De eerste studie van de Galatenbrief, een inleiding zoals op
7 januari 2013 besproken, is geplaatst. Paulus bracht het
evangelie van de genade van God. De Galaten bleken al snel
af te wijken onder invloed van ‘de wettischen’ (judaïsten).
Luister: deel A en deel B
Woord vandaag
‘Wat een boodschap, dat God zelf de naderingsgave geeft!’
Het toont aan, dat het helemaal niets te maken heeft met
wat wij zouden doen, maar alles met Zijn werk aan, in en
door ons. Hij had ons in Christus uitgekozen vóór de ne-
derwerping van de wereld. Toen bestonden wij alleen in
Hem, in Gods gedachten.
‘Het staat dus ook los van onze zonde(n)!’
Ja, vanuit God gezien waren wij altijd smetteloos en heilig
voor Zijn aangezicht. Zo gezien konden wij niet anders
dan door Hem in de tijd geroepen worden en antwoord ge-
ven op de roepstem. Hij bewerkte dat in ons. Er is ook hier
niets uit onszelf bij. Daarom kunnen we ook zeggen, dat
God ons aanziet in Christus Jezus, alsof wij nooit gezondigd
hebben.
‘Nou, dit gaat wel ver en diep, machtige geestelijke waar-
heden!’
Het is de allesoverstromende rijkdom aan genade en liefde
van God in Hem voor ons in deze brief aan de Efeziërs. We
kunnen drinken van deze heerlijke nectar van Gods liefde
die ons omringt, te allen tijde. Geborgen in het hart van de
Vader. Ons leven samen met Christus verborgen in God.
Wat een machtige, heerlijke zekerheid en zorg en liefde!
Woord vandaag
‘Best mooi, dat stukje uit Efeziërs 2:4-10.’
Ja, een bijzonder fijn gedeelte uit een zeer opmerkelijke
brief. Het stroomt allemaal over van genade. God nam
het initiatief om de mens uit zijn hopeloze positie te red-
den. Het klinkt zo bijzonder hier. Geen enkele inspanning
van de mens kon hem redden. Het is alles uit God en in
Christus Jezus.
‘Je raakt er niet over uitgedacht, dat God zo is.’
Een van de vele opvallende woorden in dit gedeelte is het
woord ‘naderingsgave’. Het bijzondere hier is de tegenstel-
ling tussen de regels van de Mozaïsche wet en wat hier
staat. In elke religie, dus ook die van Israël onder het oude
verbond, moet de mens aan de hogere macht een offer of
een geschenk brengen om in de gunst te komen.
‘En hier is het anders.’
Hier is het God, die de naderingsgave geeft. Dat maakt het zo
bijzonder. Als uiting van Zijn overstromende genade geeft
Hij zelf het naderingsgeschenk (Hebreeuws: korban) om de
mens naar Zich toe te trekken. Er staat ook bij, dat het uit
genade is, niet uit jullie zelf, door geloof, niet uit werken.
Opdat niemand zich kan beroemen. Gods genade, optimaal.
‘Ik ben er nog steeds heel erg blij mee.’
Het is het evangelie dat door Paulus gebracht werd, niet
te vergelijken. De andere apostelen hadden zo’n bood-
schap niet. Dat ligt heel anders bij Johannes, Jakobus en
Petrus. De heerlijkheid van Gods genade schittert in
Efeziërs volop, een diamant van Gods liefde!
Woord vandaag
‘Mooi, om opnieuw na te denken over Zijn genade, en
wat dat voor de mens betekent.’
Het is goed, je dat voortdurend bewust te zijn. Het draait in het
evangelie niet om de mens, maar om de heerlijkheid en ver-
heerlijking van God en Zijn Christus. Dat daarin de mens gered
wordt, is logisch. Want als de Schepper (God, de Vader) verheer-
lijkt wordt, kan het niet anders dan dat Zijn schepselen óók
verheerlijkt worden.
‘En voor ons als gemeenteleden van het lichaam van Christus
is de grootste heerlijkheid weggelegd?’
In feite wel. Wij worden samen met de Zoon van Zijn liefde ver-
heerlijkt. Wij ontvangen straks dezelfde heerlijkheid als Hij nu
al heeft, te midden van de hemelingen. Hij zit op de troon aan de
rechter(hand) van Vader, en wij als lichaam van Christus zullen
delen in die troon!
‘Eigenlijk ongelooflijk he’.
Ja, niet te bevatten, niet te begrijpen. Gaat boven ons eigen men-
selijke verstandje uit. Ver zelfs. Als we bedenken, dat wij met Hem
een bijzonder middel in Gods hand zullen zijn om de hemelse
machten en krachten Zijn veelvuldige wijsheid bekend te maken
en de rijkdom van Zijn genade te tonen, dan ben je sprakeloos.
Alle reden Hem ervoor te danken!
Woord vandaag
‘Ondanks alle berichtgevingen in de media blijven wij
optimistisch?’
Als je alle berichtgeving volgt, word je vanzelf neerslachtig. Er wordt
bijzonder weinig goed nieuws gebracht. Maar wij kennen het ultieme
goede nieuws, dat Christus Jezus in de wereld kwam om zondaren te
redden. En dat doet Hij ook! Laat dít -tegen de orthodoxe leer van de
eeuwige straf in- geweldig groot nieuws zijn!
Het is eenvoudig: Christus redt zondaren, Hij redde inmiddels de groot-
ste (Saulus van Tarsus), dat betekent dus, dat Hij allen redt!
‘Dat is logisch. Er is geen speld tussen te krijgen.’
Sommigen zullen vragen: ‘Maar, als iemand echt zelf niet wil, dan kan
God hem toch niet redden?’ Wilde Saulus dan wel? Hij was een vijand
van God en vervolgde Jezus zelf. Toen hij in die grondhouding volop
bezig was, kwam de Heer hem tegen op weg naar Damascus en over-
weldigde hem met Zijn genade en heerlijkheid. Saulus, die heel erg
niet wilde, werd overwonnen door de liefde en de genade van Christus
Jezus!
‘Prachtig schoolvoorbeeld hoe de Heer in deze tijd de mens redt.’
De apostel zegt dat ook in 1 Timotheüs 1:13-16. Hij is een voorbeeld,
letterlijk: een ondervoorbeeld (een onder-type) van hen die na hem
gered zouden worden. Overweldigende genade van God! Daar kan
uiteindelijk geen enkel ongehoorzaam mensenhart tegenop. De
zonde is al gedragen, Christus werd allang als Eersteling opgewekt
uit de doden, de hele oogst gaat komen!