17 juli 2017
‘Er zijn velen, die niet geloven.’
Ook daarin zien we een onderdeel
van Gods plan. Hoe vreemd dat ook
lijkt. In 2 Thessalonicenzen 3:2 zegt
de tekst dat:
…dat wij verlost mogen worden van
de slechte en boosaardige mensen,
want niet allen hebben het geloof
(herziene statenvertaling)
‘Ja, zo wordt dat bevestigd.’
Deze tijd van genade is die waarin
Christus Zijn lichaam uitroept. In de
tijd daarvoor ging de prediking van-
uit Israël en klonk door Jezus onder
meer in de straten van Jeruzalem.
Ook daar was voorzegd ongeloof:
maar hoewel Hij zoveel tekenen in
hun bijzijn gedaan had, geloofden
zij niet in Hem Johannes 12:37
‘Ja ook daar zie je het.’
Johannes verwijst naar Jesaja, die
zich al afvroeg:
Heer, wie heeft onze prediking ge-
loofd? En aan wie is de arm van de
Heer geopenbaard? Jesaja 53:1
En Johannes vervolgt dan:
daarom konden zij niet geloven, om-
dat Jesaja verder gezegd heeft….
Johannes 12:39