Woord vandaag

‘Pasen, in Christus, een nieuwe schepping: het is allemaal uit God.’

Jawel, we hebben gezien dat God alles tevoren weet. Gods voorkennis.
En dat houdt in, dat Hij ook alles ten diepste bewerkt. Dat kan niet an-
ders. Het zou onzin zijn wanneer Hij tevoren wel alles weet, maar ver-
volgens niet in staat zou zijn de dingen ook zo te ordenen dat ze zo gaan
zoals Hij bedoelt. Dat Hij Jakob liefheeft en Esau haat (achterstelt), dat
is naar Zijn voornemen. God is werkelijk God.

‘Fijn, dat geeft mij zekerheid. Het kan niet uit Zijn hand vallen.’

We zien op Hem, die ons liefheeft. We bespraken bij Openbaring afgelo-
pen woensdag, dat God liefde is. En dat Hij de dingen heeft onthuld in dat
bijzondere bijbelboek, maar dat boven die hele Openabring staat, dat
God liefde is. En dat dus al die dingen die nog gaan gebeuren, niet buiten
Hem om gaan. Zoals een chirurg een zieke plek uit een menselijk lichaam
moet wegsnijden, zo snijdt God straks in de mensheid om de ziekten te
verwijderen – binnen korte tijd.

‘Ja die hele periode van het boek Openbaring is eigenlijk maar kort.’

Dat mag je wel zeggen. Het gaat om een korte, hevige tijd waarin heel
veel gebeurt. Daarna breekt de 1000 jaar aan en volgt na de grote witte
troon de tijd van de nieuwe hemel en nieuwe aarde. Maar het grootste
deel van het boek gaat over het einde van deze boze eon, dit tijperk waar-
in het kwaad een belangrijke rol mag spelen. Daarin gebeuren de dingen
snel – wanneer ze plaatsvinden. En die gerichten luiden de komst in van
de Redder van de wereld: de Heer Jezus Christus.

Woord vandaag

‘Wat algemeen verkondigd wordt is anders dan het evangelie van
  de verlaten apostel.’

Het evangelie is niet naar de mens. De mens wil religie, een goed
gevoel. De overstromende genade die in Paulus’  boodschap zo helder
doorklinkt, ontbreekt in de meeste verkondiging. Gods genade is zo
anders dan wat mensen denken dat het evangelie inhoudt. Het punt
is, dat de mens zelf wat wil doen, wat in de melk te brokkelen wil
hebben.

‘Het kruis maakt daar een einde aan.’

Paulus spreekt diepgaand –als geen ander- over de consequenties, de
gevolgen van het kruis. Je hoort weliswaar wel spreken over dat men
een nieuwe schepping is, maar het wordt niet doorgetrokken. In de
geestelijke nieuwe schepping is geen onderscheid meer tussen Griek
en Jood, slaaf en vrij, manlijk en vrouwelijk. Besneden zijn of niet heeft
daarin geen enkele betekenis. Het valt in Christus Jezus –na het kruis-
allemaal weg.

‘Degenen die wel rekenen met Israël naar het vlees zitten mis?’

Exact. Paulus brengt meerdere keren naar voren, dat besneden zijn of
niet onbelangrijk is. Het gaat erom of men een nieuwe schepping is.
En dat kan nooit in het vlees zijn, maar alleen in Christus. Hij wilde aan
het einde van zijn leven in Christus gevonden worden. En niet in het
vlees. Dát maakt werkelijk het verschil. Niet langer het oude, dat is ein-
delijk voorbij!

Woord vandaag

‘Heel fijn, die studie van Openbaring gisteravond.’

Het blijft boeiend, dat profetisch Woord, dat zeer vast is. In dit boek
draait het om Jezus Christus. Hij staat centraal.
In de gemeente Laodicea: onverschilligheid. Men had niet veel met
het Woord van God. Net zoals nogal wat christenen vandaag niet zo
veel met een recht gesneden Woord op hebben. Daarom blijken op
deze avonden steeds de verschillen tussen beide evangeliën.
De overstromende genade uit Paulus’ evangelie hoor je in Openbaring
niet; het gaat om werken – evangelie van de Besnijdenis.

‘Het is steeds opmerkelijk hoe groot de verschillen zijn, ja.’

Ook dat afstand nemen van het geloof in deze tijd van genade, het
is wat. Dat werd even genoemd. Men volgt vandaag leringen van de-
monen. En wanneer het gaat om Paulus, dan zou hij niet welkom zijn
wanneer hij zich zou aandienen als spreker. Men zou hem niet uitno-
digen en liever anderen het woord laten voeren in spreekbeurten of
bijbelstudie avonden.

‘Net zoals de Heer zelf aan de deur van Laodicea klopt?’

We hebben gezien, hoe Hij in feite buiten die gemeente in Laodicea
staat. Hij staat aan de deur en klopt en vraagt om binnengelaten te
worden. Zo zal Hij –en ook Zijn slaaf Paulus- niet welkom zijn wanneer
Hij komt met het evangelie van genade dat nu, in deze tijd, moet klin-
ken. Men zou Hem weigeren. Te afwijkend, stemt niet overeen met
wat altijd al in de christenheid geleerd is.

‘Het is wat!’

Ernstig genoeg, dat men de overstromende genade niet wil aanvaar-
den. Het is een mengsel van evangelie en wet, van genade en werken,
van geloof en doen, dat alom klinkt. Maar het evangelie van geloof
alleen en genade alleen; nee, dat niet! Ook in de moeilijke uren, de
tijden van lijden en beproevingen klonk het in de oren van de ver-
moeide apostel: Mijn genade is je genoeg

Woord vandaag

‘Genade hebben we nodig, elke dag!’

Genade en werken sluiten elkaar wederzijds uit. Wanneer dat besef echt
doordringt, betekent dat een omwenteling. In je denken, in je wezen.
Gods overvloedige genade klinkt in het evangelie zoals Paulus dat mocht
brengen. Voor velen is dat helaas onduidelijk. Omdat vaak een wonderlijke
mix van werken en genade gepredikt wordt.

‘We gaan vanavond weer in Openbaring kijken, daar gaat het om werken.’

Ook in de boodschap aan de gemeente in Laodicea klinkt het. De Heer be-
oordeelt de werken van die Joodse christen gemeente in de eindtijd. Dat
is niet het lichaam van Christus dat nu uitgeroepen wordt. Het is een van
die zeven Joodse gemeentes die in Openbaring 2 en 3 aangesproken wor-
den. Steeds klinkt een beoordeling van de werken.

‘Dat is passend binnen Israël.’

Het hoort bij het evangelie van de Besnijdenis. Voor ons zijn werken niet
maatgevend, maar Zijn genade. Die is genoeg. De Heer treedt in dit ge-
deelte op als profeet. Hij is ook priester en koning. Dat komt ook in dit
bijzondere bijbelboek naar voren. We leven in de tijd, die toegroeit naar
de komst van de wetteloze. Er is veel afstand nemen van het geloof.
Men wil de apostel, die leraar van de natiën is, niet horen.

‘Men moet maar niet zo veel met die Bijbel bezig zijn?’

Men wil liever iets doen, zo van: ‘wij doen tenminste iets’.
Daarom nemen mensen afstand van het geloof, en zijn vaak religieus be-
zig. Veel dingen doen, of gezellig bezig zijn op het christelijk erf. Maar wat
werkelijk bouwt is Zijn evangelie van genade, gebouwd op Gods gerech-
tigheid
, niet de onze. In die kracht wandelen, in geloof (en dus in genade),

dát is waar het om draait.