Woord vandaag

‘Was gisteren weer een opbouw, vond ik.’

De Heer wijst ons op onze plaats, die wij hebben. Zijn regeren in ons leven
is de onderschikking aan Zijn woord. We kunnen alles met Hem bespreken.
En hoe wonderlijk is het, dat de apostel die zoveel op zijn nek had, deze
raadgeving doorgeeft. Hij had de dagelijkse zorg voor gemeentes. En toch
klinkt in Filippenzen 4:6: Weest in niets bezorgd.

‘Dat is beslist geen argeloosheid bij hem.’

Zeker niet! Hij wijst de weg: maar laat in alles jullie verzoeken door gebed
en door smeekbede, met dankzegging bekendgemaakt worden bij God
.

Paulus wist waar hij moest zijn. En hij was er zo diep van overtuigd, dat God
het is, die alles samenwerkt tot het goede
. Dat was de reden voor de dank

vooraf. En van iets anders, wat het gevolg is van deze weg bewandelen.

‘Dat moet die vrede van God zijn.’

Het gaat om de vrede van God, niet: met God. Het is de vrede die God zelf
heeft, alles is in Zijn machtige Vaderhand, Hij werkt het uit. Die vrede, wan-
neer die neerdaalt in je hart, dat is een van de kostbaarste schatten die je
kunt hebben in je leven als gelovige. We zijn bewogen met degene die Hij
op onze weg plaatst, waar we mee te maken hebben. Toch kunnen we het
biddend aan Hem overlaten. Dan is die ware vrede van God in ons hart, en
Hij bewaakt die als in een vesting! 

Woord vandaag

‘We hebben een grote toekomst, dat geeft nu kracht.’

Het is een bekend gegeven, dat als een mens geen hoop meer heeft, hij eigen-
lijk niet verder kan leven. Daarom is de God die wij mogen kennen, de God en
Vader van onze Heer Jezus Christus, de God van de verwachting. Zo noemt
Romeinen 15:13 Hem. En Hij vervult ons met vreugde én vrede in het geloven.
En dan vloeien wij zelfs over van verwachting, in de kracht van heilige geest.

‘Ja, fijn. God richt mij steeds op, dan verwacht ik het weer van Hem.’

We vestigen dan ook alle verwachting op God, die door Zijn geliefde Zoon
zal ingrijpen op de juiste tijd. Tot die tijd leven wij in geloof, verwachting en
liefde. De laatste is de grootste, want die gaat nooit voorbij. De Heer Jezus
Christus is het centrum van onze verwachting, Hem verwachten wij immers
uit de hemelen (1 Thessalonicenzen 1:9,10)!

‘Hier word ik blij van. Van binnen.’

We verwachten het van Hem. Hij zal altijd doen boven bidden en boven
ons denken uit. Dit is het goede nieuws, dat wij van Hem horen uit het
Woord. Hij doet wat Hij gezegd heeft. Al Zijn beloften zal Hij waarmaken.
We zijn in alles van Hem afhankelijk, Hij zei al tegen Zijn discipelen:
Zonder Mij kunnen jullie niets doen. Hoeveel temeer geldt dat voor ons!

Woord vandaag

‘We zitten dicht tegen de laatste jaarweek van Daniël 9 aan?’

Je kan zeggen dat dat al jaren het geval is. Alleen weten wij niet het exacte
moment dat de bazuin van God klinkt. We wachten op de tijd van Hem
die al onze tijden in Zijn hand heeft (Psalm 31:16). Wij denken soms, dat wij
de tijd in handen hebben, maar wanneer we ouder worden ontdekken we
dat de tijd door onze vingers glipt. We willen er vat op krijgen, maar het
lukt niet.

‘Prediker zei: alles is ijdelheid en najagen van wind.’

Dat is wat we beseffen wanneer we even afstand nemen van ons eigen
gedoe. Het stelt allemaal niet zoveel voor. Wat wel van belang is, is het
werk van God. Dat zegt de Prediker ook. Regelmatig beseffen we, dat wat
we doen soms nergens op slaat, en dat het vruchteloos is. Dat doet ons
beseffen, dat we in alles volledig afhankelijk zijn van Hem die ons liefheeft:
Christus Jezus, onze Heer.

‘Een zinvol bestaan, daar hoor je vaak over spreken.’

God, Zijn liefde, dat is de zin van ons bestaan. Leef je los van God, dan heeft
alles geen enkele zin. Dat zag de Prediker, en wij leren daaruit. God heeft uit-
eindelijk alles in Zijn hand. Je leven is in Zijn machtige Vaderhand geborgen.
We leven uit Zijn hand. We kijken naar de vogels, die zaaien en maaien niet,
toch zorgt de hemelse Vader, dat zij voedsel vinden. We hoeven ons daarom
ten diepste geen zorgen te maken, want Hij zorgt. Hij maakt geen fouten. Het
werk van God, het is niet te keren wanneer Hij Zijn plannen doorzet! 

Woord vandaag

‘Boeiend, dat boek Openbaring.’

Wanneer je er goed de tijd voor neemt, is het de moeite waard. We lezen
hoe Vader de komende tijd uitwerkt. Hoe Hij handelt met de volkeren en
Israël. Hij zorgde ervoor, dat nu de samenstelling van Bijbelse landen weer
in het Midden-Oosten aanwezig is. Iran, Syrië, Jordanië, Egypte, Libanon,
Irak; allemaal landen uit de oudheid weer terug op het wereldpodium.
De profetieën uit Tenach en Openbaring kunnen zomaar in vervulling gaan.

‘Ik vond dat over de synagoge van satan opmerkelijk.’

Dat was verrassend ja. Wel de Schrift volgen en dan vind je bij Paulus ant-
woord. Op de vraag wie werkelijk Jood is, geeft hij antwoord. Dat hebben
we gelezen. We volgden ook even een spoor van de verdrukking en wat er
gebeurt door Openbaring heen. En dat Paulus aan die Thessalonicenzen
onderricht uit de Tenach heeft gegeven, met name Daniël.

‘Ja de voorzeggingen door Vader via Johannes zijn nauwkeurig.’

In feite is zo’n gedetailleerde profetie als Openbaring een bewijs van het
feit, dat Vader alles tevoren ziet en in Zijn hand heeft. Hij kent niet alleen
de gebeurtenissen tevoren, Hij bestuurt ze! Dan kan er niets mis gaan. God
maakt nooit een fout. Ook al is het een hele moeilijk weg via lijden en ver-
drukkingen, het zal zo moeten. Dan komt de doorbraak naar het Koninkrijk
op aarde, voor Israël en de volkeren. De redding komt!

Woord vandaag

‘Er staat veel profetie in Zijn woord.’

In 1 Koningen 21:20-23 staat het slechte gedrag van Achab, de koning
van het noordelijke 10-stammen rijk, voorzegd. Hij weigerde het woord
van de profeet Micha –zoals voorzegd- en hij werd gedood. Ook staat er,
dat en hoe koningin Izebel gedood zou worden. Later lezen wij, dat dat
ook exact zo gebeurde.

‘Ja, deze dingen kwamen bijzonder nauwkeurig uit.’

Dat geldt voor heel de Schrift. Al wat tevoren geschreven werd, werd en
wordt nauwgezet vervuld. Geen ander boek wordt zo vervuld. We lezen
ook over de manier waarop koning Achab ‘toevallig’ gedood werd in 1
Koningen 22:34. Achab, vermomd alsof hij een gewone strijder was.
Iemand spande de boog in onschuld (Hebreeuws: tamiem, smetteloos)
en trof precies de koning.

‘Net als dat voorbeeld van die bijl waarvan het ijzer af vloog en iemand
doodde.’

Daar kun je het mee vergelijken, ja. De dingen die ‘per ongeluk’  gebeuren,
zijn niet toevallig. Het moet zo zijn. Wij hebben daar weinig kijk op, maar
God heeft werkelijk álles in Zijn hand. Ook de kennelijk ‘toevallige dingen’.
Iemand die in de strijd een boog spant en ‘zomaar’ een strijder treft, precies
tussen de delen van de wapenrusting. Waardoor koning Achab sterft!

‘Dat kan geen toeval zijn.’

We zien dus ook hier het verband met Ieue, die door de profeet alles voor-
zegt én het zo doet plaatsvinden. Ieue laat niets aan het toeval over. On-
danks de uitdrukkelijke instructie, dat de 32 aanvoerders alleen tegen de
koning van Israël mochten strijden, en niet tegen kleinen of groten, gebeur-
de het toch dat iemand ‘zomaar’ een pijl afschoot die de vermomde koning
trof. Dat moet dus door Ieue gebeurd zijn.