‘In de Zoon heeft Vader eigenlijk alles geschonken.’
Dat is het grootste geschenk. Ons gerechtvaardigd zijn en onze verzoening
zijn beide door het offer en het geloof van Christus tot stand gekomen.
Als het gaat om ons geloof, dan zien we, dat ook wij geloven. Wij geloven,
dat Christus voor onze zonden stierf en op de derde dag werd opgewekt
door de heerlijkheid van de Vader. Dat kan al op zeer jonge leeftijd zijn,
dat is bijzonder, als je ermee opgroeit van jongs af aan.
‘Maar ons geloof, is dat dan ons eigen werk?’
Als je kijkt naar twee fijne tekstplaatsen, dan lees je:
want in genade zijn jullie geredden, door geloof, en dit niet uit jullie zelf;
het is Gods naderingsgave Efeziërs 2:8
want aan jullie is de genade geschonken voor Christus, niet alleen in
Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden Filippenzen 1:29
Dus ons eigen actieve geloven is een genade-geschenk van Vader! Ook
daarin valt geen eer voor onszelf te behalen. Een kind dat het evangelie
gelooft, is verzegeld en veilig en gered in Christus. En dat geldt net zo
als het voor degene, die ijverig en toegewijd de Schrift bestudeert.
Ook degene die afwijkt van het verdere onderricht van Paulus, maar
werkelijk gelooft dat Christus voor hem stierf en opstond, is verzegeld
met dezelfde geest van de belofte, de heilige!
‘Dat is de genade van God, dus. Als Hij geloof schenkt, dan is iemand
geroepen en tevoren gekend en bestemd door Hem.’
Zeker. Het geldt voor alle gelovigen. Niet alleen diegene die misschien
verder op veel punten afwijkt van het onderwijs van Paulus, maar ook
degene die helemaal met Paulus meegaat, zoals een Timotheüs. Anders
zou het geen genade meer zijn. Hoeveel iemand gelooft heeft geen en-
kele invloed op dat wat Christus voor ons deed aan het kruis!
En dat heeft een verdere, bevrijdende werking voor ons als gelovigen,
dat zullen wij morgen zien.