en de verdrukkingen
die wij meemaken. We zien dat in het le-
ven van Job. Het gaat niet buiten God om.
De tegenwerker heeft daar de hand in, en
ook dat zien we in de geschiedenis van de
gelovige Job. Zijn naam zegt het: hij werd
vijandig behandeld.

‘Hij had later meer heerlijkheid.’

Dat zou de weg die God met hem ging
ook duidelijk maken. Door lijden heen is
de heerlijkheid uiteindelijk (veel) groter.
Dat is niet makkelijk gezegd, de Schrift is
het, die dat duidelijk maakt. De vrienden
van Job zochten naar allerlei verklaringen
en vonden die niet. Door die ervaringen
ontdekte Job veel meer over wie God is.

8 mei 2017
‘We zien uit naar Christus Jezus.’

Hij gaat komen, daar spreekt Openbaring
van. Hem, Die was, Die is en Die komt, dat
is voluit de naam IEUE (Jahweh). Alle ont-
wikkelingen wijzen op een toegroeien naar
de eindtijd. Sommigen noemen in verband
daarmee het woord transitie (overgang).
De doorbraak van de nieuwe tijd (New Age)
wacht nog op de weerhouder.

‘Pas dan kan de wetteloze komen.’

Die moet al in de wereld zijn, maar kan zich
nog niet openbaren. De tijd van antichrist
is aanstaande. Er zijn al vele antichristen in
de wereld geweest (antichrist = in plaats van
Christus). Degenen, die praktisch Zijn plaats
innemen zijn in feite antichrist. Van de paus
te Rome wordt dat gezegd: plaatsvervanger
van Christus op aarde. In de praktijk is die
het. Maar de enige ware voorzegde anti-
christ is nog niet openbaar. Die komt nog.

‘We zien uit naar Zijn komst.’

Velen zien uit naar de dag dat de bazuin
van God klinkt. De dag is nabij gekomen
Daarom is de roep uit Paulus’ brieven om
waakzaamheid. We zouden waken, nuch-
ter zijn. Geestelijk gezien is het erg duister
aan het worden:

de nacht is ver gevorderd, de dag is nabij;
laten wij dan afleggen de werken van de
duisternis en de wapens van het licht aan-
doen                              Romeinen 13:12