Woord vandaag

‘Tot nu lijkt veel gelijk te zijn tussen de 12 en Paulus.’

Zo leest men binnen de christenheid. Daarbij is binnen kerken
meer belangstelling gekomen voor Israël. Sinds de tweede we-
reldoorlog (holocaust!) en het ontstaan van de Joodse staat.
En er zijn talloze stromingen die een terugkeer naar Israël voor-
staan. Men spreekt steeds vaker over Israël als de oudere broer.
En: het heil is uit de Joden. Ook hoor je, dat de kerk/gemeente
geënt is op de olijfboom Israël.

‘Men zoekt meer aansluiting bij Israël?’

Dat zien we. Dichter bij het volk van God komen, als middel
daarvoor de feesten van Israël gaan meevieren. Bewust de
ge-
boden in acht nemen, inclusief de sabbat, 
het vierde gebod.
De verwachting is het aardse koninkrijk.
Het gebed wordt vaak gebeden: …’Uw koninkrijk kome’…
Dat is uit de bergrede en wijst naar het Messiaanse rijk op aar-
de onder de Messias Jezus Christus.

‘En wat in Efeziërs staat, dan?’

Wat Paulus daar schrijft, over geestelijke zegen en dergelijke, dat
zal genoten worden in het koninkrijk op aarde. Paulus benadrukt
(in deze visie), dat de zegeningen van God komen, uit de hemel
op aarde. Vandaar dat hij diverse keren spreekt over ‘hemelsen’.
Feitelijk is alles hetzelfde als bij de andere apostelen, zo wordt ge-
gezegd. Petrus spreekt over een lotdeel dat in de hemelen bewaard
wordt
(1 Petrus 1:4).

‘Ik ben verbaasd. Als ik het allemaal goed begrijp, is wat Paulus
zegt niets nieuws.’

We hebben vanaf 25 mei een beetje gevolgd wat zoal gezegd wordt
over Paulus, door uitleggers. Hij is dan wel apart geroepen, maar
is in de lijn van het ene evangelie, dat ook door de besnijdenis-apos-
telen wordt gepredikt. Hij ging naar de natiën om op te vullen waar
de 
12 niet aan toe kwamen. Maar de lijn blijft, dat het heil in Jezus
Christus door gelovigen beleefd wordt, op aarde.

Woord vandaag

‘Paulus’ bediening lijkt hetzelfde als Petrus en de anderen.’

Nou ja, als we Handelingen lezen, wel. Misschien was hij geroe-
pen om naar de natiën te gaan omdat de 12 daar eigenlijk niet
toe kwamen. Petrus schrijft dan wel aan de vreemdelingen in de
verstrooiing, maar dat zijn Israëlieten. En hij ging wel naar
 de
proseliet Cornelius, maar die was al genaderd tot de God
van
Israël. Paulus zegt niet meer dan wat al bekend was.

‘Is Paulus’ bediening is verlengstuk van de twaalf?’

Petrus ging het eerst naar de heiden, Cornelius. De 12 hadden als
eerste de opdracht gekregen in Lukas 24:46-49 om ook alle
 volke-
ren te bereiken met de boodschap van bekering, vergeving
 van
zonden. Paulus liep in dat spoor. Dat blijkt uit Handelingen.
 
Hij zegt ook: van vergeving van zonden (Kolossenzen
 1:14) en
verlossing door Zijn bloed. Hij spreekt wat meer van ge
nade,
maar Petrus getuigt ook van genade van God.

‘Is bij Paulus eigenlijk wel meer te lezen dan bij anderen?’

Hij diept de redding in Jezus Christus meer uit. De gemeente,
die op pinksterdag begon, breidt zich verder uit, ook onder de
heidenen, en Israël als volk wijst de boodschap af.
Je leest over de plaats van Jezus Christus boven hemelse mach-
ten in 1 Petrus 3:22 :
‘de opstanding van Jezus Christus, Die aan de rechter(hand)
van God is, opgevaren naar de hemel, terwijl de engelen, mach-
ten en krachten Hem onderworpen zijn.’

‘Dit is bij de besnijdenisapostelen bekend.’

Ja,  je kunt je afvragen wat bij Paulus meer is dan we bij de an-
deren lezen. I
n kerk en groep wordt dit gehoord. In Romeinen
wordt iets van rechtvaardiging gezegd, je kan dat zien als echte
vergeving van zonden. En de verzoening is ook in het oude tes-
tament te lezen, bij Israël. Daar heb je grote verzoendag.

En wordt ook over verzoening iets gezegd in 1 Johannes 2:2,
dat Jezus Christus verzoening is voor onze zonden en die van
de hele wereld.

Woord vandaag

‘De bediening van de apostel blijft wonderlijk.’

Zullen we de komende dagen bespreken hoe je tegen de apostel
aan kan kijken als je vanuit Tenach doorleest in de evangeliën

en Handelingen?

‘Misschien krijg je dan een nog beter zicht op zijn bediening.’

Goed, dat doen we en we gaan ons proberen te verplaatsen in hoe
men aankijkt tegen Paulus, geroepen op weg naar Damascus.
Hij zou getuigen naar alle kanten:
De Naam van de Heer brengen naar de natiën, koningen en Israë-
lieten en veel lijden (Handelingen 9:15,16).
Verder werd tegen hem gezegd door Ananias:
‘De God van onze vaderen heeft jou voorbestemd om Zijn wil
te kennen en de Rechtvaardige te zien en de stem uit Zijn mond
te horen, want jij moet voor Hem bij alle mensen getuige zijn
van wat je hebt gezien en gehoord.’       (Handelingen 22:14,15)

‘Zegt Handelingen verder nog iets daarover?’

In Handelingen 26, Paulus voor Agrippa, hij spreekt van zijn er-
varingen en van wat hij tot dan toe gedaan had. Zijn bediening
was zowel voor Israël als voor de natiën, hen te prediken, tot
hun bekering en vergeving van zonden (vers 16-18).
En hij had niets anders gezegd dan de profeten en Mozes: de
Messias moest lijden en als Eerste opstaan uit de doden en het

licht aankondigen aan het volk en de natiën (vers 22,23).

‘Maar verschilt dat dan van wat de anderen moesten doen?’

Van de apostelen van de besnijdenis? Nee. Zij hadden opdracht
gekregen: ‘verkondigen in Zijn Naam bekering tot (in) vergeving
van zonden tot (in) alle natiën, beginnend vanaf Jeruzalem. Nu
zullen jullie getuigen zijn van deze dingen. En zie! Ik delegeer de
belofte van Mijn Vader op jullie.’                       (Lucas 24:46b-49)
Dit was de grote opdracht die zij meekregen. Wat Paulus zegt in
Handelingen wijkt daar in feite niet van af. Morgen verder.

Woord vandaag

‘Ah, ik begrijp, dat je het nieuwe niet eens verbond kan noemen.’

Dat is zo, want IEUE doet alles als je het goed leest. In de vertaling
valt op, dat steeds Ik zal klinkt. Daarna iets dat IEUE doet. Terwijl
bij
 een echt letterlijk verbond twee partijen zich beide aan de voor-

waarden houden. Het onderricht van de verbonden gaat heel diep,
er is een bijbelstudie-avond over 7 verbonden geweest en u kunt
die hier beluisteren.

‘Waarom dan toch het woord verbond nog gebruikt?’

Om een bekend woord vast te houden en aan de hand daarvan
verdere geestelijke zegen bekend te kunnen maken. Uiteindelijk
gaat het wel steeds om twee ‘partijen’, God en de mens. Een ver-
bond spreekt ook van een verbinding tussen die twee, op een be-
paalde manier.

‘Ja, het gaat toch om twee kanten, God en mens.’

Gods verbond met de mens via Noach wordt dan bijvoorbeeld
gesymboliseerd door de regenboog. Maar het is alleen God, die
bepaalt en uitwerkt wat er gebeurt. En zo is het steeds met de
verbonden, als er al iets van de mens verwacht werd, dan draaide
dat uit op een mislukking van de kant van de mens. Van de kant
van God werkt Hij met de verbonden precies uit wat Hij wil!

Woord vandaag

‘In feite is in Genesis 15 geen sprake van een verbond.’

Het woord verbond (b-rith) wordt wel gebruikt, maar in feite
wordt aan Abram geen prestatie gevraagd. Abram vroeg om een
bevestiging dat hij het land Kanaän zou bezitten. Die kwam in
dat gebeuren van de dode dieren. En daarna sprak IEUE het ver-
bond uit. Het was de belofte in woorden, dat zijn zaad het land
zou bezitten, vanaf de grote rivier in Egypte tot aan de Eufraat.

‘Dus het ligt helemaal aan IEUE.’

Hij belooft, dus Hij zal het ook doen. Door de uitspraak te doen
bevestigde Hij wat al eerder in Genesis 12 gezegd was. Hij neemt
daarmee de verplichting op Zich, deze ook te vervullen. Natuur-
lijk zal Hij dat doen!
Later –na het verbond met Noach, dat je ook geen echt verbond
kan noemen- komt het verbond met Israël tot stand, dat in feite
een huwelijk was, de voorwaarden in de 10 woorden vervat.

‘Daar hebben ze zich niet aan gehouden.’

Dit was meer een echt verbond, want zij moesten zich eraan hou-
den, wat ook door hen gezegd werd. Het lukte niet, het ging mis.
Zij verbraken het verbond nog voordat de stenen tafels hen bereik-
ten. Daarna kwam er nieuwe, maar zij bleven het (oude) verbond
verbreken. En moest IEUE hen een scheidbrief (Deuteronomium
24:1-4) geven. Hij spreekt door de profeten een nieuw verbond.