‘God verhardde het hart van Farao van meet af aan?’
Je kunt op basis van de feiten niet anders dan dat zeggen. Hoewel in de tekst
als verslag van het gebeuren gezegd wordt dat Farao zijn hart verhardde. In
feite was God het, die zijn hart verhardde, anders was hij te zwak geweest
om de God van Israël te weerstaan. Het vlees van de mens verzet zich tegen
de wet van God, dus tegen het woord van God. Het is niet anders.
‘God maakte de mens zo.’
Hij kon dan ook niet anders dan zondigen. Bij de eerste de beste gelegenheid
dat de slang kon toeslaan, ging de vrouw onderuit. Zij ging in op de boodschap
van de slang, dat zij als God zou zijn. Dat sprak haar vlees aan en zij at van de
boom van kennis. Zo ook Adam, die heel bewust met haar meeging in de zon-
de. Daardoor bleek, dat de mens uiterst zwak is als het gaat om verleiding.
‘Dus de Farao zou te snel overstag gegaan zijn?’
Ja. De verharding van zijn hart moest ervoor zorgen dat Ieue genoeg plagen
over Egypte kon brengen. Zodat Zijn Naam bekend zou worden over de hele
aarde. Dat Hij verheerlijkt zou worden. Israël moest met een machtige hand
uit Egypte uitgeleid worden. Uiteindelijk blijkt, dat Ieue dat alles uitwerkte.
Hij riep Mozes en gaf hem de kracht en de woorden door Aäron mee te sturen.
Hij verhardde Farao’s hart. Hij gaf wondertekenen door de plagen te sturen.
Opnieuw zien we, dat God het is, die alles in handen heeft en bestuurt.