‘Het is heel wat, toen in de tijd van de apostelen. Toen stond het direct
al op scherp.’
Zeker. Er waren toen ook al hele felle discussies over rituelen, genade
en de wet. Alles wat toen fel omstreden werd vanuit het vlees, wordt
vandaag de dag nog net zo fel bediscussieerd. Als het gaat om de relatie
tussen Israël en de natiën, dan zien we dat het volk alle rechten ver-
speeld had toen zij de Heer van de heerlijkheid kruisigden. Nochtans
worden zij vergeven en zullen onder het nieuwe verbond over de vol-
keren regeren in het koninkrijk van de hemelen.
‘Ook dat is weer genade. Dat zij toch op die plaats komen.’
We zien in Handelingen dat zij als volk hoe langer hoe meer afvallig
worden. Jakobus –zelf geen apostel- krijgt meer de overhand. Zij
hadden geen enkele aanspraak op een positie waarin zij inzettingen
op de gelovigen uit de natiën konden opleggen. Behalve als we dat
zien als een voorsmaak van het aardse koninkrijk.
Het christendom heeft niet veel aandacht geschonken aan de inzet-
tingen die door Jakobus in Handelingen 15:19,20 opgelegd werden.
‘Maar wat leren wij dan hieruit?’
Dit, wat Jakobus deed, werd daarna duizenden keren herhaald. In
talloze denominaties en organisaties worden allerlei regels, regule-
ringen, inzettingen opgelegd. Om zo het gedrag van de heiligen te re-
gelen en in te kaderen. De laatste tientallen jaren hoor je veel over
‘discipelschap’ en moeten de gelovigen zich aan allerlei regels gaan
houden, soms vermengd met wat uit de 10 woorden. Soms worden
ook gedeeltes –die men toepasbaar acht- uit de bergrede (Mattheüs
5-7) opgelegd. De mensen moeten dan goede discipelen zijn. Je ziet
het zuurdesem van wetticisme zich naar binnen werken en het ver-
zuurt alles. Laten wij leven uit, door en in genade van God!