Woord vandaag

‘Ontferming en barmhartigheid lijkt wel steeds minder voorhanden
onder de mensen. Het lijkt wel of ze steeds harder worden.’

Dat is onder andere wat de Heer Jezus en Paulus hebben aangegeven.
De Heer zei, dat als de wetteloosheid toeneemt, de liefde van de meesten
zal verkillen. Paulus zei ook iets over hoe mensen in de laatste dagen
zullen zijn in 2 Timotheüs 3:1-8. Dat is niet prettig om te lezen, maar
het meest aangrijpende is, dat hij het over de christenheid heeft!

Als je om je heen kijkt zie je deze dingen ook.
Gods genade blijft overstromend, en in die genade wijst Hij ons de dingen.
Niettemin blijven wij niet te veroordelen, omdat wij in Christus Jezus
zijn! Het woord klinkt in je oren en in je hart, Zijn woorden van genade.

‘Ja, ik merk steeds de opbouwende werking ervan. Hoe meer dat in je hart
komt en daarna zit, hoe meer je naar Hem kijkt. Hij geeft kracht voor nu
en voor morgen.’

Volgens Filippenzen 3 gaat het ook om de kracht van Zijn opstanding.
Die kracht werkt in ons. Paulus strekte zich ernaar uit, Hém te kennen
en die kracht dagelijks te ervaren!

‘Wonderlijk, dat de kracht waarmee God zijn zoon uit de doden opwekte,
ook vandaag nog in ons, in mij werkt.’

Dat laat zien, hoe groot die kracht is. De dood ís overwonnen! Daarmee is
een streep gezet; God gaat door met zijn werk, net zo lang totdat al die mensen
uit de (tweede) dood zijn gekomen en leven, onsterfelijkheid ontvangen hebben.

Resultaat: geen sprake meer van sterven , lijden en dood, maar het léven van Hem
zal alles en iedereen doordringen, tot lof van Zijn heerlijkheid!

Woord vandaag

‘Nou sloot jij gister af met de opmerking dat de uitwerking van
het kruis blijkt als de Heer Jezus op aarde terugkeert. Maar de uit-
werking was toch direct merkbaar?’

Petrus sprak op de 50e dag en er kwamen 3000 Israëlitische mensen
tot geloof. De eerstelingen voor het koninkrijk op aarde. Daarna ook
nog velen op dit evangelie van het koninkrijk (of van de besnijdenis).
God werkt vandaag -en dat heeft vooral met Paulus te maken- in het
verborgene.
Wat geestelijk gebeurt, is niet voor de wereld zichtbaar.

‘Dus de uitwerking van het kruis en de opstanding is altijd al merkbaar
geweest?’

De roeping van het lichaam van Christus, hoewel al vóór de eonen
vastgelegd in Christus Jezus, is een uitwerking van het grote gebeuren op
Golgotha en het open graf.
Dit is voor de wereld een verborgen werk. Vandaar dat mensen maar niet
kunnen begrijpen waar en wie God is. Dat kun je alleen door Zijn woord en
geest verstaan, begrijpen. Dan zie je het ook, als je (geestelijke) ogen ervoor
geopend zijn. De bedekking moet eerst weggenomen zijn, en dat gebeurt
alleen in Christus.

‘Veel mensen vragen zich inderdaad waar God is, en waarom Hij niets van
zich laat horen.’

Dat laatste is een constatering, die mensen doen omdat zij de Bijbel niet
zien als het woord van God.
Bij hen moet eerst de bedekking over hun hart weg.

Door Gods genade hebben de gelovigen licht en zicht gekregen op wie
Christus Jezus is en wie God is. Daar is niets van onszelf bij.

Daarom kun je ook naar die ander kijken met ogen vol ontferming en
genade, dezelfde waarmee ook de Heer naar de mensen keek en kijkt!

Woord vandaag

‘Als je er over nadenkt, zie je binnen de christenheid veel dingen,
waar Paulus in de Galatenbrief op wijst.’

Paulus richt de aandacht op het kruis in diverse plaatsen in die brief.
Kijk maar in Galaten 2:20, 3:1,13; 5:11,25 en 6:14. De uitwerking ervan is,
dat de gelovige dood is voor de wet, dat de Heer Jezus de vloek van de
wet onderging, dat de gelovige in de praktijk zijn vlees kruisigt en dat
de gelovige dood voor de wereld is en andersom.

‘Zo, dat is heel wat. Je bent dus als gelovige dood voor de wet?
Wat heeft dat te betekenen?’

Samen met Christus gekruisigd houdt in dat de oude mens gestorven
en begraven is. De gelovige rekent daarmee. Omdat de wet op de oude
mens gelegd werd, is die niet langer van toepassing, omdat die oude
mens inmiddels overleden blijkt te zijn. De wet (oude verbond voor
Israël) is niet van toepassing op de nieuwe, met Christus opgewekte,
mens.

‘Dus wat die Galaten deden was in feite het terugdraaien van de klok?’

Jawel. Zij waren onder wet (of het nu heidenen of Joden waren) en die
kán niet op de nieuwe mens gelegd worden. Dat is namelijk niet nodig.
De nieuwe mens in Christus Jezus kán per definitie niet onder de ver-
oordeling komen. Doordat de Galaten zich opnieuw onder de wet stelden,
deden ze net alsof het kruis niet had plaatsgevonden.

‘Als het zo zit, heeft het kruis wel een diepe uitwerking.’

De kruisiging en opstanding van de Heer Jezus Christus is het grote keerpunt
in de geschiedenis geweest. Sinds dat grote gebeuren is alles op weg terug naar
God. Ook al lijkt de mensheid vandaag heel erg ver weg van God, we bevinden
ons in de tijd, dat de Heer gaat terugkeren. Dan blijken voor de wereld de eerste
uitwerkingen van Golgotha 2000 jaar geleden.

Woord vandaag

‘He jouw opmerkingen van gisteren, daar wil ik graag op doorgaan.
Het gaat wel in tegen wat je ziet op kerkelijk en evangelisch erf.
Daar zie je allerlei leiders, dominees, voorgangers, die vaak in hun
eentje de kar trekken.’

Bij Paulus lees je over één hoofd: Christus.
Dan bestaat het hele lichaam van Christus uit vele leden, die toch één zijn.
En als er gelovigen samenkomen is er allerlei dienstwerk te doen, dat kan
alleen door dienende mensen.

Gelovigen worden opgebouwd tot volwassenheid in het geloof. De bedoeling
is, dat allen zijn tot opbouw van het lichaam van Christus. Dat is nuttig.
Daar is al het onderwijs op gericht: de gelovige bewust maken van de status
van zoon en volwassene in het geloof.

‘Je merkt, dat Paulus de gelovigen in Corinthe niet aanspreekt als kleine kinderen,
zo van: en nu moeten jullie zus en zo, de laatste tijd gaat me dat meer opvallen.’

Hij geeft wel aan, dat zij grotendeels geestelijk gezien nog beschouwd moesten worden
als nog onmondigen in Christus, en zij konden alleen nog melk verdragen, geen
vast voedsel. Toch stelt hij hen steeds vragen met de achtergrondgedachte: ‘beoordelen
jullie dan zelf wat ik zeg’. Hij zette ze aan tot nadenken, en hij kon alleen vast voedsel
delen met hen, die daarvoor rijp (volwassen) waren.

Nadat Efeziërs – Filippenzen – Kolossenzen geschreven waren, was datgene vastgelegd,
wat een gelovige nodig heeft om zich van zijn positie in Christus Jezus bewust te zijn.
Daarna zouden gelovigen altijd als volwassenen (in het geloof) aangesproken worden.

‘Maar je maakt toch groei door als gelovigen?’

Er is sprake van geestelijke groei. Al het onderricht en spreken is erop gericht die groei
te stimuleren en te bevorderen. Gebruik van gezonde woorden bijvoorbeeld, speelt
daar een rol bij. Daarnaast zou alles doordrenkt zijn van de genade van God.
Als een groep gelovigen dat uit het oog verliest, is oriëntatie op de Galatenbrief nodig.

Want bij Paulus is het van begin tot eind: Gods genade!