24 november 2017
‘Israël Gods volk.’

Dat is nooit anders geweest. Sinds hun
roeping zijn zij het. Ook in deze tijd is
het zo, dat zij gezegend zijn:

want de genadegaven en de roeping
van God zijn onberouwelijk

                                  Romeinen 11:29

Hun functie als lichtdrager (Gods woord
verspreiden) is tijdelijk bij de natiën te-
rechtgekomen.

‘God heeft ze verworpen?’

Nee, want de apostel schrijft ook:

Ik zeg dan: heeft God Zijn volk versto-
ten? Volstrekt niet! Ik ben immers ook
een Israëliet, uit het nageslacht van
Abraham, van de stam Benjamin.
                                   Romeinen 11:1

En verderop lezen we:

zij zijn weliswaar wat het evangelie
betreft vijanden om jullie, maar wat
de verkiezing betreft geliefden van-
wege de vaderen
                                 Romeinen 11:28

‘De uitverkiezing?’

God kiest uit. Israël als instrument in
de hand van de grote Pottenbakker.
Om de volkeren onderwijzing van God
te geven. De gemeente, het lichaam
van
Christus werd vóór de neerwerping
van
 de wereld uitgekozen in Christus.
Om
de hemelse machten en krachten
Zijn
genade te tonen!