Woord vandaag

26 november 2017
‘Het gaat om geloof.’

Dat was vóór de komst van de wet
ook het geval:

Abraham geloofde God en het werd
hem tot rechtvaardigheid gerekend
              Genesis 15:6; Romeinen 4:3

Heldere lijn. De belofte was Abram
gegeven, en aan zijn Zaad, dat is de
Heer Jezus Christus.

‘En tijdens de wet ook geloof?’

Jawel, want de profeet Habakuk zei:

want de rechtvaardige zal uit geloof
leven
                           Habakuk 2:4

Als profeet leefde hij onder de wet.
Het was tijdens zijn leven allang dui-
delijk geworden, dat de Israëliet de
wet niet kon houden. En zo kwam,
zoals geprofeteerd, de vloek op het
volk. Dat resulteerde in ballingschap.

‘Geloof, daar draait het om?’

Jazeker, want Paulus schreef óók aan
de Romeinen in 3:21 :

thans is echter, buiten de wet om,
rechtvaardigheid van God openbaar
geworden, waarvan door de wet en
de profeten is getuigd: rechtvaardig-
heid van God door geloof van Jezus
Christus

Het is: buiten de wet om, of: zonder
de wet
, of: los van de wet.

Door geloof van Jezus Christus.

Woord vandaag

25 november 2017
‘God kiest. Duidelijk, toch?’

Jawel, soms worden de woorden uit de
tweede wet, Deuteronomium geciteerd:

kiest dan het leven opdat jullie leven
                           Deuteronomium 30:19

Hier stelt Mozes het volk voor de keuze.
Israël zelf was door God uitgekozen, en
als verlost volk stonden ze vlak voor het
beloofde land. Zo konden zij kiezen, de
zegen of de vloek.

‘Later bleek dat het niet ging.’

‘Het leven kiezen’ was onder het oude
verbond een keuze om te doen wat de
wet zei. In Romeinen 10 schrijft Paulus:

want het einddoel van de wet is Christus,
tot gerechtigheid voor ieder die gelooft

                                      Romeinen 10:4

Dan wijst hij terug naar de situatie onder
Mozes (die dan oud – 120 – is):

want Mozes schrijft over de rechtvaar-
digheid die uit de wet is: de mens die
deze dingen doet, zal daardoor leven

                                       Romeinen 10:5

‘Voorwaarde: je moet de wet doen.’

Daarom vervolgt de apostel met:

maar de rechtvaardigheid die uit het
geloof is, spreekt zo: Zeg niet in je hart:
wie zal naar de hemel opklimmen?
Dat is Christus naar beneden brengen.
Of: wie zal in de afgrond neerdalen?
Dat is Christus uit de doden opbrengen.
Maar wat zegt zij?
Nabij jou is het woord, in je mond en
in je hart. Dit is het woord van het ge-
loof, dat wij prediken.

In plaats van de wet doen –> geloof.

Woord vandaag

24 november 2017
‘Israël Gods volk.’

Dat is nooit anders geweest. Sinds hun
roeping zijn zij het. Ook in deze tijd is
het zo, dat zij gezegend zijn:

want de genadegaven en de roeping
van God zijn onberouwelijk

                                  Romeinen 11:29

Hun functie als lichtdrager (Gods woord
verspreiden) is tijdelijk bij de natiën te-
rechtgekomen.

‘God heeft ze verworpen?’

Nee, want de apostel schrijft ook:

Ik zeg dan: heeft God Zijn volk versto-
ten? Volstrekt niet! Ik ben immers ook
een Israëliet, uit het nageslacht van
Abraham, van de stam Benjamin.
                                   Romeinen 11:1

En verderop lezen we:

zij zijn weliswaar wat het evangelie
betreft vijanden om jullie, maar wat
de verkiezing betreft geliefden van-
wege de vaderen
                                 Romeinen 11:28

‘De uitverkiezing?’

God kiest uit. Israël als instrument in
de hand van de grote Pottenbakker.
Om de volkeren onderwijzing van God
te geven. De gemeente, het lichaam
van
Christus werd vóór de neerwerping
van
 de wereld uitgekozen in Christus.
Om
de hemelse machten en krachten
Zijn
genade te tonen!

Woord vandaag

23 november 2017
‘De hemelse bediening.’

Is gegeven aan de gemeente die het li-
chaam van Christus is
. Dat is anders

dan het volk Israël. God heeft dat volk
uitgekozen om tot zegen voor de ande-
re volkeren op aarde te zijn. De gemeen-
te heeft een bediening in de hemelen en
dat te midden van de hemelsen. De tijd
die het duurt is: de komende eonen.

‘Dat zegt Efeziërs?’

opdat Hij in de komende eonen tentoon
zal spreiden de overstijgende rijkdom van
Zijn genade in Zijn mildheid voor ons in
Christus Jezus
                     Efeziërs 2:7

Dat doet God door de gemeente. Plaats
is volgens Efeziërs 2:6 te midden van de
hemelingen
, waar de gemeente ook ge-

zet is in Christus Jezus.

‘En Israël op aarde.’

Dat volk is bestemd om voor de andere
volkeren tot zegenkanaal te zijn. Dat is
in lijn met de belofte aan Abram:

Ik zal jou tot een groot volk maken en
jou zegenen en jouw naam groot maken
en jij zult tot zegen zijn….
Ik zal zegenen wie jou zegenen en wie
jou vervloekt zal Ik vervloeken, en in jou
zullen alle geslachten van de aardbodem
gezegend worden
          Genesis 12:2,3

Woord vandaag

22 november 2017
‘Twee lijnen, aarde en hemel.’

Mogelijk begint ook daarom Tenach
met de tweede letter van het alfabet.
Dat is de letter B (beth), dat is tevens
de twee en het betekent ook huis. We
kennen het van Bethel (huis van God).
Maar ook Bethlehem (huis van brood).
God Begon een werk, Hij schiep een
huis met twee niveaus: aarde + hemel.

‘Zijn huis is de schepping?’

Paulus spreekt op de Areopagus van
God, Die niet in een huis woont dat
met handen gemaakt is. Hij bewoont
wel Zijn eigen schepping. Hij is overal
erin aanwezig; God is geest (Johannes
4:24). Hij wil aanbidding in geest en in
waarheid, en dat van al Zijn schepse-
len. Alle volkeren en alle hemelsen.

‘Israël en de gemeente.’

Dat zijn de twee instrumenten die God
inzet om Zijn plan rond te krijgen. Dat
zijn twee gebieden: aarde én hemelen.
Israël is Eerstgeborene (Bikkur) onder
de volkeren. Dat geldt ook de gemeen-
te, die onlosmakelijk geestelijk verbon-
den is met dé Eerstgeborene: Christus
Jezus, de Heer. En als zodanig kan zij
fun
ctioneren als Eerstgeborene (Bikkur)
te
midden van de hemelse machten en
krachten!