Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

3 maart 2018
‘Openbaring was boeiend.’

Daarin was Openbaring 13 aan de or-
de. Een indrukwekkende voorzegging
van de dictatuur van de draak. Die zet
twee beesten in om aanbidding van de
mensheid te krijgen. Het getal dat bij
het beest hoort, is veelzeggend: 666.
Er staat bij: het getal van de mens.

‘Op zesde dag geschapen.’

Op de zesde dag schiep God de mens.
De mens werd in het beeld van God ge-
maakt. Dat is: in Christus. Deze is vol-
gens 2 Corinthiërs 4:4 en Kolossenzen
1:15 het beeld van de onzichtbare God.
De mens is beelddrager van Adam, en
niet van God. Mensen zullen later het
beeld van de Hemelse (Heer) dragen.

‘Wat een uitzicht!’

En dat terwijl de arbeid van de mens
voor 6 dagen bestemd is, zal die toch
tekortschieten om de 7 te bereiken.
Adam was de eerste mens en type van
Hem, Die komen zou. De mens van de
wetteloosheid is het toppunt van wat
de mens zelf tot stand brengt: vijandig-
heid tegen God. En zal Christus komen
om ware rechtvaardigheid en vrede te
brengen.

2 maart 2018
‘De Christus van de Schriften.’

Wie Hij werkelijk is, is voor velen on-
bekend. Hij kwam en bracht genade
en waarheid. Zo zegt Johannes 1 dat.
Ook vandaag kunnen we bij Hem te-
recht, als het gaat om dat speciale, de
genade en de waarheid. De gemeente
is zuil en grondslag van de waarheid.

‘Er is allerlei wind van leer.’

Daartoe zet Christus als Hoofd in de
gemeente diverse genadegaven in.
Evangelisten, herders en leraars. Die
geeft Hij. Alle drie hebben direct met
het woord van God te maken. En spe-
ciaal voor nu het onderwijs van de e-
ne apostel van de natiën.

‘Dat is de genade van God.’

De kern van zijn boodschap. Juist die
genade is zo omstreden. Daar zouden
wij bij blijven. Overstromende genade
van het evangelie van de voorhuid. In
vroegere tijden nooit onthuld. Er was
wel genade, maar niet zoals nu. Kern
van het evangelie, geen voorwaarden.
Dank God voor Zijn geliefde Zoon.

1 maart 2018
‘Ons evangelie?’

Ja zo noemt Paulus dat in 2 Corinthiërs
4:3 waar hij duidelijk spreekt:

maar in het geval ons evangelie nog be-
dekt is, dan is het bedekt in hen die ver-
loren gaan

Nadat hij in hoofdstuk 3 gesproken had
over bedekking is dit geen vreemde op-
merking. Het heeft te maken met het
oude verbond (de wet).

‘Bedekking is in Christus weg.’

Paulus zegt dat en stelt helder:

maar hun gedachten werden verhard,
want tot op heden blijft dezelfde bedek-
king bij het lezen van het oude verbond,
zonder te worden weggenomen, want
die wordt in Christus buiten werking ge-
steld                        2 Corinthiërs 3:14

Het lezen van het oude verbond brengt
geen vernieuwing, het opent ogen niet.
Pas wanneer Christus gezien wordt, zal
leven en heerlijkheid in het hart komen.

‘Hij is vervulling.’

Hij vertelde Zelf bij gelegenheid aan de
Emmaüsgangers al wat bij Mozes en al
de profeten op Hem betrekking had (Lu-
cas 24:27). Door te wijzen op de inhoud
van de Schrift (dat is Hij Zelf) kwam die
tot leven en kreeg betekenis. Zo werd
de bedekking bij Kleopas en de andere
weggenomen. Het draait om Christus.

28 februari 2018
‘De kracht van Zijn opstanding.’

Daar heeft Paulus het over in Filippen-
zen 3:9-20. Geen twijfel voor de apostel
van de natiën: Christus is opgewekt uit
de doden en leeft! Dat leven werkte in
hem en hij joeg ernaar Hem te kennen
en de kracht van Zijn opstanding. Dat is
nogeens wat!

‘Opstanding staat vast.’

Staat als een huis. Het behoort tot een
van de grote waarheden sinds het op
die bewuste derde dag gebeurde. Die
waarheden worden in de gemeente,
uniek lichaam van Christus, bewaard.
Want de gemeente zou zijn:

zuil en grondslag van de waarheid
                               1 Timotheüs 3:15

‘Stellen dat je de waarheid hebt?’

Dat is enorm aanmatigend, maar: Uw
woord is de waarheid bad de Heer in
Johannes 17. En zo is dat. Waarheid
in deze tijd, voor de gemeente, vinden
we specifiek in de brieven van Paulus.
Zo is het goed, het woord van de waar-
heid recht te snijden (2 Tim. 2:15) om
dicht bij ons evangelie te blijven!

27 februari 2018
‘De heerlijkheid van Christus.’

Dat is goed nieuws. Hij is verhoogd aan
de rechter(hand) van Vader. Daar voedt
en koestert Hij Zijn lichaam, de uitgeroe-
pen gemeente. Die heeft dezelfde posi-
tie als Hij, geestelijk gezien. Hij is gege-
ven als Hoofd boven alles aan ons, leden
van Zijn lichaam. Nauwelijks te bevatten
voor ons.

‘Wat doet Hij nog meer?’

Hij heiligt en reinigt de gemeente door
het waterbad, Zijn uitspraken. Dat hoe-
ven wij niet zelf te doen. Hij doet dat.
Zijn heerlijkheid is ook, dat Hij Redder
is van het lichaam. Verder is Hij Redder
van alle mensen. Vader stuurde Hem op
die missie, en die gaat glansrijk slagen.
Alle mensen zullen delen in Zijn heerlijk-
heid als de eonen voltooid zijn.

‘We gaan uit van Zijn kracht.’

Dat is de enige mogelijkheid. Bij som-
migen duurt het even, voordat dat tot
hen doorgedrongen is. Kwestie van tijd
en alle gemeenteleden hebben dat in
de gaten. Het gaat niet om onze, maar
om Zijn kracht. Dat is tot volharding, en
Hij geeft dat om niet. Het is in de dienst:
God, Die zowel het willen als het werken
in ons bewerkt, voor Zijn welbehagen.