17 maart 2020
‘Wij veranderen bij Zijn komst.’
Dat is de hoop en verwachting die wij
koesteren. Bij de laatste bazuinstoot,
zeggen we. Dat is zeker niet de laatste
(of zevende) bazuin van Openbaring.
Dat kan niet, want 1 Thessalonicenzen
geeft aan, dat wij niet gesteld zijn tot
verontwaardiging. God redt ons daar-
voor door de Heer Jezus Christus, Die
ons redt, hetzij wij waken, hetzij wij in-
gedommeld zijn.
‘Zo fijn dat we dit weten.’
Het is die uitzonderlijke genade die we
ontvangen hebben. Op dit beslissende
tijdstip dat de genadeperiode eindigt,
geeft de genade van God de doorslag.
Niet wat wij goed of slecht deden.Dat
zal ná onze wegrukking worden beke-
ken. We delen allen in de rijke genade;
onze wegwijzer voor gedrag en leven.
De heerlijke zekerheid, dat we niet ver-
oordeeld kúnnen worden, geeft rust.
‘Gezegende mensen, kortom.’
Door de Vader gezegend met iedere
geestelijke zegen in Christus. Niet op
aarde, maar boven, te midden van de
hemelsen. Wat we hier ondergaan, is
groeien in de genade, kennis en wijs-
heid van God en Zijn Zoon. We leven
in deze bijzondere tijd toe naar Zijn te-
rugkeer. Je wil dat het liefst vandaag
al meemaken, maar Vader bepaalt nu
eenmaal de tijd.